Over het Planbureau voor de Leefomgeving

Het PBL doet onderzoek naar de leefomgeving en het leefomgevingsbeleid in Nederland en daarbuiten. Denk aan milieu, natuur en ruimtelijke inrichting. Met onze verkenningen, analyses en evaluaties leveren we strategische kennis voor beleid, politiek, maatschappelijke organisaties en het bredere publiek. We geven daarbij niet alleen feiten en inzichten over het hier en nu, maar kijken ook vooruit naar de nabije en verdere toekomst. We doen ons onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en wetenschappelijk onderbouwd. 

Taken PBL

De kerntaken van het PBL zijn:

  1. het in beeld brengen van de actuele kwaliteit van milieu, natuur en ruimte en het evalueren van het gevoerde beleid;
  2. het verkennen van de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de kwaliteit van milieu, natuur en ruimte, en het ex-ante evalueren van mogelijke beleidsopties;
  3. het signaleren en agenderen van maatschappelijke vraagstukken die van belang zijn voor milieu, natuur en ruimte;
  4. het identificeren van mogelijke strategische opties voor het bereiken van overheidsdoelen op het gebied van milieu en natuur en ruimte.

Het PBL verricht zijn analyses, evaluaties en verkenningen primair als input om de kwaliteit van de besluitvorming van kabinet en parlement te bevorderen. Daarnaast is het onderzoek ook gericht op andere overheden, internationale organisaties en maatschappelijke organisaties. Dit onderzoek doet het PBL zowel op eigen initiatief als op verzoek van externe partijen, meestal een ministerie of een internationale organisatie zoals UNEP (United Nations Environment Program) en de Europese Commissie. Verzoeken van de Rijksoverheid komen vooral van de ministeries van EZK, I&W, LNV, BZK, BZ, AZ en Financiƫn.

Integrerend en multidisciplinair onderzoek

Kenmerkende elementen van PBL-onderzoek zijn onder meer integrerend denken, verbinding tussen biofysische en institutionele dimensies, oog voor de wisselwerking tussen overheid en samenleving en waar mogelijk en relevant oog voor regionale verschillen en de internationale dimensie.  PBL-onderzoek is meestal multidisciplinair; in het planbureau werken onder meer natuurkundigen, geografen, biologen, economen, bestuurskundigen, klimaatwetenschappers, stedenbouwkundigen, landbouwkundigen, wiskundigen en methodologen samen.

Onafhankelijke positie

Het PBL is een organisatorisch onderdeel van de Rijksoverheid, namelijk het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze bijzondere positionering maakt het borgen van zijn onafhankelijkheid essentieel voor het PBL.

  • De inhoudelijke onafhankelijkheid van het PBL en de collega-planbureaus CPB en SCP is gewaarborgd in de Aanwijzingen voor de Planbureaus, Staatscourant 3200, 21 februari 2012. Deze leggen onder meer vast dat het PBL zelf zijn werkprogramma vaststelt. In een notitie (pdf) leest u hoe de onafhankelijkheid van het PBL is geborgd.
  • Cruciaal is de wetenschappelijke kwaliteit van het PBL-werk. Deze bewaken we met ons beleid voor kwaliteitsborging.
  • Het Begeleidingscollege PBL heeft een essentiĆ«le rol als onafhankelijke toezichthouder op zowel de wetenschappelijke kwaliteit als de maatschappelijke relevantie van het PBL-werk.

In de praktijk vergt onafhankelijkheid vooral bewustzijn van de eigen rol en positie plus bijbehorend professioneel gedrag.

Ontstaan PBL

Het Planbureau voor de Leefomgeving is in 2008 ontstaan door een samenvoeging van het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP).