Goede uitvoering beschermende maatregelen verbetert ecologische effecten natuurwetgeving

Overheidsinstanties laten de bescherming van kwetsbare soorten en natuurgebieden meewegen bij vergunning- en ontheffingaanvragen voor maatschappelijke activiteiten. Vooral daardoor is de ecologische effectiviteit van de natuurwetgeving gewaarborgd. Het levert weliswaar spanning op, maar zelden worden activiteiten verboden. Wel worden maatregelen opgelegd om negatieve effecten te voorkomen of te herstellen.

Zwak punt is dat er te weinig toezicht is op de uitvoering van de maatregelen. Ook worden te weinig gegevens verzameld over de effecten van die maatregelen, zodat geen leereffect optreedt. Voor zeer kwetsbare beschermde soorten zijn bovendien (herstel)maatregelen nodig, meer dan nu worden getroffen. Onder de huidige natuurwetgeving wordt verstaan: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Alterra/WUR hebben het onderzoek naar de ecologische effecten van deze wetgeving uitgevoerd op verzoek van het ministerie van EL&I. Het rapport wordt meegenomen als input voor de nieuwe Natuurwet.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Natuur, landschap en biodiversiteit

Het PBL ondersteunt met uiteenlopende studies het beleid voor natuur, landschap en ecosysteemdiensten.

Meer over natuur, landschap en biodiversiteit