Verslag van het seminar: Global Resources Outlook 2024 en de relevantie voor Nederland
Op 12 juni organiseerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een seminar over Global Resources Outlook 2024 van het International Resources Panel van de Verenigde Naties. Hoogleraar Hans Bruyninckx, coördinerend hoofdauteur van het rapport, presenteerde de belangrijkste conclusies. De daaropvolgende paneldiscussie ging in op de betekenis daarvan voor Nederland.
Grondstoffen: de vergeten dimensie
In zijn lezing benadrukte Hans Bruyninckx dat internationaal afgesproken doelen rond klimaatverandering en biodiversiteitsverlies onmogelijk te halen zijn zonder iets te doen aan het nog steeds sterk groeiende en vervuilende grondstoffengebruik. Immers groeiende gebruik van grondstoffen ligt ten grondslag aan deze mondiale milieuproblemen. Bruyninckx mist dan ook een grondstoffenperspectief op klimaat en natuurbeleid. De scenarioanalyses in de Outlook laten zien dat het mogelijk is om het gebruik van grondstoffen te verminderen en tegelijkertijd de economie te laten groeien, de ongelijkheid te verminderen, het welzijn te verbeteren en de impact op het milieu drastisch te verminderen. Dit vraagt wel om stevig beleid gericht op het afbouwen van niet-duurzame activiteiten, om nieuwe manieren om in menselijke behoeften te voorzien, en om maatschappelijke acceptatie van de noodzakelijke transities. Oog voor een rechtvaardige transitie waarin iedereen kan meekomen, is daarbij cruciaal, zowel binnen landen als internationaal.
Urgentie vraagt om een volgende stap in beleid
Het panel, dat na de lezing op het podium kwam, onderschreef de urgentie van het grondstoffenprobleem die de Global Resources Outlook beschrijft. Willem Evers (afdelingshoofd circulaire economie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) benadrukte dat in het circulaire economie beleid meer aandacht nodig is voor het afbouwen van ongewenst gedrag, Harald Tepper (programmaleider circulaire economie bij Philips) onderschreef de relevantie van het stellen van doelstellingen voor bedrijven op basis van de wetenschap, Rob van Tilburg (directeur programma’s bij ngo Natuur & Milieu) onderstreepte de noodzaak voor beleid dat ook kijkt naar de vraagkant en Marko Hekkert (directeur PBL) wees op kracht van verbeelding om de circulaire economie als voorstelbare toekomst zichtbaar te maken.
Het belang van internationale context
Het panel concludeerde dat de mondiale dimensie nog beperkt aandacht krijgt in het Nationale Programma Circulaire Economie. Veel grondstoffen komen van buiten Nederland en eindigen ook vaak weer elders. Nederland is dus erg afhankelijk van het buitenland. Dit vraagt onder andere om een ketenbenadering. Grondstoffen zijn ook een belangrijke bron van inkomsten voor bepaalde lage-inkomenslanden. Voor een rechtvaardige transitie is het daarom ook belangrijk dat deze landen op de lange termijn gaan inspelen op waarde creatie door niet enkel de ruwe grondstof te exporteren maar ook te investeren in de verwerking ervan. Nederland kan daarbij kennis en ondersteuning bieden.
Behoefte aan een positief toekomstgericht verhaal
Veel aandacht tijdens de discussie ging vervolgens over de vraag: hoe krijg je mensen in beweging? Daar zijn onder meer positieve beelden voor nodig van een circulaire samenleving, zoals leveringszekerheid, verdienvermogen, innovatiekracht en banen. Eveneens is het van belang om voordelen voor de consument zichtbaar te maken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over betere kwaliteit, betere service, en langere levensduur van producten. Om dit allemaal inzichtelijk te maken zouden we meer gebruik kunnen maken van de verbeeldingskracht van de creatieve sector.
Bekijk voor een completer beeld van de bijeenkomst de gehele lezing en de aansluitende paneldiscussie.