Column Marcia Luyten: De Stille Kracht

Column door Marcia Luyten (econoom en columnist Volkskrant), uitgesproken tijdens de Nacht van de Leefomgeving op 14 september 2023. 

De Stille Kracht

Laat ik beginnen met een bekentenis. Ik ben een van die mafkezen die ’s morgens vroeg in het koude water springt en daar dan uuuu-ren later nog blij over is. 

Zo ook vanmorgen - het donker trok net een beetje op en ik zwom door het water waar ik op woon. Als ik een dichter was, beschreef ik het eerste licht dat pastellen wolken in het water spiegelt, de nevel die van het weiland het water op kruipt, schimmen van koeien ach-ter het riet, en verderop een gezin zwanen - altijd in een strakke rij van vijf. Het wit van de vader voorop lijkt uitgelicht, zoals de be-roemde boze zwaan van Jan Asselijn in het Rijksmuseum uit het donker oprijst. Ik zwém in het schilderij van een oude meester. Ik ben deel van dat schilderij.

Ik was altijd gelukkig dat ik zo dicht bij de stad midden in de natuur zat. Maar mijn romantisch boerenland veranderde op slag toen ik leerde wat ‘raaigras’ is. Ineens zag ik een industrielandschap, weliswaar groen maar zonder kruiden, met weinig insecten en nog minder weidevogels.

Dan zou ik iemand willen vragen: hee? Waar zijn de vlinders heen?

En het zwemmen is soms niet zo lekker. Dan slalom ik tussen slierten groen drijvend slijm. De kleinere sloten in deze oude polder hebben allemaal een groen dek. Alweer was de zomer warmer. En in het water zitten te veel nutriënten, te veel mest - dus de algen floreren. Aan de waterkant groeit alleen nog riet en wat gele iris; allebei zijn dol op stikstof. Dus ik loop een beetje de iceman uit te hangen in een fosfaatriool.

Nergens in de EU is het water vervuilder dan in Nederland. Het drinkwater van 7 miljoen Nederlanders komt uit de Rijn of Maas, maar de concentraties pesticide, chemisch afval en medicijnresten lopen alleen maar op.

Dan wil ik iemand vragen: waarom hebben we geen drinkbare rivieren?

Vroeger gingen we in de zomer naar de Zeeuwse kust. Dan zochten we kokkels en oesters. Nu mag je vis en schelpdieren uit de Wester-schelde niet meer eten – vol pfas. Iets verderop, in de Alblasserwaard, gooien mensen nu de pfas-eieren van hun kippen bij het af-val. Chemours loosde er decennia de giftige stof -  en ál die jaren aten die mensen met smaak hun eieren. Net zoals Chemours de moestuinen rond Dordrecht vergiftigde. Bij Tata krijgen bovengemiddeld veel mensen kanker. Dan wil ik iemand vragen: hoezo kunnen die mensen hun eieren en tomaten niet eten?

Ik zwom door mijn sloot en dacht ineens aan Otto van Oudijck. Nederlands resident op Java en hoofdpersoon in het meesterwerk van Louis Couperus, De Stille Kracht. Van Oudijck is een moderne man, “koel van denken” voert een rationeel bestuur, en moet niks hebben van het bijgeloof van de Indonesiërs. Als een nieuwe waterput moet worden gezegend, vindt-ie dat bespottelijk. Híj heerst over de zichtbare dingen, maar daaronder sluimert de Stille Kracht. Hij ziet de ´hurklopende´ Javaan, onderdaniger kan niet, maar hij ziet niet diens verzet. En hij heeft geen gevoel voor de mysterieuze krachten van de heilige natuur.

Nederland is de afgelopen decennia steeds uitgedrukt in bruto na-tionaal product, in cijfers die groei, inflatie en werkloosheid weer-geven. Voor de kwaliteit van bestaan was geen parameter. De op de samenleving afgewentelde externe kosten van industrie, landbouw en verkeer werden niet gezien, of niet relevant gevonden. Geen ge-voel voor wat zich niet in geld of harde cijfers uitdrukt.

De Balans van de Leefomgeving laat vandaag twee dingen zien:
1. De leefomgeving ligt er beroerd bij.
En 2. De leefomgeving is een zwaarwegend politiek onderwerp.
Vanmiddag was ik in Den Haag bij de presentatie van het rapport van een ander adviesorgaan van de regering, de WRR. Het heet Goede Zaken, Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van ondernemingen. Het werd aangeboden aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. In april kwam de Onderzoeksraad voor Veiligheid met het rapport Industrie en omwonenden. Haar conclusie: omwonenden worden onvoldoende beschermd tegen de schadelijke uitstoot van industrieën.

Wie deze rapporten leest, ziet dat een grote omwenteling in gang is gezet. Maar de ommekeer gaat zo snel als de processie van Echternach: twee stappen vooruit, een naar achter. Gisteren zei Ursula von der Leyen in haar State of the Union dat de belangen van boeren en de natuur toch maar tegelijkertijd moeten worden gediend. Iedereen weet weer hoe laat het is. Verkiezingstijd. En weer spelen electorale motieven de Leefomgeving naar de achtergrond.

Maar het verzet tegen vervuiling, vergiftiging, woningnood en het verslechteren van de natuur groeit. Onze leefomgeving blijkt essentieel voor de kwaliteit van bestaan. Want waar wordt een mens gelukkig van? Dat is geen zweverige vraag, daar is onderzoek naar gedaan: de mens wordt gelukkig van iets goeds doen. Van dingen samen doen met anderen. En de mens wordt gelukkig als hij in de natuur is.

Louis Couperus kende die stille kracht van de natuur – en zag hoe de koloniale resident op Java die verloochende. De moderne, koeldenkende Hollander die alles beoordeelde op winst en nut, was toen al het toonbeeld van de mens vervreemd van de natuur. Die vervreemding begon bij het Oude Testament. Toen gaf God de eerste mensen een opdracht: “bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op aarde rondkruipen.” Die opdracht tot onderwerping maakte de mens superieur aan al het andere leven. De laatste 400 jaar is de natuur gebruikt als een grondstof, als productiefactor; ze is geëxploiteerd en geplunderd.

Louis Couperus liet zijn koloniale regent ten onder gaan. De stille kracht keerde zich tegen hem. Intussen is duidelijk dat de stille kracht zich ook tegen ons keert. En ze is ook niet zo stil meer. Als het moet, raast ze over ons heen. Twee maanden geleden was Poly de zwaarste zomerstorm ooit in Nederland gemeten. In Libië brak storm Daniel twee dammen en kostte waarschijnlijk 10.000 mensen het leven.

*

De mens beschermen is de natuur beschermen. Want wij zíjn die natuur. Ik ben het troebele water van de vaart, ik ben deze tafel, en ik ben de maan – we zijn allemaal dezelfde atomen. Ik ben sterrenstof. U bent Sterrenstof. We zíjn onze leefomgeving.

Leefomgeving is een goed woord voor beleid en rapporten, en ik ben blij dat het gewicht ervan zwaarder begint te wegen op de waag van Den Haag. Want de overheid is er om ons te beschermen - en dus moet de overheid de natuur beschermen.

Omdat echte mensen niet leven in rapporten kun je die opdracht ook anders benoemen. De eenvoudigste bewoording voor wat mensen het meest nodig hebben: iedereen heeft recht op een fijn en vooral veilig thuis. En dan eerbiedigen we als vanzelf de Stille Kracht.