Positionering

Beleidsevaluatie dient altijd ter verbetering van de kwaliteit van vastgesteld en voorgenomen beleid. Hoe een evaluatie wordt verondersteld hieraan bij te dragen, verschilt echter per methodiek en per ‘evaluatieschool’ waarin deze zijn grondslag vindt (Kunseler & Vasileiadou, 2016). Twee kenmerkende verschillen tussen lerend evalueren en wat we voor het gemak meer reguliere evaluatiemethoden noemen, betreft het doel en de timing van de evaluatie.
Bij reguliere beleidsevaluatie is het voornaamste doel het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid: de mate waarin beleidsdoelen worden bereikt en tegen welke kosten. Met effect- en impactmetingen wordt bepaald in welke mate het beleid bijdraagt aan de beleidsdoelen. Zo’n reguliere evaluatie vindt plaats aan de voorkant van een beleidsproces (ex ante) of aan de achterkant, nadat het beleid is uitgevoerd (ex post).
Bij lerend evalueren staat het beoordelen van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid echter ten dienste van het begrijpen van de werking van dit beleid. Door te begrijpen waarom en wanneer (in welke situaties) een beleidsaanpak wel of niet werkt, en hoe bepaalde knelpunten kunnen worden opgelost, kan uiteindelijk worden bijgedragen aan aanpassen, bijsturen en het transformeren van het beleid. Een lerende evaluatie vindt plaats tijdens het beleidsproces (ex durante).

Transities evalueren

De noodzaak tot maatschappelijke transformatie wordt onderkend in het publieke/politieke debat en binnen de overheid zelf. Steeds vaker wordt via systeem-, transitie- of missiegedreven beleid gezocht naar manieren om transformaties te versnellen. Dit is echter relatief nieuw terrein, waardoor er nog veel vragen spelen, bijvoorbeeld over de inzet en effectiviteit van instrumenten en monitoring/evaluatie (ter Weel et al. 2022).
Lerend evalueren leent zich voor beleidsprogramma’s die zich richten op lange termijn veranderopgaven waarvoor de meest effectieve en efficiënte route niet op voorhand te kennen valt, en die in een voortdurend zoekproces vormkrijgen. Een lerende evaluatie voedt dit zoekproces en helpt om te verklaren via welke mechanismen beleid kan bijdragen aan de veranderopgave. Een lerende evaluatie van transitiebeleid richt zich dus op het verklaren van processen of dynamieken van transformaties. Met onder meer de Lerende evaluaties van het Interbestuurlijk programma Vitaal Platteland en het klimaatbeleid neemt het PBL een voorhoedepositie in om evaluatiekaders voor transitiebeleid te ontwerpen én toe te passen, in samenspel met beleid zelf. De intentie is om daarmee het vermogen van overheden te vergroten om sturing te kunnen geven aan maatschappelijke transformaties.