Nieuw mondiaal beleid voor herstel natuur in de maak
Van 13-29 Maart 2022 worden in Genève de onderhandelingen voor nieuw mondiaal beleid voor biodiversiteit weer fysiek hervat. Na een periode van 2 jaar van digitaal onderhandelen, moeten in deze bijeenkomst stappen worden gezet om later dit jaar tot een “Parijs moment voor natuur” te komen. Een concrete afspraak over nieuwe biodiversiteitsdoelen met effectievere instrumenten voor implementatie. Deze onderhandelingen vinden plaats onder het VN Verdrag voor Biologische Diversiteit (CBD) en worden zoals nu voorzien in het derde kwartaal van 2022 in Kunming, China afgerond. Dit gebeurt tijdens de 15e Conference of the Parties (COP-15).
Mondiaal is er sprake van een groot verlies aan biodiversiteit, concludeerde het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) in 2019. De meeste onder het VN Verdrag voor Biologische Diversiteit (CBD) afgesproken doelen voor biodiversiteit zijn niet gehaald. De 15e Conference of the Parties (COP-15) komt geen dag te vroeg, want het IPBES-rapport gaf duidelijk de urgentie aan van het verlies aan biodiversiteit.
Oorzaken verlies biodiversiteit nemen toe
Wereldwijd gaat de natuur achteruit. Dit heeft in negatieve zin gevolgen voor onze bestaanszekerheid en kwaliteit van leven. Een miljoen soorten wordt bedreigd met uitsterven. De oorzaken van deze achteruitgang nemen alleen maar toe. IPBES geeft aan dat fundamentele, technologische, economische en sociale veranderingen nodig zijn om de onderliggende oorzaken van biodiversiteitsverlies aan te pakken. Deze transformatieve opgave is een enorme uitdaging. Het IPBES-rapport heeft ook een positieve boodschap: Er zijn alternatieve ontwikkelingpaden mogelijk waarin natuur wordt beschermd, hersteld en duurzaam gebuikt, terwijl ook de andere duurzame ontwikkelingsdoelen kunnen worden gerealiseerd. Sterker, het herstel van biodiversiteit is soms zelfs een voorwaarde voor het kunnen realiseren van andere opgaven, zoals het halen van de klimaatdoelen.
De CBD is ondertekend door 196 landen; Nederland is één van de ondertekenaars en verplicht zich daarmee tot uitvoering van de afspraken. De nieuwe VN-brede afspraken waarover nu onderhandeld wordt moet richting geven aan deze transformatieve ontwikkeling voor biodiversiteit.
Wat staat er op de agenda?
De ambitie van de CBD is te komen tot een gedragen wereldwijde beleidsagenda waarin bescherming van biodiversiteit en het herstel van natuur voorop staat. Cruciale punten waarover daartoe overeenstemming moet worden bereikt zijn o.a.:
- Nieuwe doelen – met een ambitieniveau gericht op bescherming van soorten en ecosystemen en het herstel van natuur, met aandacht voor waarborgen dat de daarvoor noodzakelijke transities op een rechtvaardige wijze gerealiseerd worden.
- Versterking van beleidsmaatregelen, voldoende financiële middelen voor natuur en het natuur-inclusief maken van relevante beleidsterreinen om de nieuwe doelen nu wel te kunnen realiseren.
- Het realiseren van een rapportage- en verantwoordingsmechanisme voor zowel landen als niet-statelijke partijen, omdat nu een goed verantwoordingsmechanisme ontbreekt waarin landen laten zien wat hun bijdrage aan de realisatie van internationale doelen is.
- Hieraan gekoppeld een verplichting dat, wanneer ambities en implementatie onvoldoende blijken om de gestelde doelen te realiseren, landen met aanvullend beleid moeten komen.
- Ruimte maken voor een sterkere bijdrage van maatschappelijke partijen zoals bedrijfsleven, steden, financiële sector, die in toenemende mate het belang van biodiversiteit inzien en acties aan het nemen zijn.
- Integratie van het streven naar een natuur-inclusieve samenleving op alle niveaus van besluitvorming. Plus dat dit gebeurt in samenhang met het realiseren van klimaatdoelen.
“Whole of society” benadering biedt kans op succes
Het succes van het nieuwe biodiversiteitsraamwerk zal o.a. afhangen van de betrokkenheid van steden, regio's, bedrijven, investeerders, maatschappelijke organisaties, lokale gemeenschappen en andere niet-statelijke actoren die actie ondernemen om bij te dragen aan het herstel van de natuur. Men spreekt daarom over de noodzaak voor een “whole of society” benadering en de CBD roept niet-statelijke actoren op om met concrete toezeggingen te komen over hun bijdrage aan de realisatie van de nieuwe biodiversiteitsdoelen. In een gemeenschappelijk rapport laten het Planbureau voor de Leefomgeving en het Instituut voor Milieustudies (IVM) zien hoe binnen het internationale verantwoordingsraamwerk waarover nu onderhandeld wordt ook de bijdrage van niet-statelijke actoren een plek kunnen krijgen.