PBL: Partijplannen overlappen op korte termijn, maar leiden tot totaal ander Nederland

De leefomgevingsambities van VVD, D66, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en Volt zoals verwoord in de verkiezingsprogramma’s voor de komende verkiezingen liggen op het eerste gezicht dichtbij elkaar. Ze willen allemaal een gezondere en duurzamere leefomgeving en de nationaal en internationaal afgesproken klimaat- en stikstofdoelen nakomen. Partijen maken echter wel fundamenteel andere keuzes om de doelen te halen. Dit heeft invloed op onze dagelijkse leefomgeving en leidt vooral op termijn tot een heel ander Nederland. Dat constateert het PBL na analyse van de programma’s van deze vijf partijen tegen de achtergrond van de grote leefomgevingsopgaven zoals klimaatverandering, de achteruitgang van de biodiversiteit en de stikstofcrisis.

Geïnteresseerd in de perspresentatie: kijk de analyse door het PBL en CPB terug.

Investeringen, woningbouwlocaties en prijsbeleid beïnvloeden de bereikbaarheid

Alle partijen investeren in een goedkoper en beter openbaar vervoer maar ChristenUnie, GroenLinks-PvdA en Volt hebben hier veel grotere bedragen voor gereserveerd. De VVD investeert als enige partij in een extra uitbreiding van het autosnelwegennet, terwijl vooral GroenLinks-PvdA, Volt en ChristenUnie hier veel op besparen. Ook de keuze van woningbouwlocaties is van invloed op de bereikbaarheid: GroenLinks-PvdA, D66, ChristenUnie en Volt willen woningbouw vooral binnen de steden houden, of tenminste gebundeld bij OV. VVD wil dat er op alle locaties meer wordt gebouwd, waardoor er ook buitenstedelijk extra woningen komen die minder makkelijk per OV bereikbaar zullen zijn. Bereikbaarheid gaat niet alleen over reistijd maar ook over kosten. De invulling van Betalen naar Gebruik verschilt sterk tussen de partijen. Zo stelt de VVD de invulling van betalen naar gebruik nog uit, terwijl Volt het hoogste tarief rekent.

Alle partijen dringen de milieueffecten van de luchtvaart terug, door hogere belastingen en/of door eisen aan gebruik van duurzame brandstoffen en/of door Schiphol te beperken. Bij de VVD is dit zeer beperkt, maar met name bij GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en Volt wordt de omvang van de luchtvaart in Nederland substantieel beperkt.

“De invloed van investeringen in de infrastructuur en ook van ander ruimtelijk beleid zijn altijd pas na enige tijd zichtbaar, het duurt even voor de nieuwe infrastructuur er ligt en er gedragsreacties zijn”, licht PBL-directeur Marko Hekkert toe. “Daarom zien we pas op de langere termijn grotere verschillen tussen de partijen.”

Alle partijen volgen minimaal de Klimaatwet

Wat klimaat betreft zien we voor de komende kabinetsperiode weinig verschil in emissiereductie tussen de onderzochte partijen: allemaal handhaven en bestendigen ze het Klimaatfonds en het meeste klimaatbeleid van Rutte IV. Deze plannen hebben al flinke effecten. Hekkert: “Er is al veel in gang gezet en het is lastig gebleken om de uitvoering verder te versnellen. En effecten van nieuw beleid zijn vaak pas jaren later zichtbaar.”

Voor de langere termijn valt op dat GroenLinks-PvdA, D66 en Volt klimaatneutraliteit al in 2040 willen bereiken. Zij combineren dit met forse extra lasten voor de industrie. GroenLinks-PvdA wil fossiele energie sneller uitfaseren dan de andere partijen. “Het lastige daarbij is dat wanneer het relatief kleine Nederland als enige hoge eisen stelt aan industrie en bedrijven, een afname van productie in Nederland waarschijnlijk is: als consumenten de spullen die ze maken nog altijd nodig hebben, dan verplaatst vervuiling zich over de grenzen. Daar schiet het mondiale milieu weinig mee op. Het is beter om met een brede coalitie van landen dit soort stappen te zetten, wat sommige partijen ook benoemen. Mondiaal gezien heeft het op de lange termijn ook effect om te proberen minder materialen te gebruiken of anders te consumeren. Alle partijen komen hiervoor met beleidsmaatregelen, al zijn ze niet allemaal even vérgaand en concreet. GroenLinks-PvdA en D66 zijn hiervoor in reikwijdte en concreetheid het meest onderscheidend”, legt Hekkert uit.

Opvattingen over de hervorming van de landbouw en het landelijk gebied lopen uiteen

Minder milieudruk door de landbouw, een verbetering van de natuurkwaliteit, beter dierwelzijn en een betere economische positie van boeren zijn in alle geanalyseerde verkiezingsprogramma’s het uitgangspunt van het beleid dat alle partijen voorstaan. De hervorming van het landelijk gebied die de partijen nastreven en de route waarlangs zij dat willen doen verschilt echter nadrukkelijk. De VVD legt de nadruk op een landbouwsector die wereldwijd voorop blijft lopen door haar kennis en innovatiekracht. De VVD wil net als de ChristenUnie de bestaande afspraken over stikstof en natuuruitbreiding handhaven. GroenLinks-PvdA, D66 en Volt willen juist de stikstof- en klimaatdoelen voor de landbouw aanscherpen en de natuur in Nederland fors uitbreiden. GroenLinks-PvdA, D66, de ChristenUnie en Volt willen de landbouw hervormen volgens kringloopprincipes met minder vee en veel meer natuur- en landschapsbeheer door boeren. Zij willen bovendien ketenpartijen en burgers via heffingen laten meebetalen aan natuur- en landschapsbeheer door boeren en verduurzaming van bedrijven.

Het tempo en de mate waarin de partijen de uitstoot van stikstof en broeikasgassen uit de landbouw terugdringen verschilt. D66, GroenLinks-PvdA en Volt willen naast vrijwillige uitkoopregelingen om de veestapel te krimpen, ook strikte regelgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een maximumaantal koeien per hectare of heffingen op broeikasgassen. Door deze aanvullende regelgeving loopt bij D66,

GroenLinks-PvdA en Volt de uitstoot meer terug dan bij de ChristenUnie en de VVD. Tegenover de extra emissiereducties bij D66, GroenLinks en Volt staat dat het economische perspectief van veel veehouders onder druk komt te staan. Hierdoor zal de veehouderijsector meer krimpen dan bij de VVD en de ChristenUnie. De verwachte natuurverbetering is het grootst bij Volt, D66, GroenLinks en de ChristenUnie. Deze partijen willen niet alleen de problemen in bestaande natuurgebieden aanpakken, maar willen ook de hoeveelheid natuur in Nederland uitbreiden. “De ambities van de partijen stellen de overheid voor een enorme taak”, aldus Hekkert. “Het is de vraag of de overheid dat wel kan waarmaken.”

Alle politieke partijen zijn uitgenodigd om hun partijprogramma aan te leveren voor de analyse; VVD, D66, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en Volt hebben gebruik gemaakt van dit aanbod. De rapportage van het PBL over de verkiezingsprogramma’s komt tegelijk uit met die van het CPB, die zich meer richt op budgettaire en economische effecten.

External video URL

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Verkiezingen en formatie

In aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer biedt het Planbureau voor de Leefomgeving politieke partijen aan om hun verkiezingsprogramma te laten analyseren.

Meer over verkiezingen en formatie