Uit de praktijk

De provincies geven op eigen wijze invulling aan hun natuurbeleid. Dat kan leiden tot een nieuwe aanpak. De provincies en het Rijk willen graag leren van elkaars aanpak en ervaringen. Uit een inventarisatie van het provinciale beleid in 2015 hebben WUR en PBL een eerste selectie gemaakt van een aantal beleidsvernieuwingen die in opkomst zijn in meerdere provincies.

Nieuwe uitvoeringsarrangementen

Provincies kiezen er steeds vaker voor om de uitvoering van het natuurbeleid gedeeltelijk uit te besteden aan externe partijen. We spreken in dit verband van ‘nieuwe uitvoeringsarrangementen’. Provincies maken afspraken met externe partijen die taken en verantwoordelijkheden van de provincie overnemen, bijvoorbeeld op het vlak van gebiedsregie, grondverwerving, functieverandering, inrichting of beheer. Soms gaat het om nieuwe partijen, zoals actieve burgergroepen, die zich voor het eerst met de uitvoering van natuurbeleid gaan bezighouden. Vaak ook gaat het om bestaande organisaties, zoals terreinbeheerders, die al een belangrijke rol vervulden in bijvoorbeeld het beheer van natuurgebieden maar nu nieuwe rollen oppakken. De verwachting is dat deze externe partijen sneller en goedkoper dan de provincie de natuuropgave kunnen realiseren. Onder meer omdat zij beter in staat zijn dan de provincie om lokale organisaties, burgers en ondernemers te betrekken.

Voorbeeld: Hattemerpoort in Gelderland

Provincie Gelderland wil bij de ontwikkeling en beheer van een Gelders natuurnetwerk meer samenwerken met bestaande natuurpartners maar ook met nieuwe partners. Er zijn 29 gebieden geselecteerd, waar de provincie de ontwikkelopgave wil laten uitvoeren door partners. Een van deze gebieden is de Hattemerpoort. Een belangrijke ecologische verbinding tussen Veluwe en de IJssel met aansluiting op Salland. De Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) meldde zich bij de provincie om hier als gebiedsregisseur uitvoering te geven aan het natuurbeleid. De GNMF was al bekend met het gebied omdat zij in 2008 tegen de uitbreiding van de Hattemerhaven in het gebied was en ambities heeft om natuur in het gebied te realiseren. De GNMF is begonnen met een gebiedsverkenning en heeft een aantal doelen geformuleerd:

  • Realiseren van een verbinding tussen Veluwe massief via Uiterwaarden naar IJssel door de heidegebieden te verbinden, obstakels op te lossen en wegen en Apeldoorns kanaal passeerbaar te maken
  • Ca. 200 ha nieuwe natuur in de uiterwaarden Hattem-Heerde (Hoenwaard)
  • Meer recreatieve voorzieningen: wandel- en fietsroutes plus oplossen knelpunten campings Ennerveld en Kromholt.

Meer weten?

Robert Jan Fontein (robertjan.fontein@wur.nl) en Wiebren Kuindersma (wiebren.kuindersma@wur.nl)

Natuur op uitnodiging

Verschillende provincies nodigen burgers en bedrijven uit om natuur te realiseren in de bij de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (AHS) afgevallen gebieden. Bijvoorbeeld door medewerking te verlenen aan initiatieven van burgers en bedrijven die op hun beurt weer een bijdrage leveren aan de provinciale natuurdoelen. De verwachting hierbij is dat burgers en bedrijven natuur realiseren waaraan ze zelf financieel bijdragen

Voorbeeld: Langesteeg in Utrecht

Provincie Utrecht heeft in 2011 samen met diverse partners het natuurnetwerk in Utrecht herijkt. Hierbij is het beoogde natuurnetwerk met 3000 ha verkleind. Dit gebied is aangewezen als de Groene Contour. In dit gebied geeft de provincie meer mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen, op voorwaarde dat deze ontwikkelingen gecombineerd worden met investeringen in de natuur.

Foto van natuur in de Langesteed

De provincie nodigt partijen uit om met initiatieven te komen. Een voorbeeld is de gebiedsontwikkeling Langesteeg, ca. 200 ha nabij Leusden. In dit gebied wil bouwbedrijf Heijmans investeren in natuur en landschap in ruil voor het bouwen van woningen. De gemeenteraad van Leusden ging echter niet akkoord met het plan en kiest vooralsnog voor het standpunt ‘geen rood voor groen’. Momenteel ligt de gebiedsontwikkeling stil. De Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) trekt nu het proces en bekijkt wat er mogelijk is om de natuur in het gebied te verbeteren.

