Elektrisch rijden goed voor milieu en leefomgeving, maar wel duur
Als alle personenauto’s in Nederland op elektriciteit zouden rijden, verbetert het milieu en de leefomgeving vooral in de steden, met name door minder CO2-uitstoot en geluidshinder. Ook wordt ons land dan minder afhankelijk van fossiele brandstoffen. Elektrisch rijden kost de overheid, bij gelijkblijvend belastingregime, wel geld. Ook de consument is waarschijnlijk duurder uit. Alleen de automobilist die meer dan 20.000 kilometers per jaar rijdt, kan besparen.
Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) onderzocht wat de gevolgen zijn van een totale omschakeling op elektrisch rijden van personenauto’s in 2050. Welk effect heeft dat op milieu, infrastructuur en ruimte en de kosten voor overheid en consument? Zowel de Europese Commissie als het Kabinet-Rutte II willen de CO2-uitstoot verminderen en minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Om die ambities in Nederland binnen de transportsector te verwezenlijken heeft het vorige kabinet een plan van aanpak gelanceerd om elektrisch rijden te stimuleren. Uit het onlangs gepresenteerde regeerakkoord blijkt dat ook het nieuwe kabinet kansen ziet voor elektrisch vervoer.
Beter voor milieu, minder last van geluid in steden
Bij een volledig elektrisch wagenpark is de uitstoot van CO2 door personenauto’s nihil, tenminste als de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. De uitstoot van CO2 door de gehele transportsector wordt dan minstens gehalveerd. De geluidshinder van auto’s in steden neemt met ongeveer een derde af, waardoor mogelijk bespaard kan worden op geluidsmaatregelen.
Elektrische auto’s zijn duurder
De automobilist is waarschijnlijk duurder uit, zelfs als de vrijstelling op de aanschafsbelasting (BPM) gehandhaafd blijft en de kosten van accu’s met een factor drie dalen. Dan nog zullen elektrische auto’s duurder blijven dan conventionele auto’s die rijden op benzine, diesel of gas. Alleen mensen die nu meer dan 20.000 km per jaar in een benzineauto rijden, kunnen goedkoper uit zijn, zeker bij stijgende olieprijzen. Maar juist voor deze groep zorgt de beperkte actieradius van de auto en de lange oplaadtijd voor de accu voor relatief veel weerstand. Dieselrijders zullen in vrijwel alle omstandigheden duurder uit zijn.
Overheid heeft minder inkomsten bij gelijkblijvend belastingregime
Bij een volledige overgang naar elektrisch rijden heeft de overheid jaarlijks 5-7 miljard lagere inkomsten, als het huidige belastingregime gehandhaafd blijft. Dit komt in de eerste plaats omdat elektrische auto’s vrijgesteld zijn van aanschafbelasting (BPM). Daarnaast lopen de opbrengsten van de motorrijtuigenbelasting (MRB) terug, omdat elektrische auto’s duur zijn, waardoor het autobezit naar verwachting daalt. Tot slot is de energieheffing op elektriciteit verhoudingsgewijs lager dan de accijns op benzine en diesel.
Elektrisch rijden blijven stimuleren maar wel anticiperen op kosten
Ondanks de nadelen benadrukt het PBL dat niets doen geen optie is. Om de Europese klimaatdoelen binnen bereik te brengen moet de personenautomobiliteit CO2-neutraler worden. Elektrisch rijden is daarvoor op dit moment een van de meest kansrijke technologieën. Beleid gericht op het vergroten van het aandeel elektrisch rijden blijft dus zinvol. Wel zal nu alvast geanticipeerd moeten worden op de kosten die zich op termijn voordoen.
Uitdaging voor Rijkoverheid, lokale overheden en EU
De uitdaging voor de Rijksoverheid is om slimme manieren te vinden om de overheidsinkomsten op peil te houden of de gevolgen daarvan anderszins te beheersen, en tegelijkertijd het elektrisch rijden aantrekkelijk te houden voor de gebruikers. Bovendien kan de overheid de markt een duwtje geven, bijvoorbeeld met elektrische dienstauto’s. Lokale overheden kunnen daarnaast actief bepaalde nichemarkten stimuleren, zoals taxibedrijven die kiezen voor elektrische taxi’s. De EU, ten slotte, moet de technische standaarden vaststellen, zodat de automobilist binnen Europa de accu’s overal op dezelfde manier kan opladen of vervangen. Technologische doorbraken zijn gewenst om de hoge kosten van de accu’s (verder) terug te brengen.