Evaluatie van de zomersmogsituatie in 1994

Publicatie

In Nederland bestaat sinds 20 juni 1991 een smogregeling, het zogenaamde Modeldraaiboek Smog 1991. In dit modeldraaiboek zijn afspraken gemaakt voor de onderlinge informatievoorziening en de te volgen procedures, maatregelen en aanbevelingen tijdens perioden met verhoogde luchtverontreiniging (zomer- en wintersmog). Verder wordt melding gemaakt van welke partijen (ministerie van VROM, provincies en RIVM) waar verantwoordelijk voor zijn. Dit rapport geeft een overzicht van de in de zomer van 1994 in Nederland opgetreden zomersmog.

Zomersmog bestaat uit een mengsel van een aantal luchtverontreinigende stoffen. Hiervan is ozon de meest bepalende component voor effecten op de gezondheid van de mens. De ozonconcentraties, die gemeten zijn in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), zijn getoetst aan de Nederlandse ontwerpnorm voor ozon en aan de normen vastgelegd in de Europese ozonrichtlijn. Fotochemische luchtverontreiniging is in de zomermaanden van 1994 frequent opgetreden. In totaal zijn 26 smogdagen voorgekomen. Onder een smogdag wordt verstaan: een dag waarop ergens in Nederland een uurgemiddelde ozonconcentratie hoger dan 180 mug m-3 (matige smog) wordt gemeten. De smogdagen zijn eind juni, en bijna de hele maand juli en begin augustus opgetreden. Op 9 dagen is het niveau ernstige smog (ozonconcentratie hoger dan 240 mug m-3) bereikt.

In de zuidelijke/zuidoostelijke helft van Nederland is vaker een verhoogd ozonniveau opgetreden dan in de rest van Nederland. In 1994 zijn overschrijdingen van zowel grens-, richt- en streefwaarden van de Nederlandse ontwerpnorm geconstateerd. De grenswaarden voor het 1-uur- en 8-uurgemiddelde zijn overschreden op respectievelijk 1 en 16 stations van het LML. De richtwaarden voor het 1-uur- en 8-uurgemiddelde zijn in veel gevallen overschreden. Bij de toetsing van de vijf drempelwaarden uit de EU-richtlijn zijn in 1994 overschrijdingen geconstateerd. De drempelwaarde ter bescherming van de volksgezondheid is in heel Nederland in ruime mate overschreden, het meest in het zuidoosten van Nederland. Beide drempelwaarden ter bescherming van de vegetatie zijn in 1994 ook op ruime schaal overschreden. De drempelwaarde voor het informeren van de bevolking is op diverse plaatsen (op 26 verschillende dagen) overschreden. De drempelwaarde ter alarmering van de bevolking is in Nederland niet overschreden.

Twee maal per dag wordt door het RIVM een smogbericht gepubliceerd. In dit smogbericht, waarin Nederland is onderverdeeld in 5 regios, wordt een smogverwachting voor een en twee dagen vooruit in de tijd gegeven. Het beeld van de presentaties van de smogverwachting van 1994 sluit aan op dat van 1993. Bij lage ozonniveaus blijkt het smogbericht gemiddeld een beperkte overschatting (circa 10 mug m-3) te geven ten opzichte van de gemeten ozonconcentraties, bij hogere ozonconcentratie vindt gemiddeld een onderschatting plaats van vergelijkbare omvang.

De spreiding in de smogverwachting ten opzichte van de gemeten waarden is verscheidene tientallen mug m-3. Bij de smogverwachtingen per regio zorgt deze spreiding, in 60% van de gevallen, voor een onterechte melding van matige smog. Daarentegen wordt het optreden van matige smog in een regio in 65% van de gevallen correct vooraf gesignaleerd. Bij een beschouwing van Nederland als geheel blijkt in 1994 dat 5 keer van de 24 keer in het smogbericht sprake is geweest van matige smog terwijl dat nergens in Nederland is opgetreden. Op 19 dagen (80%) was de verwachting dus terecht. Van de 26 dagen dat er ergens in Nederland matige smog is opgetreden, zijn deze 19 keer (70%) ook van te voren verwacht.

Auteurs

Doesburg MJ van

Kenmerken

Publicatietitel
Evaluatie van de zomersmogsituatie in 1994
Publicatiedatum
30 september 1995
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
90107