Ruimte in debat 2006/04

Inhoud

Sommige deskundigen vrezen dat de opkomst van het e-shoppen tot een erosie van de binnenstad zal leiden; anderen zijn ervan overtuigd dat met andere vormen van vrijetijdsbesteding de aantrekkelijkheid en levendigheid van de binnenstad is gegarandeerd. Een middagje winkelen in de binnenstad, met haar gevarieerde winkelaanbod, haar architectuur en ander stedenschoon, cafés en andere ontmoetingsmogelijkheden, musea en amusementsvoorzieningen, is immers een heel andere belevenis dan een uurtje surfen langs de elektronische verkooppunten.

Jesse Weltevreden (RPB) poneert in zijn essay de genuanceerde stelling dat enerzijds het veranderend winkelgedrag als gevolg van e-shoppen het bezoek aan binnensteden (nog) niet aantast, terwijl anderzijds de groei in de markt grotendeels online plaatsvindt. Dick van Doleweerd, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Binnenstad Ondernemers, moedigt ondernemers weliswaar aan zich ook digitaal te organiseren, maar constateert tegelijkertijd de opkomst van een tegengestelde beweging: e-tailers openen zelf traditionele winkels in de binnensteden. Willem van Winden, onderzoeker bij de Rotterdam School of Economics and Business Economics van de Erasmus Universiteit, houdt ons de spiegel voor dat funshoppen een onvervangbare beleving blijft. Denk aan een boekwinkel waar je ook uitgebreid kunt lunchen of lezingen bijwonen.

Ton van Rietbergen, economisch geograaf aan de Universiteit Utrecht, blikt terug op de verwachtingsvolle intrede van het internet en de opkomst van de nieuwe economie. Hij vraagt zich af welke rol er in de toekomst nog is weggelegd voor de geografie in het algemeen en afstand in het bijzonder.

In de column tot slot houdt Kees Volkers zich verre van de digitale snelweg: een rondgang door de Mijnstreek en langs oude spoorlijnen.