Beoordeling van de Uitvoeringsnotitie Emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003

Publicatie

In de Uitvoeringsnotitie 'Erop of eronder' geeft het kabinet invulling aan het nationale programma dat in het kader van de Europese richtlijn voor emissieplafonds (NEC-richtlijn) opgesteld moest worden. Op verzoek van het kabinet heeft het Milieu- en Natuurplanbureau de Uitvoeringsnotitie getoetst op doelbereiking en kosteneffectiviteit.

Hoofdconclusie

Het is allerminst zeker dat Nederland de uitstoot van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en vluchtige koolwaterstoffen (NMVOS) kan terugbrengen tot onder het niveau van de plafonds. Veel beleidsvoornemens zijn onvoldoende geconcretiseerd en geinstrumenteerd. Het blijft onduidelijk welk aanvullend beleid de overheid de komende jaren wil gaan implementeren om de uitstoot te beperken. De keuze voor het vertalen van nationale plafonds naar sectorale taakstellingen heeft niet geleid tot acceptatie van deze taakstellingen door sectoren. Het geheel is risicovol omdat de resultaten van het beleid onzeker zijn en met het verstrijken van de tijd een deel van de benodigde reducties niet meer voor 2010 gerealiseerd zal kunnen worden. Een ingebrekestelling is daardoor niet uit te sluiten. Voor ammoniak (NH3) lijkt het doel bij uitvoering van het huidig beleid wel haalbaar, hoewel er gegeven de onzekerheidsmarges een kans aanwezig is dat het plafond toch overschreden wordt. Met de voorgenomen bestrijdingsmaatregelen voor NH3 wordt een doelonderschrijding verwacht. De kans op realisatie van het plafond neemt dan toe. De Uitvoeringsnotitie kan in 2006 worden geactualiseerd. In de tussenliggende jaren zal blijken of 'Erop of eronder' voor het halen van de NEC-doelen de juiste koers heeft uitgezet.

Samenvatting

Het kabinet heeft op 19 december 2003 de Uitvoeringsnotitie verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003 ‘Erop of eronder’ gepubliceerd. Het kabinet geeft hiermee invulling aan de EU-richtlijn Nationale Emissieplafonds. De richtlijn is erop gericht om in 2010 de milieukwaliteit in Europa te verbeteren.

Per lidstaat zijn daarom emissieplafonds opgenomen voor de uitstoot van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (NMVOS). De zure depositie, stikstofdepositie en ozonconcentratie verminderen significant door uitvoering van deze richtlijn. De bescherming van de natuur en de volksgezondheid neemt hierdoor toe. Nederland heeft belang bij internationale afspraken als de NEC richtlijn en naleving ervan, omdat de luchtkwaliteit in Nederland voor ongeveer de helft wordt bepaald door luchtvervuiling uit andere landen.

Tabel: Effecten van het harde maatregelen op de uitworp van de NEC stoffen (miljoen kg)
Stof EU-plafond Uitstoot in 2010 na uitvoering harde maatregelen Tekort na harde maatregelen ten opzichte van het EU-plafond
SO2 50 60 10
NOx 260 287 27
NH3 128 114 -14
NMVOS 185 193 8

Het is allerminst zeker dat Nederland de uitstoot van SO2, NOx en NMVOS kan terugbrengen tot onder het niveau van de plafonds. Veel beleidsvoornemens zijn namelijk onvoldoende geconcretiseerd en geïnstrumenteerd. Het blijft daarmee onduidelijk welk aanvullend beleid de overheid in de komende jaren wil gaan implementeren om de uitstoot voldoende te beperken. Dit is risicovol omdat de resultaten daardoor onzeker zijn en met het verstrijken van de tijd zal een deel van de benodigde reducties niet meer gerealiseerd kunnen zijn in 2010. Een ingebrekestelling is daardoor niet uit te sluiten. Voor NH3 lijkt het doel bij uitvoering van het huidig beleid binnen bereik.

Met maatregelen die concreet en geïnstrumenteerd zijn (zogenaamde ‘harde maatregelen’) neemt de uitworp van SO2, NOx, NH3 en NMVOS met respectievelijk circa 5, 1, 7 en 5 miljoen kg af (tabel 1). Daardoor wordt het plafond voor SO2 met ongeveer 10 miljoen kg en het NOx-plafond met circa 27 miljoen kg overschreden. De overschrijding van het NMVOS-plafond bedraagt naar schatting 8 miljoen kg. Voor NH3 wordt een onderschrijding van 14 miljoen kg berekend.

Het basispakket is grosso modo samengesteld uit maatregelen in de range van 2 – 4 €/kg emissiereductie en is dus doelmatig. De totale jaarlijkse kosten voor de sectoren nemen met het harde pakket toe met ruwweg € 75-100 miljoen. Dit is ongeveer 5-10% van de uitgaven in het huidige verzuringsbeleid.

Nederland heeft naast een verplichting voor terugbrengen van de uitstoot van NOx onder het niveau van het NEC-plafond, ook een verplichting voor het terugbrengen van de concentratie van NO2 onder de afgesproken concentratienormen in 2010. De NO2 concentraties zijn langs drukke (snel)wegen in grote steden hoger dan afgesproken voor zo’n 1500 tot 90 000 mensen in 2010. Maatregelen bij het wegverkeer uit de kabinetsplannen zijn het meest (kosten)effectief in het verlagen van de NO2 concentratie op zulke lokaties. Bij realisering van de concrete en geïnstrumenteerde maatregelen uit de kabinetsplannen zijn de effecten echter nihil. Realiseert het kabinet alle maatregelen dan vermindert het aantal mensen dat is blootgesteld aan concentraties boven de EU-NO2-norm met 2/3 deel.

Auteurs

Beck JP , Folkert RJM , Smeets WLM (eds)

Kenmerken

Publicatietitel
Beoordeling van de Uitvoeringsnotitie Emissieplafonds verzuring en grootschalige luchtverontreiniging 2003
Publicatiedatum
18 maart 2004
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
91176