De waarde van stijl
Steeds meer huizen worden gebouwd in zogenaamde historiserende bouwstijl (retroarchitectuur): geïnspireerd op bijvoorbeeld de architectuur uit de jaren dertig van de vorige eeuw of die van zeventiende-eeuwse herenhuizen. Uit de studie ‘De waarde van stijl’ blijkt dat woningbezitters bereid zijn meer te betalen voor dit type architectuur en de associaties die daarmee zijn verbonden. Nieuwbouwwoningen in een historiserende bouwstijl zijn dan ook 5 tot 14 procent duurder dan andere typen woningen, maar ze blijken niet waardevaster.
Er is onderscheid gemaakt tussen ‘neotraditionele’ en ‘verwijzend naar traditionele’ bouwstijlen. De neotraditionele stijl is in alle opzichten (qua gebouwvorm, gevelcompositie en detaillering) een nabootsing van bouwstijlen uit het verleden. Bij ‘verwijzend naar’ wordt vrijer omgegaan met de historische stijl. Vaak worden bij deze woningen wel de gebouwvorm en gevelcompositie nagebootst, maar ontbreekt de detaillering.
De extra prijs die voor neotraditionele architectuur wordt betaald, impliceert voor een deel dat het aanbod van nieuwe woningen onvoldoende reageert op de vraag. Ontwikkelende partijen zouden meer aandacht moeten besteden aan de wensen van woningzoekenden, ook wanneer sprake is van een aanbiedersmarkt.
In het rapport gaan de onderzoekers ook in op hoe de overheid eraan kan bijdragen dat het aanbod beter en sneller aansluit op de vraag.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- De waarde van Stijl
- Publicatiedatum
- 7 augustus 2014
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Nederlands
- Productnummer
- 1424