Promotie-onderzoek: Mogelijkheden voor gezamenlijk lucht- en klimaatbeleid
Verregaand klimaatbeleid gaat meestal gepaard met minder luchtverontreiniging. Deze zogenaamde ‘nevenvoordelen’ kunnen het voor landen als China en India aantrekkelijker maken aan te sturen op een zuiniger energiesysteem en een groter aandeel hernieuwbare energie. Dit is een van de conclusies van het onderzoek van Clifford Chuwah, waar hij op 3 november 2015 aan de Universiteit Wageningen op promoveerde. Dit onderzoek voerde hij uit bij het PBL en het KNMI.
Er bestaan belangrijke connecties tussen klimaatverandering en luchtverontreiniging. Beiden worden in sterke mate veroorzaakt door dezelfde activiteiten, met name het verbranden van fossiel energie. Bovendien kan luchtverontreiniging (zoals zwavel aerosolen en roet) ook een effect hebben op de verandering van het klimaat. Om deze interacties goed te verkennen heeft Chuwah in zijn promotieonderzoek uitkomsten van relevante modellen van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) gekoppeld. Promotoren van dit onderzoek waren Detlef van Vuuren (PBL) en Wilco Hazeleger (KNMI)
Uit de verkenning blijkt hoe verstandig klimaat- en luchtbeleid kan leiden tot nevenvoordelen. Dit kan helpen om klimaatverandering te reduceren, en draagvlak voor beleid te vergroten. Maar er kan ook sprake zijn van nadelige effecten. Zo kan het verregaand reduceren van zwavelaerosol emissies in Azië ook leiden tot verdere opwarming, vooral in de regio zelf maar mogelijk ook in het arctisch gebied. Het is dan ook belangrijk lucht- en klimaatbeleid goed op elkaar af te stemmen, ook in het kader van de klimaatonderhandelingen later deze maand in Parijs.