Nieuwe biodiversiteitsafspraken staan centraal tijdens mondiale bijeenkomst Biologische Diversiteit
Wereldwijd neemt de biodiversiteit af en verslechtert de kwaliteit van de natuur. De meeste biodiversiteitsdoelen die landen binnen de Verenigde Naties voor 2020 overeen waren gekomen, zijn dan ook niet gehaald. Al zijn er enkele uitzonderingen, zoals het biodiversiteitsdoel om 17% van het landoppervlak wereldwijd te beschermen. Dat concludeerde het IPBES in 2019, het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem.
Het IPBES-rapport heeft echter ook een positieve boodschap. Alternatieve ontwikkelingstrajecten waarbij de natuur wordt beschermd, hersteld en duurzaam wordt gebruikt, zijn mogelijk. Via deze trajecten wordt tegelijkertijd bijgedragen aan het bereiken van andere duurzame ontwikkelingsdoelen zoals het aanpassen aan klimaatverandering, het vergroten van de voedselzekerheid en het waarborgen van gezonde steden en schoon water. Deze ontwikkelingen zijn echter alleen mogelijk als er transformaties plaatsvinden in economische, sociale, politieke en technologische systemen om de onderliggende oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken.
Opnieuw conferentie van de landen verenigd voor Natuur
Bovenstaande onderwerpen staan ook op de agenda van de 15e ‘Conference of the Parties’ (COP-15) onder de ‘Convention on Biological Diversity’ (CBD), die plaatsvindt in Montreal, Canada. Een van de beoogde uitkomsten van deze bijeenkomst is om overeenstemming te bereiken over een mondiaal beleidskader dat actie tot verandering van regeringen én de samenleving stimuleert om verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en natuur te herstellen.
De onderhandelingen voor de bescherming van biodiversiteit zijn ingewikkeld en nemen al decennia in beslag. De onderhandelingen vallen onder het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit.De drie hoofddoelen van het VN-Biodiversiteitsverdrag zijn het behoud van biodiversiteit, het duurzaam gebruik van biodiversiteit en het eerlijk delen van de voordelen van genetische hulpbronnen. Om de tien jaar maken of vernieuwen de landen hun gezamenlijke plan. In 2020 liep het CBD Strategisch Plan 2011-2020, inclusief de 20 zogenoemde Aichi-doelstellingen, af.
De onderhandelingen over dit nieuwe beleidskader Biodiversiteit voor 2021-2030 zijn al gestart in 2018, maar liepen vast vanwege de COVID-19-pandemie. Delen van de onderhandelingen werden online voortgezet, en zijn afgelopen maart in Genève live hervat. Definitieve beslissingen over het post-2020 Global Biodiversity Framework zullen naar verwachting worden genomen tijdens COP-15, die lange tijd gepland was in Kunming, China, maar nu is verplaatst naar Montreal in Canada, december 2022.
Kennis voor de CBD
Het PBL heeft de afgelopen jaren bijgedragen aan de kennisbasis voor de internationale onderhandelingen. In ons onderzoek analyseren we bijvoorbeeld toekomstige trends voor de mondiale biodiversiteit; maken scenario's over hoe biodiversiteitsdoelen behaald kunnen worden; laten zien op wat voor manier verschillende maatschappelijke actoren (bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven, steden, de financiële sector en landschapsinitiatieven) kunnen bijdragen aan de transities die nodig zijn voor de bescherming van biodiversiteit; en verkennen opties die kunnen bijdragen aan een effectiever internationaal akkoord over biodiversiteit. Onder aan deze pagina staat een beknopt overzicht van PBL-onderzoek en belangrijke publicaties en internationale rapporten en artikelen waaraan het PBL hebben bijgedragen.
Scenario’s voor wereldwijd biodiversiteitsherstel
Het PBL heeft twee scenariio’s ontwikkeld waarmee we mogelijke toekomsten voor de wereldwijde biodiversiteit verkennen met als titelHalf Earth en Sharing the Planet. Daarin kijken we naar de staat van biodiversiteit in alternatieve 'toekomsten', verkennen we opties voor biodiversiteitsherstel en presenteren we mogelijke oplossingsrichtingen om mondiale doelen te bereiken. In deze twee scenario’s hebben we het huidige academische en maatschappelijke debat over natuurbehoud en landbouw verwerkt. De scenario's laten zien wat er zou kunnen en moeten gebeuren om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en de natuur te herstellen, en laten zo zien wat er nodig is om de neerwaartse curve voor biodiversiteit om te buigen, en ook internationale doelen voor klimaat en voedelzekerheid te halen. De scenario’s zijn o.a. gebruikt voor de Global Biodiversity Outlook van de CBD.
