Natuurinclusieve inrichting Nederland kan belangrijke bijdrage leveren aan duurzaamheidsopgaven
Een natuurinclusieve inrichting van Nederland kan een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van actuele maatschappelijke opgaven, zoals klimaatmitigatie en -adaptatie, (drink)waterkwaliteit, biodiversiteitsherstel en een gezonde leefomgeving. Dit concluderen het PBL en de WUR in het rapport Natuurverkenning 2050 - Scenario Natuurinclusief. Het is de eerste keer dat de effecten van een natuurinclusief toekomstbeeld richting 2050 zijn doorgerekend en gekwantificeerd.
In deze scenariostudie is doorgerekend wat een natuurinclusieve inrichting van Nederland in 2050 oplevert voor de biodiversiteit en andere maatschappelijke opgaven zoals het klimaat. Een natuurinclusieve stad kan bijvoorbeeld tegelijkertijd water bergen om wateroverlast te voorkomen, bijdragen aan het verkoelen van de stedelijke omgeving, leefgebied zijn voor plant- en diersoorten en ruimte bieden voor ontspanning van mensen. Uitgangspunt van de studie is dat het natuurlijke bodem- en watersysteem bepalend is voor de ruimtelijke inrichting van Nederland en natuurlijke processen daardoor ook beter benut kunnen worden. Denk aan water vasthouden waar sprake is van droogte, water bergen waar sprake is van overlast en voedselproductie op de meest vruchtbare bodems.
Natuurinclusief betekent ook dat de samenleving zorgt voor natuur en biodiversiteit, bijvoorbeeld door in te zetten op een landbouw die ruimte laat voor een diversiteit van soorten en leefgebieden en door te opereren binnen de grenzen van natuurlijke systemen. Dus bijvoorbeeld door het voorkomen van uitstoot van schadelijke stoffen en onttrekking van water waar dat leidt tot schade aan de leefomgeving.
Toename ecosysteemdiensten bij natuurinclusieve inrichting
Het is de eerste keer in Nederland dat de effecten van een natuurinclusief toekomstbeeld zijn gekwantificeerd. Eerst is voor de stad, het landelijk gebied en natuurgebieden in heel Nederland ruimtelijk uitgewerkt hoe een natuurinclusieve inrichting er uit kan zien in 2050. Vervolgens zijn de effecten daarvan op zogenoemde ecosysteemdiensten, functies van natuur voor de samenleving, in beeld gebracht. Denk daarbij aan ecosysteemdiensten als verkoeling, luchtzuivering en waterberging. De ecosysteemdiensten die het meeste toenemen zijn: de kwaliteit van het drink- en oppervlaktewater, de aanwezigheid van natuurlijke plaagbestrijders en bestuivers, verkoeling en waterberging in de stad, koolstofvastlegging in veen en bos en biodiversiteit.
Doelen Vogel- en Habitatrichtlijn komen dichterbij
In het Natuurinclusief-scenario komen de doelen van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) dichterbij, van circa 55% doelbereik in de huidige situatie tot zo’n 80% doelbereik in het Natuurinclusief-scenario. Doordat er over de hele linie sprake is van een verbetering in milieucondities profiteren niet alleen de soorten die door deze richtlijnen worden beschermd, maar ook andere soorten, zowel binnen als buiten natuurgebieden. Een natuurinclusieve inrichting is bijvoorbeeld positief voor natuurlijke bestuivers, zoals bijen. Het scenario is daarmee ook positief voor de zogenoemde Basiskwaliteit Natuur; de set van condities die nodig is om algemene soorten algemeen te laten blijven en in stand te houden.
Alleen natuurinclusieve inrichting is niet genoeg
Om de actuele maatschappelijke opgaven op het gebied van klimaat, energie, wonen, biodiversiteit, water en landbouw volledig het hoofd te bieden, zijn alleen natuurinclusieve maatregelen meestal niet voldoende. Er is ook een combinatie met andere maatregelen nodig. Zo blijft het voor het volledig bereiken van de VHR-doelen ook van belang om gericht natuurbeleid te blijven uitvoeren voor bescherming en herstel van bedreigde soorten en habitattypen. Denk daarbij aan extra areaal voor specifieke natuurtypen of technische herstelmaatregelen, zoals plaggen om de heide in stand te houden.
Natuurinclusieve inrichting impliceert grote veranderingen
Een mogelijke transitie naar een natuurinclusief ingericht Nederland vergt grote veranderingen op sociaal, economisch en ruimtelijk gebied. Sleutelfactoren om deze opgave te realiseren zijn onder andere: een duidelijke (ruimtelijke) beleidsstrategie, de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen en financiële zekerheden voor ondernemers en een gestructureerde gedragsaanpak om burgers/consumenten mee te nemen in de benodigde transitie. Het Natuurinclusief-scenario impliceert met name voor de landbouw grote veranderingen. Deze bestaan uit een forse transitie van dierlijke naar plantaardige productiesystemen, een extensivering van dierlijke productiesystemen en meer gebruik maken van natuurlijke processen.
Het rapport Natuurverkenning 2050 – Scenario Natuurinclusief bevat de resultaten van het derde en laatste scenario van de Natuurverkenning 2050. PBL en WUR hebben de scenario’s van de Natuurverkenning 2050 samen ontwikkeld om de strategische keuzes in het natuurbeleid te voeden. De resultaten van de andere twee scenario’s zijn te vinden in de in 2020 verschenen Referentiescenario’s natuur - Tussenrapportage Natuurverkenning 2050.