Nieuwe coalities essentieel voor toekomst natuur en landschap

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) overhandigde op 26 januari 2012 de scenariostudie 'Natuurverkenning 2010-2040: visies op de ontwikkeling van natuur en landschap' aan staatssecretaris Bleker van EL&I tijdens een symposium over dit onderwerp. De Natuurverkenning maakt zichtbaar dat partijen in de samenleving heel verschillende motieven hebben om zich met natuur bezig te houden. Deze uiteenlopende drijfveren moeten worden gerespecteerd om tot een vernieuwend en breed gedragen natuurbeleid te komen. Het opent bovendien nieuwe perspectieven voor vitale coalities tussen natuur en andere sectoren als bouw, zorg en water.

Foto: Directeur PBL Maarten Hajer overhandigt de Natuurverkenning aan staatssecretaris Henk Bleker

De Natuurverkenning verschijnt in een turbulente tijd waarin natuur en landschap sterk gepolitiseerd zijn. Met de verkenning wil het PBL een bijdrage leveren aan het structureren van het debat over de vernieuwing van het langetermijnbeleid en een impuls geven aan de politieke afwegingen. Nieuw is het gebruik van normatieve toekomstscenario’s als hulpmiddel om de achterliggende drijfveren voor natuurbeleid te verhelderen.

Keuzes van nu hebben grote gevolgen voor later

Vier scenario’s laten zien dat Nederland er heel verschillend kan uitzien in 2040, afhankelijk van het beleid dat nu wordt gevoerd. Eén van die toekomstbeelden (‘vitale natuur’), toont hoe Nederland eruit kan zien als het beleid zich richt op het behoud en herstel van internationaal belangrijke biodiversiteit. De tweede (‘beleefbare natuur’) als het zich concentreert op het ontwikkelen van recreatiegroen, vooral in de buurt van grote steden. Het derde scenario (‘functionele natuur’) laat zien wat de gevolgen kunnen zijn als we de diensten die de natuur levert duurzamer gebruiken. Tot slot toont het laatste toekomstbeeld (‘inpasbare natuur’) de gevolgen van het versterken van de economische lusten van natuur en de vermindering van lasten van wet- en regelgeving. In de praktijk zullen combinaties van deze scenario’s voorkomen, waarbij Nederland tenminste zal moeten voldoen aan haar internationale verplichtingen.

Foto: Directeur PBL Maarten Hajer met achter hem een projectie van de vier toekomstbeelden

Nieuwe coalities voor natuur

Het denken in meerdere toekomstbeelden opent de weg naar nieuwe coalities van de natuursector met andere sectoren, zoals met de bouwsector of watersector. Kansen liggen er ook voor het vernieuwen van bestaande coalities, zoals met de recreatiesector en landbouwsector. De overheid kan de vorming van dergelijke coalities stimuleren. Provincies, waterschappen en (samenwerkingsverbanden van) gemeenten zijn hierbij belangrijk. Tot slot kan de overheid het natuurbeleid beter laten aansluiten op maatschappelijke initiatieven.

De Rijksoverheid heeft in het bijzonder een rol bij opgaven die op bovenregionale schaal ruimtelijk beleid of waterbeleid nodig maken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het waterveiligheidsbeleid, vernatting van laagveengebieden voor het vastleggen van CO2 en het reguleren van functies op zee.

De Natuurverkenning is een wettelijk product van het PBL en verschijnt elke vier jaar. De Natuurverkenning 2010-2040 is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Wageningen UR.

Zie ook:

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Natuur, landschap en biodiversiteit

Het PBL ondersteunt met uiteenlopende studies het beleid voor natuur, landschap en ecosysteemdiensten.

Meer over natuur, landschap en biodiversiteit