In de wereld van het scenario Sharing the Planet zijn natuurlijke en menselijke systemen zo veel mogelijk geïntegreerd, waardoor er gedeelde en multifunctionele landschappen ontstaan waar de natuur wordt beschermd om zowel haar instrumentele als relationele waarden. In de wereld van het Half Earth-scenario wordt vooral de natuur beschermd, en voor dat natuurbehoud worden menselijke activiteiten gescheiden van de natuur. Dit betekent dat de landbouw verder op duurzame wijze moet intensiveren om natuurgronden te sparen, de voedselproductie te verhogen en de externe effecten op het milieu te verminderen.
In beide senario’s speelt het herstel van aangetast land en restoratie van natuur een belangrijke rol. Dit is verder uitgewerkt in een scenariostudie voor de Global Land Outlook van de UNCCD. Dit scenario zoomt in op maatregelen voor herstel en verbeterd landbeheer, evenals voor bescherming en instandhouding van belangrijke ecosystemen. Dat het belang van natuurherstel breed wordt onderkend blijkt ook uit de aankondiging van de Verenigde Naties om 2021 tot 2030 uit te roepen tot het VN-decennium voor herstel van ecosystemen (UN Decade on Ecosystem Restoration).
Met alleen natuurbeleid gaat het niet lukken om de mondiale doelen voor biodiversiteit te halen. Dat kan alleen als er een combinatie komt van een sterke beleidsinzet op natuurherstel en daarnaast ook op klimaatmitigatie en het hervormen van voedsel- en energiesystemen. Het bevorderen van natuurherstel en biodiversiteit vereist om te beginnen de inzet van grootschalige beschermings- en herstelmaatregelen voor de natuur. Daarnaast is ook beleid voor een verandering in productie- en consumptiepatronen noodzakelijk, om zo de indirecte oorzaken voor het verlies van natuur aan te pakken. Denk aan vermindering van vlees- en zuivelconsumptie, vermindering van voedselverspilling en verduurzaming van de landbouwproductie. Met deze maatregelen, die ook bijdragen aan het halen van de Parijs-doelen, valt veel synergie tussen natuur- en klimaatbeleid te behalen. Hoe de scenario’s verschillen als het gaat om biodiversiteit, mondiale temperaturen en voedselprijzen is te zien in een dynamische grafiek.
Een 'Whole of Society'-benadering voor natuurherstel
De inzet en de innovatiekracht van maatschappelijke partijen (zoals steden, regio’s, NGO’s en bedrijven) zijn van cruciaal belang om de hardnekkige trend van biodiversiteitsverlies om te buigen. Wereldwijd is deze urgentie voelbaar bij tal van partijen. In het nieuwe mondiale biodiversiteitskader benadrukken de VN-landen het belang van de de inzet van alle maatschappelijke actoren voor het realiseren van biodiversiteitsdoelen. In Nederland noemen we dit de natuur-inclusieve samenleving. Om de curve van het biodiversiteitsverlies bij te buigen is het noodzakelijk dat de hele samenleving actie onderneemt. De verandering zal dus ook van onderop moeten komen. De Actieagenda voor Natuur en Mensen van het CBD is een website waar steden, regio's, bedrijven, lokale gemeenschappen, de financiële sector en andere ngo’s laten weten welke acties ze ondernemen om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen en om te keren. De Actieagenda kan een belangrijke stap worden op weg naar het succes van deze Whole of Society-aanpak. In Nederland zijn de commitments van maatschappelijke organisaties voor natuur door IUCN, MVO Nederland en het Deltaprogramma Biodiversiteit bij elkaar gebracht.
Het PBL heeft geanalyseerd hoe verschillende actoren waaronder bedrijven, steden en in landschapsinitiatieven, kunnen bijdragen aan het realiseren van een natuur-positieve toekomst. Wat het effect is van hun initiaitieven is nog niet altijd even duidelijk. Daarom is het nodig dat er niet alleen voor landen, maar ook voor maatschappelijke partijen een effectief verantwoordings- en transparantiemechanisme ontwikkeld wordt.
De rol van steden in de nieuwe deal voor de natuur
De wereldbevolking woont grotendeels in of nabij steden (momenteel rond de 55%) en de verstedelijking zal, wereldwijd, naar verwachting doorzetten. De manier waarop steden worden ontwikkeld, ingericht, bewoond en gebruikt, is van invloed op de aard en omvang van het biodiversiteitsverlies en -herstel. Door de natuur te herstellen, valt in steden ook veel te winnen voor mensen – van het aanpakken van klimaatverandering tot het verbeteren van de gezondheid en hun fysieke, mentale en sociale welzijn. Wereldwijd is er een groeiend aantal initiatieven waarbij natuur wordt ingezet om steden gezonder, vitaler en aantrekkelijker te maken. Een deel van deze initiatieven draagt rechtstreeks bij aan het behoud en herstel van de biodiversiteit binnen de stadsgrenzen, terwijl andere op meer indirecte wijze bijdragen. Om de bijdragen van steden aan natuur-positieve ontwikkeling te vergroten, zijn fundamentele veranderingen nodig in de ontwikkeling van infrastructuur, zoals groenvoorziening en watersystemen. Daarvoor bestaat geen blauwdruk. Het wordt de opgave voor stedelijke beleidsmakers om natuurinclusieve ontwikkeling van de stedelijke infrastructuur gangbaar te maken, onder meer via regelgeving en financiering, en om daarbij ruimte te bieden aan maatschappelijke initiatieven. Bij de biodiversiteitsonderhandelingen van de afgelopen jaren kwam de rol van steden al regelmatig naar voren. In Montreal kunnen landen het momentum benutten om een stedelijk perspectief te verankeren in het post-2020 Global Biodiversity Framework.
