Is het Nationaal Hydrologische Instrumentarium gereed voor het voorspellen van natuureffecten?
Grondwatermodellen worden doorgaans geijkt op en gevalideerd aan stijghoogten die gemeten zijn in peilbuizen en, in het gunstige geval, ook aan gemeten balanstermen, zoals afvoeren en verdampingsfluxen. Vaak liggen de peilbuizen om praktische redenen op locaties, zoals wegbermen, die weinig representatief zijn, vooral voor natuurgebieden (Hoogewoud, 2009). Bovendien kan het aantal peilbuizen te beperkt zijn of is de waarnemingsreeks soms te kort voor het afleiden van bijvoorbeeld een gemiddelde grondwaterstand.
Een alternatieve bron voor het valideren van grondwatermodellen is de in de natuur aanwezige vegetatie (Engelen en Jones, 1986). De in een terrein aanwezige vegetatie weerspiegelt namelijk de vochtcondities in de bodem over een lange reeks van jaren. Vegetatieopnamen en vegetatiekaarten kunnen worden gebruikt om de grondwaterstand, het vochttekort en de aanwezigheid van kwel op te sporen. Alleen al in de 20e eeuw zijn er in Nederland ongeveer een half miljoen vegetatieopnamen gemaakt. Die vormen een zeer waardevolle potentiƫle bron van (deels historische) hydrologische informatie. Wij gebruikten die informatie om te onderzoeken in hoeverre de uitkomsten van het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (Goes en Verkaik (2008) en www.nhi.nu) aansluiten bij de huidige vegetatie van Nederland.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Is het Nationaal Hydrologische Instrumentarium gereed voor het voorspellen van natuureffecten?
- Publicatiedatum
- 1 april 2011
- Publicatie type
- Publicatie
- Tijdschrift
- Stromingen 17(2011)2, p.15-26
- Productnummer
- 516