Beleidsadvies: De zichtbaarheid van de Belle van Zuylen-toren

Publicatie

De geplande Belle van Zuylen-toren - met zijn hoogte van 262 meter beoogd blikvanger van de Utrechtse Vinexwijk Leidsche Rijn - zal bij goede weersomstandigheden zichtbaar zijn in een zeer groot deel van het open gebied van het Groene Hart. In theorie is de toren over een afstand van 62 kilometer te zien maar in de praktijk zal de maximale zichtafstand, zelfs in het relatief open landschap van het Groene Hart, niet groter zijn dan 30 tot 35 kilometer. Door de aanwezigheid van 'zichtbarrières', zoals stedelijke bebouwing en bosschages, is de toren daarbinnen plaatselijk soms geheel onzichtbaar. Bovendien zullen minder goede weersomstandigheden de zichtbaarheid van de toren in de praktijk sterk beperken

Belle van Zuylen-toren bij helder weer zichtbaar in groot deel Groene Hart

In deze studie gaat het Ruimtelijk Planbureau aan de hand van de voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk hoge Belle van Zuylen-toren na wat de invloed is van (zeer) hoge gebouwen op het omliggende landschap. Daarmee geeft de studie enkele belangrijke aanwijzingen voor de te verwachten visuele impact van de Belle van Zuylen-toren.

De visuele impact speelt bij zowel voor- als tegenstanders van de toren een rol. Zo roemen voorstanders onder meer de gedurfde hoogte van het gebouw, de ruimtebesparing en zijn functie als 'landmark' voor de stad Utrecht. Tegenstanders stellen vragen bij de horizonvervuiling ten gevolge van de zichtbaarheid van de toren vanuit met name het Groene Hart.

Verder hebben de onderzoekers de zichtbaarheid van de Belle van Zuylen-toren vergeleken met andere hoge torens die zichtbaar zijn vanuit het Groene Hart, zoals de Utrechtse Domtoren, het Nationale Nederlanden-gebouw in Rotterdam en de Gerbrandytoren (zendmast) in IJsselstein. Hieruit blijkt dat de Belle van Zuylen-toren bij gelijke afstand duidelijk de grootste impact aan de horizon heeft. Opvallend is verder dat, terwijl de toren vanuit een groot deel van het Groene Hart goed zichtbaar zal zijn, de zichtbaarheid vanuit de bos- en heuvelrijke gebieden ten oosten van de stad Utrecht vrijwel nihil is.

De onderzoekers constateren ook dat de toren, onder goede weersomstandigheden, vanaf de snelwegen richting Utrecht al te zien is vanaf bijvoorbeeld Amsterdam (A2), Gorinchem (A27) en Gouda (A12). Vanaf deze snelwegen zal de toren dus zeker zijn functie als 'landmark' voor Utrecht vervullen.

Auteurs

Han Lörzing, Arjan Harbers en Marnix Breedijk

Kenmerken

Publicatietitel
Beleidsadvies: De zichtbaarheid van de Belle van Zuylen-toren
Publicatiedatum
4 september 2007
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
92104