Lerende evaluatie op waarde beoordeeld

Bij de evaluatie van het Natuurpact is gewerkt met de relatief nieuwe methode van lerend evalueren. Een rapport waarin deze methode door de VU op waarde is beoordeeld is nu beschikbaar.

Het PBL en WUR hebben de evaluatie van het Natuurpact uitgevoerd in de vorm van een ‘lerende evaluatie’. Er valt namelijk veel te leren in de nieuwe bestuurlijke context waarbij twaalf provincies op hun eigen manier hun natuurbeleid uitwerken en uitvoeren. Bovendien is de opgave voor de Europese biodiversiteitsdoelen groot en zijn de ambities verbreed om ook de samenleving meer bij het natuurbeleid te betrekken. Lerend evalueren betekent dat we evalueren samen met betrokkenen bij het natuurbeleid. We verwachten dat lerend evalueren de kwaliteit van kennis, de bruikbaarheid en daardoor ook de impact van het onderzoek zou vergroten.

Omdat lerend evalueren een relatief nieuwe methode is, heeft het PBL heeft het Athena Instituut van de Vrije Universiteit (VU) gevraagd om het evaluatieproces mede te ontwerpen en faciliteren en de opbrengsten van de lerende evaluatie te evalueren. De VU heeft onderzocht wat de lerende evaluatie heeft opgeleverd, welke factoren daaraan hebben bijgedragen en in hoeverre dit overeenkomt met oorspronkelijke doelen en verwachtingen die ten grondslag lagen aan de keuze voor deze nieuwe methode.

Een belangrijk bevinding van de VU in dit onderzoek is dat de lerende evaluatie op verschillende manieren van waarde is geweest voor de betrokkenen van het Rijk en de provincies. Zowel op het niveau van de provincies als het collectieve niveau van het gezamenlijk netwerk dat is ontstaan gedurende het evaluatieproces. De VU doet in het onderzoek daarnaast aanbevelingen om de aanpak te verbeteren en om openstaande kennisbehoeften in te vullen: betrek een bredere groep stakeholders bij de evaluatie met onder andere maatschappelijke partners, en blijf zoeken naar een balans tussen leren en verantwoorden.