Woningdelen komt vaker voor bij arbeidsmigranten dan bij kennismigranten

Nieuws

Bijna twee derde van de arbeidsmigrantenhuishoudens die in 2013 vanuit de EU in Nederland arriveerde, deelde kort na aankomst in Nederland een woning met anderen. Nieuw binnengekomen kennismigranten van buiten de EU huurden juist vaker zelfstandig een particuliere huurwoning. Naarmate migranten langer in Nederland verblijven, neemt het woningdelen af. Dat blijkt uit onderzoek dat door het PBL in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en ABF Research is gedaan op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

“Kennis over de woonsituatie van migranten en hoe dat zich ontwikkelt als mensen langer in Nederland verblijven is relevant”, stelt Dorien Manting, projectleider van dit onderzoek bij het PBL. “Die kennis ondersteunt het beleid om migranten passende en goede huisvesting te bieden. Dat is van belang voor het welzijn van de migranten, maar ook voor de samenleving als geheel. Alleen met goede en betaalbare huisvesting kunnen migranten inburgeren en integreren en blijft de kwaliteit van de woonomgeving overeind. Ook helpt een goede en betaalbare huisvesting om migranten voor de arbeidsmarkt aan te trekken en te behouden.”

Grote variëteit in wonen

De onderzoekers volgden de woonpatronen van migranten die tussen 2013 en 2016 in Nederland arriveerden en vonden een grote variëteit in woonsituaties. Asielmigrantenhuishoudens huren meestal een corporatiewoning, terwijl gezinsmigranten vaak intrekken bij familieleden die hier al wonen in een eigen huur- of koopwoning. Arbeidsmigranten starten juist vaak in een woning die ze met andere huishoudens delen. Dit geldt in het bijzonder voor de arbeidsmigranten uit de Europese Unie. Met 65 procent delen zij bijna net zo vaak een woning als internationale studenten. Kennismigranten, dus de groep arbeidsmigranten van buiten de EU die vanwege hun expertise in Nederland mag werken, belanden juist vaker in een particuliere huurwoning.

Woonsituatie bij langer verblijf

In de periode hierna blijken veel migranten te vertrekken, vooral studenten en arbeidsmigranten. Bij de arbeidsmigrantenhuishoudens die 4,5 jaar later nog in Nederland wonen staat het delen van een woning nog steeds op de eerste plaats. Kennismigranten woont nog steeds het vaakst in een particuliere huurwoning, het wonen in een koopwoning heeft daarna de voorkeur.