De luchtkwaliteit rond Schiphol - MNP-bevindingen over het onderzoek naar de uitstoot van het vliegverkeer en de luchtkwaliteit rond Schiphol door ADECS Airinfra BV in het kader van de Evaluatie Schipholbeleid

Achtergrond

Het kabinet heeft aangekondigd in april 2006 een besluit te willen nemen over het toekomstige beleid voor Schiphol. In de aanloop van dit besluit is een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de effectiviteit van het huidige beleid. Een van deze onderzoeken is uitgevoerd door ADECS Infra BV en in januari 2006 gerapporteerd in "Schonere lucht, schonere vliegtuigen, meer uitstoot vliegverkeer". Op verzoek van de ministeries van VROM en V&W heeft het MNP een toets uitgevoerd op het onderzoek.

Conclusies

ADECS komt in het onderzoek tot lagere waarden voor de bijdragen van het vliegverkeer aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen dan het MNP. De informatie die door ADECS is verstrekt over de toegepaste modelimplementatie is echter te summier om aan te kunnen geven in hoeverre deze verschillen significant zijn. Berekeningen aan de bijdragen van vliegverkeer aan de luchtverontreiniging zijn deels gebaseerd op aannames, waarbij sprake is van arbitraire marges. Daardoor moet rekening worden gehouden met ruime onzekerheidsmarges in de resultaten.

De luchtkwaliteit is het laagst langs snelwegen rond de luchthaven (A4, A9). De bijdrage van het vliegverkeer aan de luchtverontreiniging is hier het hoogst terwijl door toedoen van het verkeer op deze wegen al een extra verhoging bestaat. Daardoor komt waarschijnlijk in 2020 nog altijd overschrijding voor van de Europese NO₂-norm en de dagnorm voor fijn stof. Alleen aan de concentraties NO₂ levert het vliegverkeer een significante bijdrage. In 2020 ligt deze tussen de 15 en 20%. Overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen kunnen van invloed zijn op uitbreidingsplannen van de luchthaven, ongeacht of ze optreden in woonwijken of langs snelwegen. De emissienormen uit het Luchthavenverkeersbesluit stimuleren niet tot het verminderen van de uitstoot van NO₂ en fijn stof door het vliegverkeer.

Daarentegen kan vanaf 2010 het effect van de emissienormen voor vluchtig organische stoffen (VOS) en van koolmonoxide (CO) wel merkbaar worden voor de uitstoot van het vliegverkeer voor de luchthaven. Bij een lage economische groei is het waarschijnlijk dat de absolute grenswaarde voor de totale uitstoot van VOS en - in minder mate die van CO - wordt bereikt. Als maatregelen uitblijven, kan dit in toenemende mate de omvang van het vliegverkeer gaan beperken, zelfs in sterkere mate dan de geluidnormen dat zullen doen. Binnen de huidige regels kan de sector echter stimuleren dat maatschappijen 'schonere' vliegtuigen inzetten, bijvoorbeeld door heffingen op de vliegtuigemissies. Door zowel nationale als internationale regelgeving is de effectiviteit in de praktijk waarschijnlijk begrensd.