Blog: Barrières slechten

Publicatie

Dit blog verscheen in een special van Tijdschrift Milieu over de gezonde stad. Deze special belichtte diverse perspectieven op duurzaam gezonde, intelligente, inclusieve en zorgzame steden. Tijdschrift Milieu is een uitgave van VVM, netwerk van milieuprofessionals.

De stad moet de economie aanjagen. Ze moet aan allerlei groepen in de samenleving huisvesting bieden, liefst in een aantrekkelijke omgeving. Tegelijkertijd moet ze meehelpen een Energiewende te bewerkstelligen en de gezondheid van stedelingen bevorderen. Dat is nogal wat – het beleid heeft duidelijk hoge verwachtingen van de stad. Dat geldt zowel voor de Rijksoverheid als voor de steden zelf.

Gelukkig schrikken gemeenten niet van wat van hen wordt verlangd. Integendeel, velen tonen zich ambitieus en zetten nog een tandje bij. De hoop is met name gevestigd op experiment en innovatie. De gedachte is dat wat nu nog niet mogelijk is – technisch, beleidsmatig of anderszins – binnen handbereik komt als steden ruimte bieden aan nieuwe werkwijzen. Een mooie gedachte. Steden zijn hiervoor inderdaad uitermate geschikt. Er lopen veel slimme, creatieve mensen rond, die elkaar gemakkelijk ontmoeten, zodat ze snel frisse ideeën kunnen uitwisselen.

Laten we echter niet te vroeg juichen. Met veel redeneringen waarin de stad ons vooruit helpt, is iets mis. Twee voorbeelden, één uit de innovatieve en één uit de experimentele stad. Welke innovatieve stad wordt bijvoorbeeld bedoeld? De visies lopen uiteen. Sterker, ze staan op gespannen voet. Zo mikken voorvechters van de stad als motor van de economie vooral op efficiencyverbetering. Sneller is beter. Maar in de groene stad is efficiency niet voldoende. Het moet niet sneller, maar anders, heel anders. Er is een transitie nodig. De motor moet niet worden opgevoerd, er moet een ander soort motor in. In de sociale stad betekent versnelling een risico van verdringing. Niet iedereen is immers even snel – sommigen zijn slecht ter been – dus niet iedereen kan mee. Hoewel dit soort spanningen bekend mogen worden verondersteld, is er in veel beleidscommercials voor de innovatieve stad geen plaats voor.

Dan de experimentele stad. Experimenteren houdt in dat nieuwe dingen worden uitgeprobeerd. Dat betekent testen en al testende de grenzen opzoeken. Daardoor gaat er wel eens wat mis. Niet erg, zou je zeggen, want een dergelijke aanpak is spannend en soms een grens overschrijden is voor vernieuwing noodzakelijk. Alleen ontbreekt in het handboek voor bestuurders en beleidsmakers vooralsnog het hoofdstuk mislukking. Het is dan ook nog maar de vraag of zij die de experimentele stad uitroepen, zich daar zelf wel in thuis voelen. Bovendien staan de in veel beleidsprogramma’s aangekondigde urban living labs midden in de levendige stad. Dit betekent dat zaken anders kunnen lopen dan vooraf gedacht. Wat te doen als onverwachte gasten aanschuiven? Hoe om te gaan met nieuwe ideeën die niet goed in het projectplan passen, maar wel innovatief zijn? Vernieuwing vraagt om flexibiliteit. Die zal moeten worden bevochten.

Gezien de ambities van gezonde steden is duidelijk dat sectoroverschrijdend beleid nodig is. Zo kunnen energie-innovaties nieuwe verdienmodellen opleveren, zijn gezonde stedelingen productiever en vermindert wie loopt en fietst en passant de CO2-uitstoot. Gezamenlijk succes komt echter niet vanzelf. Daarvoor moeten in veel gevallen serieuze barrières worden geslecht. Wie stelt dat de experimentele en innovatieve stad ons vooruit brengt, moet die barrières mee helpen overwinnen. Dat vergt meer dan alleen mooie gedachten, ook bestaande instituties moeten op de schop.

Auteurs

David Hamers

Kenmerken

Publicatiedatum
1 november 2016
Publicatie type
Publicatie
Tijdschrift
Tijdschrift Milieu
Productnummer
2561