PBL aan de slag met decentrale overheden

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat in samenwerking met decentrale overheden in twee pilotprojecten verkennen op welke wijze PBL-expertise op regionale schaal effectief ingezet kan worden. Het gaat om de Zuidwestelijke Delta en om de natuur in Drenthe. Eerder dit jaar zijn al enkele kleinere decentrale pilotstudies uitgevoerd. Nevendoel is om te analyseren hoe de rijksoverheid vanuit haar systeemverantwoordelijkheid voor het omgevingsbeleid de strategische kennisbehoefte van decentrale overheden kan faciliteren.

Nu de overdracht van het rijksbeleid naar provincies, gemeenten en waterschappen voortgaat, ontstaat bij deze overheden een behoefte aan kennis rond strategische vraagstukken over de huidige en toekomstige effecten van hun beleidskeuzen. Zo staan deze overheden voor de vraag hoe integraal beleid vorm te geven in tijden van economische crisis, krimpende budgetten en onzekerheden over groei of krimp van de bevolking in hun regio. Welke stappen zijn nu verantwoord en welke zijn zelfs slim?

Op verzoek van provincies en de ministeries van IenM en EZ gaat het PBL aan de slag met een aantal pilotstudies om samen met decentrale overheden te verkennen op welke wijze de PBL-expertise effectief ingezet kan worden op regionale schaal. Zo is het PBL gestart met de pilot ‘Samenhang in de Delta, ontwikkelingsvarianten voor de Zuidwestelijke Delta’ nu Gedeputeerde Staten van de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland daarvoor groen licht hebben gegeven. Een tweede pilot getiteld ‘Visies op de ontwikkeling van natuur en landschap in Drenthe’ start op verzoek van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Eerder dit jaar zijn al enkele kleinere decentrale pilotstudies uitgevoerd. Nevendoel van deze projecten is om te analyseren hoe de rijksoverheid vanuit haar systeemverantwoordelijkheid voor het omgevingsbeleid de strategische kennisbehoefte van decentrale overheden kan faciliteren.

Samenhang in de Delta

In de Zuidwestelijke Delta zijn de vraagstukken van de decentrale overheden en van het Rijk zozeer verweven, dat integraal beleid en de onderlinge afstemming van investeringsbeslissingen noodzakelijk zijn. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is een gemeenschappelijke langetermijnvisie op het gebied. Niet als blauwdruk, maar als richtinggevend baken voor samenhangende en effectieve investeringsbeslissingen in tijd en ruimte. In de studie over de Zuidwestelijke Delta richt het PBL daarom zijn vizier op een analyse van mogelijke ontwikkelingsvarianten van het gebied vanuit het ecologische en het ruimtelijk-economische perspectief. De mogelijke strategieën voor veiligheid en zoetwater worden hier ingepast. De ontwikkelingsvarianten worden voor zover mogelijk uitgewerkt in belangrijkste fysieke ingrepen en vervolgens onderling vergeleken op kansen en bedreigingen. De uitkomsten van deze studie zijn behalve voor de provincies ook belangrijk voor onder andere het Deltaprogramma en de Rijksstructuurvisie Grevelingen/Volkerak-Zoommeer.

Visies op de ontwikkeling van natuur en landschap

De provincie Drenthe is op zoek naar een inspiratiebron om samen met maatschappelijke partijen invulling te kunnen geven aan het langetermijnbeleid voor natuur en landschap binnen de provincie. In de samenleving bestaan immers sterk uiteenlopende beelden over wat natuur is. Voor de één is een groen bedrijventerrein al natuur, voor de ander gaat het om bedreigde planten- en diersoorten en wildernis. Het PBL zal binnen dit pilotproject deze verschillende uitgangspunten vertalen in toekomstbeelden voor natuur (‘kijkrichtingen’) en handvatten formuleren voor het beleid in Drenthe. Deze toekomstbeelden zullen laten zien hoe de provincie Drenthe er kan uitzien in 2040, afhankelijk van welk beleid wordt gevoerd vanaf nu. Het project is daarmee een nadere concretisering van de Natuurverkenning 2010 - 2040 die het PBL begin 2012 gepubliceerd heeft.

Kennis voor decentrale overheden

De doelstelling van de pilotstudies is om te ondervinden welke strategische kennis decentrale overheden nodig hebben om hun beleid vorm te geven. Op basis van de opgedane ervaringen zal het PBL medio 2013 een overkoepelende notitie ‘Kennis voor decentrale overheden’ uitbrengen, waarin conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan over hoe het Rijk de strategische kennisbehoefte van provincies, gemeenten en waterschappen als gevolg van het decentraliseren van beleid kan faciliteren. Naast bovengenoemde studies heeft het PBL eerder dit jaar een drietal kleinere pilotstudies uitgevoerd. Deze zijn hiernaast weergegeven.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Natuur, landschap en biodiversiteit

Het PBL ondersteunt met uiteenlopende studies het beleid voor natuur, landschap en ecosysteemdiensten.

Meer over natuur, landschap en biodiversiteit