De rol van bedrijfleven en de financiële sector
Om biodiversiteitsdoelen te bereiken zijn naast natuurbescherming en natuurherstel ook economische veranderingen nodig. Andersom zijn ook bedrijven en financiële instellingen gebaat bij behoud van biodiversiteit en natuur. Dit vraagt om innovaties en veranderingen aan zowel de consumptie-, verwerkings- als productiekant van nationale en internationale voedsel-, energie- en productketens. Voorbeelden zijn het produceren van niet-dierlijke bronnen voor eiwitten, duurzame energiebronnen en het circulair gebruik van materialen. Internationale afspraken zijn nodig over het afleggen van verantwoording door bedrijven en over het rekening houden met de waarde van natuur in de bedrijfsvoering.
Verlies aan biodiversiteit leidt tot financiële risico's en bedreigt de beschikbaarheid van ecosysteemdiensten, zoals hout, bestuivers en bodemvruchtbaarheid, waarvan economische activiteiten afhankelijk zijn. Hierdoor lopen banken, pensioenfondsen en verzekeraars die de fondsen voor deze economische activiteiten verstrekken fysieke risico's. Financiële instellingen lopen transitierisico's of reputatieschade op wanneer ze bedrijven financieren die een grote negatieve impact hebben op de biodiversiteit. Nationale overheden zullen richting moeten geven aan innovaties, en deze stimuleren met passend financieel beleid. Naast het stimuleren en ondersteunen van innovaties is het ook nodig om ongewenste praktijken uit te faseren, via bijvoorbeeld beprijzing en normering.
Inclusieve en integrale benadering in landelijk gebied is cruciaal
Met de toenemende concurrentie om ruimte en het besef dat de natuur een deel van de oplossing is als het gaat om het duurzaam beheren van verschillende met elkaar verbonden maatschappelijke functies en opgaven, is er behoefte aan een meer geïntegreerd en inclusief beheer van land- en watervoorraden. In het landelijk gebied komen de bescherming van natuur en biodiversiteit, voedselproductie, bosbouw en andere claims op het gebruik van ruimte samen. Een inclusieve landschapsbenadering die de verschillende claims op de ruimte met elkaar verbindt in combinatie met gerichte ruimtelijke ordening biedt de mogelijkheid om de beperkingen van het sectoraal beleid, vaak gericht op één opgave, te overstijgen. De conventionele beleidsbenaderingen waarbij land wordt verondersteld slechts één doel tegelijk te dienen, zoals landbouw of bosbouw, zijn niet langer levensvatbaar. Eén van de voorgestelde oplossingen is het combineren van supply chain- en landschapsbenaderingen om ‘natuurpositieve’ of ‘natuurinclusieve’ ontwikkelingstrajecten te ontwikkelen in agrarische productie- of landschappen waarbij economische sectoren zoals landbouw, bosbouw, visserij en hulpbronnenwinning betrokken zijn.
Een mondiaal raamwerk voor transformatief natuurbeleid
Om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en de natuur op weg te helpen naar herstel, moeten wereldwijd de economieën, overheidsbeleid en de waardenpatronen van burgers en bedrijven fundamenteel worden getransformeerd. Beslissingen moeten worden genomen op alle niveaus van de samenleving, het bedrijfsleven en de overheid.
Terwijl 'transformatieve verandering' centraal wordt gesteld in het nieuwe mondiale raamwerk voor biodiversiteit, moet blijken waar landen toe bereid zijn. Als dit nieuwe beleidskader transformatieve verandering voor natuur en mensen moet gaan inluiden, moet het meer zijn dan een document met ambitieuze doelen. Het moet ook implementatiemechanismen bieden om die doelen te bereiken. Het vereist het creëren van een positieve visie over de verschillende waarden van natuur en een verhaal over de verschillende mogelijkheden hoe deze visie op eerlijke wijze gerealiseerd kan worden, terwijl tegelijkertijd een nieuw gedeeld begripontstaat over de internationale samenwerkin en solidariteit die hiervoor nodig is. Dit vereist daarom ook een transformatie van het mondiale biodiversiteitsbeleid zelf.
Relevante PBL-publicaties en nieuwsberichten
- Nieuws | 14 maart 2022Voor relevante PBL-publicaties en nieuwsberichten zie het Engelstalig nieuwsbericht