Plaatsen als spar, den en knotwilg

Regionaal is bevolkingsgroei geen vanzelfsprekendheid meer. Ook de bevolkingssamenstelling en de trends hierin zijn verre van eenduidig. In dit artikel wordt geïllustreerd hoe met uiteenlopende demografische trends in 3 typen gemeenten – grote steden, groeikernen en perifere (krimp) gemeenten –ruimtelijke opgaven zich op lokaal schaalniveau openbaren. Daarbij wordt gekeken naar de jaren 1980, 2015 en 2040.

Diversiteit tussen regio’s

De diversiteit tussen krimp- en anticipeerregio’s en regio’s met een aanhoudende bevolkingsgroei neemt toe. Vooral de grote steden maken momenteel een sterke bevolkingsgroei door, terwijl de perifere regio’s verder vergrijzen.

Afstemmen van beleid op regionaal niveau nodig

De aanzienlijke lokale verschillen van bevolkingsomvang en –samenstelling leiden tot andere ruimtelijke opgaven en vragen om specifiek lokaal beleid. Beleidsopgaven tussen deze gemeenten kunnen behoorlijk (gaan) verschillen, met name ten aanzien van de woningmarkt, de arbeidsmarkt en het voorzieningenniveau. In de grote steden groeit bijvoorbeeld het aantal scholieren, wat om uitbreiding van scholen vraagt. Terwijl de daling van het aantal scholieren in de krimpgemeenten fusie dan wel sluiting van scholen impliceert.

De regionale context lijkt in dit kader van groot belang, aangezien er een duidelijke samenhang bestaat tussen de patronen in vestiging en vertrek: als grote steden aan bevolking winnen dan gaat dit ten koste van de groei van groeikernen en de periferie, en omgekeerd. Dit pleit voor het meer afstemmen van beleid op het regionaal niveau.

Auteurs

Andries de Jong, Femke Daalhuizen

Kenmerken

Publicatietitel
Plaatsen als spar, den en knotwilg
Publicatiedatum
1 maart 2016
Publicatie type
Publicatie
Tijdschrift
Rooilijn
Productnummer
2313