Studie over ruimtelijke aspecten en de maximale bijdrage van duurzame energie
In Nederland spelen ruimtelijke aspecten een belangrijke rol bij de bijdrage van duurzame energie. Voorbeelden zijn het vinden van geschikte locaties voor windenergie op land, de relatie tussen wind op zee en andere gebruiksfuncties op de Noordzee en het forse ruimtebeslag van energieteelt. De plaatsing van windturbines in Nederland blijft, ondanks diverse vormen van financiële stimulering voor windturbines, moeizaam verlopen.
Eind 2001 was het feitelijk geplaatste windvermogen 488 MWe, wat overeenkomt met een CO2-reductie-effect van circa 0,5 miljard kg/jaar (ter vergelijking: de totale Nederlandse emissies bedroegen 183 miljard kg in 2001). De voornaamste barrières zijn de beperkte beschikbaarheid van locaties in de ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten en de lange doorlooptijd van de planologische en bezwaarprocedures om nieuwe locaties beschikbaar te maken. Afhankelijk van het bestuurlijk draagvlak kan door windenergie op land maximaal 0,5 à 1,0 miljard kg CO2 extra worden gereduceerd. Door windenergie op zee zou maximaal 10 miljard kg CO2 te reduceren zijn. Dit blijkt uit een studie die het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft uitgevoerd in opdracht van het Milieu- en Natuurplanbureau – RIVM.
Meer informatie is te vinden in het rapport: "Duurzame energie en ruimte. De potentiële bijdrage van duurzame energie aan CO2-reductie in Nederland".