Het handelingsperspectief van gemeenten in de energietransitie naar een duurzame warmte- en elektriciteitsvoorziening
Gemeenten spelen een belangrijke rol in de energietransitie en vele pakken deze rol ook op. Deze studie onderzoekt in hoeverre gemeenten er in de praktijk in slagen om hun ambities voor een energieneutrale gebouwde omgeving en hernieuwbare-energieopwekking te verwezenlijken. De onderzoekers nemen 19 gemeentelijke casussen onder de loep en bekijken welke wettelijke instrumenten en andere middelen gemeenten hebben, en welke knelpunten (en oplossingen) ze signaleren.
Van de 19 casussen die onderzocht zijn hebben er 10 betrekking op stadswarmte en 9 op windenergie. De belangrijkste bronnen van de studie zijn interviews met betrokken gemeenteambtenaren en gemeentelijke documenten.
Realisatie van warmtenetten in bestaande bouw verloopt moeizaam …
Voor veel gemeenten zijn warmtenetten – naast isolatie en elektrische warmtepompen – een belangrijke manier om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving te verminderen. Zij hebben echter alleen voor nieuwbouwlocaties de mogelijkheid om de aanleg ervan af te dwingen. Bij bestaande bouw moeten eigenaren ‘verleid’ worden om over te stappen naar stadswarmte, wat nog beperkt lukt. Dat komt vooral doordat stadswarmte nauwelijks op prijs met aardgas kan concurreren. Dat zou kunnen verbeteren als warmtebedrijven niet meer volledig zelf zouden opdraaien voor de hoge kosten van de infrastructuur.
… en gebruikte warmtebronnen zijn nog niet CO2-vrij
De huidige bronnen van stadswarmte – elektriciteitscentrales, afvalverbrandings- of biomassa-installaties – leiden tot een CO2-reductie van ‘slechts’ 45 tot 60% ten opzichte van verwarming met HR-ketels. Om stadswarmte te laten bijdragen aan een klimaatneutrale gebouwde omgeving moeten op termijn meer CO2-vrije of -arme warmtebronnen (zoals geothermie en industriële restwarmte) beschikbaar komen. Gemeenten zouden meer middelen en instrumenten moeten krijgen om warmtebedrijven te prikkelen of – indien nodig – te dwingen om daadwerkelijk op dergelijke warmtebronnen over te stappen.
Bij windenergie zijn lasten en lusten niet evenwichtig verdeeld
Sommige gemeenten hebben van het Rijk een opgave gekregen om plaats te bieden aan een of meerdere grootschalige windparken, terwijl andere gemeenten veel meer vrijheid hadden om zelf te bepalen hoeveel windenergie zij binnen hun grenzen wilden realiseren. Dit ‘toedelingsmodel’ leidt tot weerstand en onvrede bij de gemeenten van de eerste categorie en tot een zekere mate van vrijblijvendheid in het ambitieniveau van de gemeenten van de tweede categorie.
Ook de financiële baten van windmolens zijn in de huidige situatie vaak ongelijk verdeeld. Commerciële ontwikkelaars en de eigenaren van de grond waarop windmolens worden geplaatst springen er financieel beter uit dan de omwonenden die er tegenaan kijken. Sommige gemeenten zetten erop in dat de ontwikkelaars een groter deel van hun winst met de omgeving delen, maar kunnen hen daartoe niet verplichten.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatiedatum
- 19 juni 2017
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Nederlands
- Productnummer
- 1955