Klimaatbeleid na Kyoto − Belangrijke thema’s in de klimaatonderhandelingen

In internationale klimaatonderhandelingen is afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius boven het pre-industriële niveau. Door de naar boven bijgestelde groei van de broeikasgasemissies in opkomende economieën zoals India, Brazilië, Mexico en China wordt deze doelstelling moeilijker bereikbaar.

Hogere verwachting economische groei leidt tot hogere emissies

Tijdens internationale klimaatonderhandelingen is afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden Celsius boven het pre-industriële niveau. Daartoe hebben landen voorstellen gedaan om hun uitstoot van broeikasgassen in 2020 te verminderen. Geïndustrialiseerde landen hebben verminderingen ten opzichte van hun uitstoot in 1990 toegezegd en ontwikkelingslanden ten opzichte van hun geraamde uitstoot zonder klimaatbeleid. In de klimaatonderhandelingen van Bangkok (april 2011) en Bonn (juni 2011) stelde een aantal ontwikkelingslanden – vooral opkomende economieën − hun verwachtingen ten aanzien van de toekomstige uitstoot van broeikasgasemissies zonder klimaatbeleid naar boven toe bij. Dit heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld Brazilië de toezegging van emissiereducties heeft verminderd van 37-39 procent naar 17-21 procent vermindering ten opzichte van hun oorspronkelijke ramingen zonder klimaatbeleid. Ook hebben internationale instituten de verwachte groei van de uitstoot in China naar boven bijgesteld, omdat China minder getroffen lijkt door de huidige crisis dan de ontwikkelde landen.

Halen tweegradendoel erg moeilijk met huidige toezeggingen

Berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) laten zien dat het totaal van alle voorstellen voor vermindering van de broeikasgasuitstoot zou leiden tot een wereldwijde uitstoot van 51 à 52 miljard ton CO2-equivalenten in 2020. Ter vergelijking: de eerdere verwachting was 49 à 50 miljard ton, terwijl de verwachte uitstoot zonder klimaatbeleid 56 miljard ton bedraagt. Hoewel de voorstellen wel degelijk leiden tot het terugdringen van de uitstoot, is het beperken van de wereldwijde opwarming tot 2 graden Celsius erg moeilijk met de bijgestelde berekeningen.

Uitstel van maatregelen leidt er ook toe dat de kosten van het terugdringen van de emissies later in de eeuw fors toenemen. Bovendien wordt dan veel afhankelijk van toekomstige technologische ontwikkelingen, zoals bio-energie in combinatie met CO2-afvang en -opslag.

Kosten EU voor halen toezegging hoger dan gemiddeld

Modelberekeningen laten zien dat de kosten voor de Europese Unie (EU) voor het halen van hun voorwaardelijke, meest ambitieuze, toezegging van 30 procent emissiereductie in 2020 ten opzichte van 1990 hoger is dan die voor de overige geïndustrialiseerde landen (0,1 tot 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) voor de EU en 0,05 tot 0,15 procent voor de overige geïndustrialiseerde landen). Dit kan deels worden verklaard doordat de toezeggingen van Rusland en Oekraïne boven het geraamde emissieniveau liggen.

Financiering van klimaatbeleid in ontwikkelingslanden

Een aantal voorstellen dat is ingebracht tijdens de klimaatonderhandelingen om de zogenoemde Green Climate Fund te financieren, leidt tot onvoorspelbare opbrengsten. Het Green Climate Fund heeft tot doel om klimaatbeleid in ontwikkelingslanden financieel te ondersteunen. De oorzaak van de onvoorspelbaarheid is dat de opbrengsten van deze voorstellen sterk afhangen van het wereldwijde ambitieniveau van het klimaatbeleid. De opbrengsten van een mondiale koolstofbelasting zijn wel voorspelbaar, maar een dergelijke belasting lijkt politiek niet haalbaar.

Overtollige emissierechten kunnen doelstellingen aantasten

Het emissieniveau van sommige landen ligt onder de doelstelling voor Kyoto, zoals van Rusland en Oekraïne, maar ook van sommige EU-landen. Volgens de regels van Kyoto mogen deze landen het overschot aan emissierechten gebruiken om toekomstige doelstellingen te halen of om de rechten te verkopen. Als dit zonder beperkingen wordt toegelaten kan dit de effectiviteit van de toekomstige doelstellingen ernstig aantasten.

EU-doelstelling om ontbossing in 2020 te halveren ambitieus

De doelstelling van de EU om de wereldwijde ontbossing in 2020 te halveren is technisch mogelijk, maar erg ambitieus, gezien de te verwachten barrières in de uitvoering. Deze barrières hebben onder andere te maken met onvoldoende capaciteit om het bosareaal en de koolstofopslag ervan te bepalen, en kunnen ook gerelateerd zijn aan huidige gewoontes en institutionele capaciteit.

Aantal maatregelen cruciaal voor halen tweegradendoelstelling

Modelprojecties laten zien dat het technische potentieel om broeikasgasemissies terug te dringen voldoende is om de mondiale opwarming tot 2 graden Celsius te beperken. Efficiënter omgaan met energie, het schoner opwekken van energie en zogenoemde end-off-pipe-maatregelen spelen hierbij belangrijke rollen. Sommige maatregelen, zoals het verbeteren van de energie-efficiëntie en bio-energie met CO2-afvang en -opslag, zijn cruciaal. De kosteninschattingen om de tweegradendoelstelling te halen lopen erg uiteen, maar de meeste studies verwachten jaarlijkse kosten in de orde van grootte van 1 tot 2 procent van het bbp.

Auteurs

Andries F. Hof, Michel G.J. den Elzen, Detlef P. van Vuuren, Angelica Mendoza Beltran, Stephan Slingerland

Kenmerken

Publicatietitel
Klimaatbeleid na Kyoto − Belangrijke thema’s in de klimaatonderhandelingen
Publicatiedatum
18 november 2011
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Engels
Productnummer
420