Broeikasgasemissies in Nederland 1990-2004
Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is op verzoek van het Ministerie van VROM opgesteld om te voldoen aan de nationale rapportageverplichtingen in 2006 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie.
Broeikasgas emissies in Nederland
Dit rapport beschrijft:
- de uitstoot (emissies) van broeikasgassen in de periode 1990-2004 berekend volgens de IPCC voorschriften;
- een analyse van zogenaamde sleutelbronnen en de onzekerheid in hun emissies volgens de 'Tier 1'-methodiek van het IPCC-rapport over 'Good Practice guidance';
- documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren;
- een overzicht van het kwaliteitssysteem en de validatie van de emissiecijfers voor de Nederlandse Emissieregistratie.
Emissieontwikkeling 1990-2004
In 2004 waren de totale broeikasgasemissies circa 2% hoger dan in het basisjaar (1990, maar 1995 voor de gefluorideerde gassen), zie figuur 1. De in het rapport gepresenteerde broeikasgasemissies zijn opgesteld volgens de IPCC definitie, dat wil zeggen exclusief temperatuurcorrectie, CO2 van verbranding van biomassa, verandering landgebruik en bos (LULUCF) en internationale bunkeremissies (brandstof voor schepen en vliegtuigen). In periode 1990-2004 zijn de emissies van CO2 met 13% toegenomen, terwijl de CH4 en N2O-emissies met respectievelijk 32% en 16% afnamen. Van de fluorhoudende gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, nam de totale emissie met circa 75% af. De HFK- en PFK-emissies namen met respectievelijk 75% en 85% af in 2004 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van SF6 met 9% toenamen.
Methodebeschrijvingen
De NIR 2006 is de eerste rapportage waarin integraal gebruik is gemaakt van de geactualiseerde methoden, zoals vastgelegd in protocollen. Deze protocollen vormen onderdeel van het ‘National System’ en leggen de methoden vast voor zowel het basisjaar (1990 voor CO2, CH4 en N2O en 1995 voor de fluorhoudende gassen) als voor de emissies in de periode tot en met 2012. Deze NIR 2006 is daarnaast van extra belang, omdat dit rapport mede onderdeel vormt van het Initial Report onder het Kyoto Protocol. Mede op basis van dit rapport wordt dan ook door de UNFCCC beoordeeld of het Nederlandse monitoring en accountingsysteem voldoet aan de eisen van het Kyoto protocol en of de toegestane emissie onder het Kyoto Protocol (‘Assigned Amount’) wordt geaccepteerd.
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige rapportage
Op basis van een meetcampagne en een tijdreeksanalyse van Gasunie Transport Services (GTS) is de CO2-emissiefactor voor aardgas die Nederland tot nu toe hanteerde (56,1 kg/GJ) bijgesteld naar 56,8 kg/GJ. De CO2-emissies nemen door dit nieuwe inzicht over de gehele tijdreeks toe met circa 1 Mton. Andere wijzigingen zijn:
- nieuwe emissiereeksen van CO2 en CH4 van olie- en gaswinning, transport en distributie;
- een nieuwe emissiereeks voor CO2 van rookgasontzwaveling;
- een verfijnde methode voor CH4 emissies van pensfermentatie;
- betere basisdata voor berekeningen van CO2-emissies van landgebruik en bos (LULUCF);
- betere basisdata voor de berekening van fluorhoudende gassen (F-gassen);
- toevoeging van een nieuwe (kleine) emissiebron, namelijk de CO2 emissie van ethyleenproductie.
IPCC-voorschriften
De emissies zijn berekend volgens de voorschriften van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Volgens deze voorschriften worden de emissies door verbranding van biomassa (hout, organisch afval, maar ook biogas) niet meegeteld. Door hun kort-cyclische aanwezigheid in de atmosfeer dragen ze niet bij tot een verhoging van de CO2-concentratie. Bij N2O worden de emissies door biogene processen in het oppervlaktewater wel meegenomen.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Broeikasgasemissies in Nederland 1990-2004
- Publicatiedatum
- 9 november 2006
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Engels
- Productnummer
- 91877