Meer weten?

Robert Jan Fontein (robertjan.fontein@wur.nl) en Wiebren Kuindersma (wiebren.kuindersma@wur.nl)

Faciliteren groene burgerinitiatieven

Provincies willen vaker initiatieven van burgers faciliteren die bijdragen aan de natuur. Ze doen dat door bijvoorbeeld subsidie te verstrekken en mensen bij elkaar te brengen en kennis uit te wisselen. En er komt meer ruimte voor experimenten en nieuwe initiatieven. Ook zetten provincies in om belemmeringen weg te nemen en om de risico’s te delen. De provincies verwachten dat met het faciliteren van groene burgerinitiatieven de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur wordt vergroot.

Voorbeeld: Natuurtuin Stokhasselt bij Tilburg

Met het programma ‘Natuur en Samenleving’ wil de provincie Noord-Brabant meer mensen en organisaties betrekken bij de zorg voor natuur. Zo geeft de provincie, via de gemeentes, subsidie aan burgerinitiatieven. Gemeentes kunnen hiervoor bij de provincie projecten indienen die groene burgerinitiatieven versterken of stimuleren. Een voorbeeld is de Natuurtuin Stokhasselt. De gemeente Tilburg is met bewoners van de wijk Stokhasselt bezig om een buurtpark te ontwikkelen waarin bewoners zelf de zorg voor het beheer gaan dragen. De gemeente heeft de aanleg van de tuin aanvankelijk zelf gefinancierd. Met de subsidie van de provincie zijn in de buurtuin o.a. de aanleg van een pad en banken door professionals gerealiseerd.

Meer weten?

Dana Kamphorst (dana.kamphorst@wur.nl) en Arjen Buijs (arjen.buijs@wur.nl)

Nieuw subsidiestelsel agrarisch natuurbeheer

Per 1 januari 2016 is een nieuw subsidiestelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLB) van kracht. Doel van deze nieuwe regeling is het agrarisch natuurbeheer doelgerichter, effectiever en eenvoudiger en met minder uitvoeringskosten van de grond te krijgen. Het gaat hier om natuurbeheer door boeren, buiten het natuurnetwerk om. Het agrarisch natuurbeheer moet zich meer dan in het verleden richten op zogenaamde kerngebieden: daar waar de condities voor het bereiken van ecologische resultaten optimaal zijn. Een ander nieuw element is dat de provincie contracten afsluit met collectieven in plaats van met individuele boeren.

Voorbeeld: Drenthe zet subsidie-budget doelgericht in

De provincie Drenthe heeft samen met gebiedspartijen een plan opgesteld en keuzes gemaakt om het beschikbare subsidiebudget doelgerichter en ecologisch effectiever in te zetten dan het geval was onder het oude subsidiestelsel. Dat betekent dat er sommige gebieden zijn afgevallen, maar er zijn ook nieuwe gebieden op de kaart gezet. Bij de keuzes is sterk gelet op de natuurdoelen. Zo wordt het beschikbare budget voor droge dooradering vooral ingezet in gebieden die belangrijk zijn voor de instandhouding van internationale diersoorten. Het nieuwe subsidiestelsel ANLB moet naast meer ecologische effectiviteit ook zorgen voor een verlaging van de kosten. Dit kan volgens de provincie Drenthe doordat er slechts één collectief in Drenthe is waardoor de uitvoering via één contract loopt, in plaats van honderden contracten met individuele boeren. De verwachting is dat de organisatiekosten van het stelsel maximaal 20% bedragen, in tegenstelling tot 45% in het oude stelsel.

Meer weten?

Wim Nieuwenhuizen (wim.nieuwenhuizen@wur.nl) en Wiebren Kuindersma (wiebren.kuindersma@wur.nl)

Stimuleren procesbeheer van natuur

Hierbij gaat het om nieuwe vormen van natuurbeheer, gericht op het herstel van of het meebewegen met natuurlijke processen. “Laat de natuur zelf zijn gang gaan”. De verwachting is dat deze vorm van natuurbeheer goedkoper is dan het bestaande beheer en bovendien leidt tot betere ecologische resultaten.

