Klimaateffecten voor Nederland: grootste opgave ligt bij rivieren

Publicatie

Begin april is het tweede deel van het vierde Assessment rapport van IPCC uitgebracht. Waar het eerste deel voornamelijk inging op de veranderingen in het klimaatsysteem, gaat dit tweede deel over de effecten van klimaatverandering en de mogelijkheden tot aanpassing. Het IPCC concludeert dat ontwikkelingslanden veel kwetsbaarder voor klimaatverandering zijn dan de westerse landen. Voor Nederland, land in een deltagebied, betekent het vooral bijtijds voorbereid zijn op zeespiegelstijging en meer water in de winter (toename neerslag, rivierafvoer), en minder water in de zomer. Ook heeft klimaatverandering in Nederland invloed op de natuur en de gezondheid van de mens, met zowel positieve als negatieve gevolgen.

Hoofdboodschappen van IPCC met vertaling naar de Nederlandse situatie

Op 6 april heeft Werkgroep II van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) haar vierde rapport uitgebracht over:

  1. de waargenomen veranderingen in de wereld als gevolg van klimaatverandering en
  2. over de mogelijke aanpassingen aan deze veranderingen (adaptatie).

Het rapport geeft een breed overzicht van de waargenomen effecten en invloed van klimaatverandering in de wereld, zoals veroorzaakt door temperatuurstijging, zeespiegelstijging en verandering in neerslagpatronen. Aan de orde komen onder andere de effecten op kustgebieden (in verband met zeespiegelstijging), biodiversiteit, de beschikbaarheid van zoet water, gezondheid, landbouw en het vóórkomen van stormen en overstromingen. Een volledig overzicht van de hoofdconclusies van het rapport is te vinden op de website van Wageningen Universiteit . Een reactie van het Nederlandse beleid staat op de website van het Ministerie van LNV .

Gevolgen voor Nederland: zeespiegelstijging

In het IPCC-rapport worden de gevolgen voor Nederland niet expliciet genoemd. Wel worden delta’s als kwetsbare gebieden geïdentificeerd. De grootste uitdaging voor Nederland zit in de aanpassing aan water, zowel van de zee als over land. Over zeespiegelstijging heeft het Milieu- en Natuurplanbureau al eerder bericht naar aanleiding van het uitkomen van het rapport van Werkgroep I, begin februari. Hierin is geconcludeerd dat de zeespiegel in de 21e eeuw zal toenemen tussen de 35 cm en 85 cm, waarbij een stijging van anderhalve meter als “worst case” niet uitgesloten kan worden.

De grootste opgave voor Nederland ligt niet bij de kust

Met het huidige kustsysteem is een zeespiegelstijging van 1-1,5 meter per eeuw bij te houden. Bij een geleidelijke zeespiegelstijging conform de KNMI scenario’s (85 cm in 2100) is daarmee overstroming vanuit zee nog vele eeuwen beheersbaar. De verwachte zeespiegelstijging gaat op langere termijn wellicht grotere problemen geven voor de afvoer van rivieren door het verminderen van het verval. Vooral Rotterdam en Dordrecht vormen een kwetsbaar punt bij een steeds verder stijgende zeespiegel. Mogelijk dat op termijn structureel andere oplossingen moeten worden gezocht voor de hoofd- en piekafvoer van de Rijn. Belangrijke opties zijn het afleiden van de afvoer naar de Zeeuwse delta en/of naar de IJssel en het IJsselmeer en de mogelijkheden voor waterberging in deze gebieden. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de stijgende zeespiegel tot een zodanig grote kweldruk kan leiden in delen van Laag Nederland dat deklagen zouden kunnen gaan doorbreken, waardoor landbouw en bebouwing te maken krijgt met een hogere grondwaterspiegel, en er meer water moet worden afgevoerd. Vooral de diepe droogmakerijen en laaggelegen veengebieden zijn hiervoor kwetsbaar. Momenteel vindt er nader onderzoek plaats naar de mogelijke ernst van deze problematiek op langere termijn.

De groei van het stedelijk gebied zal naar verwachting de komende decennia vooral terecht komen in het overstromingsgevoelige deel van Nederland, met name in het Randstedelijk gebied. De kwetsbaarheid van Nederland – in termen van percentage van de economische waarde 'at risk' – neemt in de door het MNP gehanteerde trendmatige scenario’s in de periode tot 2040 nog met 100-250% toe. De aanleg van nieuw stedelijk gebied en nieuwe infrastructuur geldt ook voor een lange termijn. De mogelijke gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling vragen daarom een lange termijn visie op de veiligheid van Nederland (met name hotspots als Rotterdam/Dordrecht, Arnhem/Nijmegen) en op 'klimaatbestendige' ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland.

Zie verdere hoofdboodschappen IPCC

Kenmerken

Publicatietitel
Klimaateffecten voor Nederland: grootste opgave ligt bij rivieren
Publicatiedatum
6 april 2007
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
91986