Bijdrage ontbossing in mondiale CO2-uitstoot overschat

Publicatie

Ontbossing is na verbranding van fossiele energie de grootste menselijke bron die leidt tot toename van kooldioxide in de atmosfeer. Een heranalyse van recente publicaties leidt tot de conclusie dat de bijdrage van ontbossing nu kleiner is dan vaak wordt aangenomen, maar dat de uitstoot van CO2 door tropische veengronden belangrijker is dan gedacht.

Bijdrage ontbossing in mondiale CO2-uitstoot overschat

Een groep onderzoekers van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en een aantal Amerikaanse instituten heeft berekend, dat met name de bijdrage van ontbossing aan de CO2-uitstoot beduidend lager ligt dan veelal werd aangenomen. Ze berekenden echter ook dat de CO2-emissie uit veengronden in de tropen een substantiële bijdrage levert aan de mondiale CO2-uitstoot.

De gangbare veronderstelling is dat ontbossing in de tropen ongeveer twintig procent van de totale wereldwijde CO2-uitstoot bedraagt. Uit een heranalyse van recente publicaties wordt geconcludeerd dat de bijdrage van ontbossing tegenwoordig beduidend lager is: niet alleen omdat de CO2-uitstoot van ontbossing nu lager wordt ingeschat dan voorheen, maar óók omdat de CO2-uitstoot van fossiele brandstoffen de laatste jaren snel gegroeid is, waardoor de relatieve bijdrage van ontbossing verder afneemt. Hoewel ook in de nieuwe cijfers de onzekerheid groot is, concluderen de onderzoekers dat ontbossing nu niet voor circa 20%, maar ‘slechts’ voor 12% van de totale mondiale CO2-uitstoot verantwoordelijk is. Daarentegen zijn de emissies van de veengronden in de tropen verantwoordelijk voor 3 procent van de mondiale CO2-emissies. Vooral in Indonesië stoten veengebieden veel CO2 uit, nadat ze gedraineerd zijn om het land te kunnen gebruiken - bijvoorbeeld voor de aanplant van palmolieplantages.

Bij de onderhandelingen voor de opvolger van het Kyoto-protocol om de mondiale uitstoot van broeikassen te verlagen, speelt het verminderen van ontbossing dan ook een belangrijke rol. Dat is omdat het een van de goedkopere methodes is om de CO2-uitstoot te verlagen en omdat het veel andere positieve effecten kan hebben. Voor tientallen ontwikkelingslanden is ontbossing de grootste bron van de uitstoot van broeikasgassen. “Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation” (REDD) is dan ook een belangrijk onderdeel in de onderhandelingen om tot een klimaatovereenkomst te komen in Kopenhagen in december. Daarbij is het uitgangspunt dat met financiële steun van de industrielanden de ontbossing in ontwikkelingslanden wordt verminderd.

Uitstoot veengebieden belangrijker dan gedacht

De onderzoekers stellen in hun commentaar dat een nieuw klimaatverdrag effectiever zal zijn als de uitstoot uit de veengebieden wordt meegenomen. Inclusief de emissies uit veengronden is de totale bijdrage van ontbossing en veengronden met zo’n 15% toch nog een aanzienlijke bijdrage aan de CO2-uitstoot en dus nog steeds een belangrijke mogelijkheid om de mondiale CO2-uitstoot te verminderen.

Auteurs

G. R. van der Werf, D. C. Morton, R. S. DeFries, J. G. J. Olivier, P. S. Kasibhatla, R. B. Jackson, G. J. Collatz and J. T. Randerson

Kenmerken

Publicatietitel
Bijdrage ontbossing in mondiale CO2-uitstoot overschat
Publicatiedatum
2 november 2009
Publicatie type
Publicatie
Tijdschrift
Nature Geoscience