Voorbeeld: De Maashorst in Noord-Brabant

De Maashorst is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Noord-Brabant, gelegen in de gemeenten Bernheze, Uden, Landerd en Oss. Staatsbosbeheer en de vier gemeenten zijn de grootste grondeigenaren. Het is een natuur- en cultuurlandschap met bossen, heidevelden, stuifduinen, vennen, weiden en kronkelbeekjes. Het gebied heeft vele grondeigenaren (landbouw, vier gemeenten, Staatsbosbeheer) en functies (landbouw, natuur, recreatie, bosbouw, jacht). De vele belangen en partijen zijn vertegenwoordigd in de Stuurgroep Maashorst. In 2009 legde deze Stuurgroep haar visie vast in het Maashorst Manifest met een beschrijving van hoe zij het gebied in 2020 ziet. Meest controversiële deel van het Maashorst Manifest is een plan om de huidige landbouw terug te trekken uit de natuurkern en natuurschil. Onder meer door verplaatsing naar het gebied eromheen. In 2013 gaven de provincie Noord-Brabant en de Maashorstgemeenten aan ARK Natuurontwikkeling de opdracht om 180 ha aan te kopen en in te richten als natuur. Daarnaast richt ARK 58 ha reeds verworven landbouwgrond in als natuur. Het natuurgebied wordt omringd door agrarisch landschap, dorpen en steden. Voor de natuurontwikkeling wordt de focus van inrichting en beheer verlegd naar het op gang brengen van natuurlijke processen. Daarvoor wordt ingezet op begrazing, bosontwikkeling, herstel van het watersysteem, faunabeheer en ontsnippering.

Meer weten?

Wiebren Kuindersma (wiebren.kuindersma@wur.nl)

Stimuleren natuur-inclusieve landbouw

Provincies zoeken naar nieuwe manieren om - buiten de bestaande subsidieregelingen - agrariërs in te schakelen bij het realiseren van het natuurnetwerk. Het gaat vaak om een soort mengvorm tussen particulier beheer en agrarisch natuurbeheer. De verwachting hierbij is dat dit leidt tot aangepast agrarisch grondgebruik waarmee ook natuurdoelen van de provincie worden gerealiseerd

Voorbeeld: De noordrand van de Krimpenerwaard in Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland heeft eind 2013 ingestemd met een herijkte Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en gaf daarmee invulling aan de bezuinigingen op het natuurbudget van het Rijk. Voorheen lag de nadruk in de EHS op het vervangen van agrarisch gebied door natuur. Nu vergroot de provincie de mogelijkheden van agrariërs om natuur te beheren als onderdeel van hun bedrijfsvoering. Dit principe past de provincie vooral toe bij de noordrand van de Krimpenerwaard, bij de blokken Veerstalblok, Middelblok en Kattendijksblok. Het doel in de noordrand is ‘natuur en koeien’ te combineren, een integratie van natuur en veehouderij. Omdat geen enkele situatie gelijk is, is hier sprake van maatwerk in afspraken en vergoedingen. Het zal gaan om afspraken met individuele boeren, dan wel met groepen. Inmiddels zijn in de noordrand gesprekken gevoerd met grondeigenaren om de wensen te inventariseren.

Meer weten?

Dana Kamphorst (dana.kamphorst@wur.nl) en Wiebren Kuidersma (wiebren.kuidersma@wur.nl)

Natuur en economie

Provincies willen de relatie tussen natuur en economie versterken. Natuur wordt hierbij steeds meer als een kapitaalgoed gezien: het is waardevol en kost geld. Door te investeren en te beheren neemt het kapitaal toe. Overexploitatie of niet investeren betekent uitputting. Zeker is dat er steeds meer aandacht komt voor de vele kansen die de natuur de mens biedt. Denk bijvoorbeeld aan wateropvang in natuurgebieden en bestuiving van landbouwgewassen door bijen.

Voorbeeld: Dijkversterking in Groningen

In de Eemsdelta wil de provincie Groningen dijkversterking combineren met landbouw en natuur. In plaats van de traditionele verhoging is gezocht naar andere manieren om de kustzone te versterken. Twee dijkconcepten zijn hier van toepassing:

  • de dubbele dijk waarbij er een tweede dijk achter de huidige dijk gebouwd wordt; het tussengebied wordt dan gebruikt voor zilte landbouw en slibwinning voor dijkbouw;
  • de rijke dijk waarbij er natuur wordt toegevoegd aan de dijk.

Meer weten?

Robert Jan Fontein (robertjan.fontein@wur.nl)