Poseidon
Met Poseidon worden het energiegebruik en de emissies van luchtverontreinigende stoffen van de zeevaart geraamd voor de situaties: varend en voor anker liggend op het Nederlands continentaal plat (NCP); varend in Nederlandse havengebieden; stilliggend in Nederlandse havens. Er wordt onderscheid gemaakt naar 11 scheepstypen. De invloed van diverse factoren op het energiegebruik en de emissies kunnen worden geraamd.
Aard van het model
De volgende factoren worden door het model expliciet meegenomen:
- Scenario’s voor de ontwikkeling van de intensiteit van het scheepvaartverkeer.
- Scenario’s voor de schaalvergroting van schepen.
- Scenario’s voor de snelheid van vernieuwing van scheepsmotoren.
- Invloed van internationale wetgeving op de brandstofkwaliteit en emissiefactoren van de motoren.
- Introductie van de EEDI (Energy Efficiency Design Index).
- Scenario’s voor langzamer of sneller varen.
- Scenario’s voor de introductie van LNG als scheepsbrandstof en voor de introductie van walstroom in havens.
De ontwikkeling van de intensiteit van het scheepvaartverkeer wordt doorgaans gebaseerd op een raming van de goederenoverslag per NSTR-hoofdstuk (classificatie van goederengroepen) in Nederlandse havens met het goederenvervoermodel Basgoed van Rijkswaterstaat. Het PBL deelt vervolgens de overgeslagen goederen toe aan de scheepstypen.
TNO heeft Poseidon ontwikkeld en actualiseert het model met enige regelmaat in opdracht van het PBL. In de gebruikershandleiding van Poseidon versie 1.4 staan toelichtingen bij de verschillende scenario’s en invloedsfactoren. Zo staat beschreven hoe de instroom en uitval van schepen van de Noordzee-vloot naar scheepstype en grootteklasse zijn gemodelleerd. Verder is er in de modelontwikkeling veel aandacht besteed aan correctiefactoren van NOx-emissiefactoren per TIER (emissiestandaarden van de Internationale Maritieme Organisatie) als functie van de deelbelasting van motoren. Zowel de vlootsamenstelling als de correctiefactoren van NOx-emissiefactoren zijn van belang om het effect van de introductie van een emissiecontrolegebied voor stikstofoxiden (NECA) op de Noordzee en Baltische zee goed te kunnen ramen.
Voorbeelden van studies
Poseidon wordt ingezet om de emissies van luchtverontreinigende stoffen door de zeevaart te ramen voor de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning. Het model levert ook ramingen aan het RIVM dat deze resultaten gebruikt bij de berekening van de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (GCN/GDN) .