Nieuw VN-rapport: milieudoelen niet haalbaar zonder verregaande innovatie en integraal beleid
De wereld ligt niet op koers om internationaal afgesproken milieudoelen te bereiken, zoals de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN en het Akkoord van Parijs. Om de doelen te halen zijn verregaande innovaties nodig in productie en consumptie gecombineerd met integraal beleid. Dit zijn enkele hoofdboodschappen uit de zesde Global Environment Outlook (GEO-6) van het VN-milieuprogramma die vandaag is gepubliceerd.
De Global Environment Outlook (GEO) van de Verenigde Naties biedt een onafhankelijke beoordeling van de staat van het milieu, van de effectiviteit van gevoerd beleid en van oplossingsrichtingen voor internationale milieuafspraken, en adviseert daarmee overheden. Aan het rapport werkten 250 experts uit 70 landen mee.
Algemene toestand van het milieu verslechterd
Ondanks alle beleidsinspanningen is het milieu er slechter aan toe dan ooit. Dit heeft uiteindelijk ook nadelige gevolgen voor menselijke gezondheid, welzijn en economische vooruitgang. Beleidsinspanningen worden belemmerd door een verscheidenheid aan factoren, waaronder een gebrek aan implementatie en een gebrek aan integratie in sectoraal beleid, zoals op het gebied van landbouw, energie en mobiliteit.
Internationaal overeengekomen milieudoelen worden niet gehaald
Op basis van een groot aantal scenariostudies wordt geconcludeerd dat indicatoren met betrekking tot menselijke ontwikkeling, waaronder het aantal mensen met honger en zonder toegang tot schoon drinkwater en energie, waarschijnlijk zullen verbeteren, maar niet voldoende om gerelateerde doelen te halen. Tegelijkertijd wordt geconcludeerd dat trends in klimaatverandering, verlies van biodiversiteit, waterschaarste, overmatige afvoer van nutriënten, bodemdegradatie en verzuring van de oceaan, in snel tempo blijven verslechteren.
Verregaande veranderingen in productie- en consumptiepatronen noodzakelijk
In het rapport worden ook alternatieve scenario’s geanalyseerd, die gericht zijn op het bereiken van de afgesproken milieudoelstellingen. De analyse concludeert de noodzaak voor een drastische wending in beleid en verregaande innovaties in productie- en consumptiepatronen, op een schaal die groter is dan wat in het verleden is bereikt en niet alleen door milieubeleid kan worden gerealiseerd. Dit omvat onder andere het eten van minder vlees, een vermindering van voedselverspilling, verduurzaming van voedselsystemen, verdere verbeteringen van de landbouwopbrengsten, enorme stijgingen van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie en een transitie naar een circulaire economie.
Integratieve beleidsbenaderingen zijn nodig
Er zijn veel synergiën, maar ook conflicten tussen het bereiken van de verschillende milieudoelstellingen. Het gebruik van biomassa en herbebossing en de intensivering van de landbouw zijn bijvoorbeeld essentiële maatregelen om respectievelijk klimaat- en voedseldoelen te bereiken, maar kunnen aanzienlijke nadelige effecten hebben op andere milieudoelstellingen als ze niet zorgvuldig worden geïmplementeerd. Dit vraagt om integrale beleidsbenaderingen met beleidsinterventies gericht op het energiesystemen of het voedselsysteem in plaats van op individuele milieuproblemen, zoals water- en luchtverontreiniging, en waarin milieuoverwegingen worden geïntegreerd in andere beleidsgebieden, zoals in sociaal en economisch beleid.
Nederland leverde een belangrijke bijdrage aan GEO-6
GEO-6 is samengesteld op basis van wetenschappelijke input van vele onderzoekers en met steun van overheidsvertegenwoordigers en wetenschappelijke adviseurs. Nederland speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het rapport. Professor Joyeeta Gupta van de Universiteit van Amsterdam (UvA) is covoorzitter van GEO-6 en daarmee medetrekker van het rapport. Professor Detlef van Vuuren en Paul Lucas van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) coördineerden de scenario-analyses in het rapport.