Climate change and a European low-carbon energy system
De Europese Milieuverkenning van het EEA gaat met een speciaal rapport in op de gevolgen van klimaatverandering en op de mogelijkheden voor Europees klimaatbeleid na 2012 voor het Europees energiesysteem.
De belangrijkste bevindingen
De Europese Unie heeft als doelstelling om een mondiale temperatuurtoename van meer dan 2 graden te voorkomen. Hiervoor is mondiale en Europese actie nodig. De landen van de Europese Unie hebben afgesproken om het initiatief te nemen voor een transitie naar een emissie-arme toekomst met beperkte effecten op de Europese economie. Zonder aanvullend beleid zal naar verwachting klimaatverandering tot steeds meer nadelige effecten leiden zoals meer en ernstiger overstromingen, droogte en hittegolven en andere weersextremen die waterbeschikbaarheid, natuur, landbouw en de gezondheid beïnvloeden. In een eerder rapport van het EEA ('Impacts of Europe's changing climate') waaraan het MNP een belangrijke bijdrage leverde, werden de gevolgen van klimaatverandering beschreven zoals die nu al in Europa zijn waargenomen.
Europa kan de temperatuurdoelstelling alleen bereiken door samenwerking met andere landen. Er is verondersteld dat de Europese Unie zich zal verplichten om de broeikasgasemissies vóór 2030 te reduceren met tenminste 40%, ten opzichte van het niveau in 1990. Met name in de energiesector, verantwoordelijk voor 80 procent van de Europese broeikasgas emissies, zijn hiervoor aanzienlijk investeringen nodig.
Europa kan de reductie het meest kosteneffectief realiseren door een combinatie van maatregelen in Europa en mondiale emissiehandel. Indien geen aanvullend klimaatbeleid na 2012 wordt gevoerd, kunnen de Europese broeikasgasemissies in de EU-25 stijgen met 10 procent in 2030 ten opzichte van 1990 en voor Nederland zelfs met 30 procent. Met kosteneffectief klimaatbeleid na 2012 kunnen door Europese maatregelen de Europese broeikasgasemissies tot circa 15 procent (CO2 -11 procent) beneden het 1990 niveau uitkomen. In combinatie met een sterke Europese stimulans voor hernieuwbare energiebronnen kan in Europa zou een reductie van ruim 20 procent bereikt kunnen worden.Voor Nederland liggen deze cijfers op -2 procent respectievelijk -11 procent. De kosten kunnen uitkomen op ongeveer 0.6 procent van het GDP in 2030, gebaseerd op een Europese koolstofprijs van 65 Euro per ton vermeden CO2 equivalent. De maatregelen hebben een aantal additionele voordelen zoals extra reductie van luchtverontreinigende emissies, toename van de energie-leveringszekerheid en extra werkgelegenheid.
De technologische opties voor een transitie naar een emissie-arm Europees energiesysteem zijn nu al beschikbaar, zoals verhoging van de energie-efficiency en een versterkte inzet van hernieuwbare energiebronnen zoals biomassa in de energie- en transportsector. Het stopzetten van milieuschadelijke energiesubsidies (in Europa is dit ruim € 20 miljard per jaar) is hiervoor wel nodig.
In alle uitkomsten blijkt transport een van de moeilijkste sectoren om een emissiereductie te bereiken. In alle scenario’s groeien de CO2 emissies in de transportsector, tot 25-30 procent boven de 1990 niveaus in 2030.
Dit rapport is opgesteld door een consortium van acht Europese onderzoeksinstellingen, geleid door het Milieu en Natuurplanbureau. Het MNP leidt het Thematisch Centrum voor Lucht en Klimaatverandering van het Europees Milieu Agentschap (EEA). Het rapport is uitgegeven door het EEA.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Climate change and a European low-carbon energy system
- Publicatiedatum
- 29 juni 2005
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Engels
- Productnummer
- 91511