Milieubalans 2008
Nederland heeft veel baat bij Europees milieubeleid; het is vaak effectiever en goedkoper dan nationaal beleid. Maar omdat Nederland een dichtbevolkt en laaggelegen land is, zijn alleen Europese maatregelen vaak ontoereikend om de beleidsdoelen te halen. Voor de benodigde aanvullende nationale maatregelen is de speelruimte beperkt vanwege de randvoorwaarden die Brussel hieraan stelt.
Europese maatregelen vaak doelmatig
Het milieubeleid heeft een sterke Europese dimensie. Europees beleid is effectiever en goedkoper dan nationaal beleid. Zo is het Europese CO2-emissiehandelssysteem een doelmatige manier om CO2-emissies te reduceren. Het handelssysteem leidt er namelijk toe dat de emissiereductie plaats vindt daar waar dat het goedkoopst kan. Daarnaast zijn maatregelen op Europees niveau te prefereren omwille van het creëren van een gelijke concurrentiepositie.
Het nationale 30%-emissiereductiedoel voor broeikasgassen is lastig verenigbaar met het Europese emissieplafond
Door één enkel Europees emissieplafond bestaat er na 2012 geen specifiek Nederlands emissieplafond meer voor de in CO2 handelende bedrijven. Dan tellen de emissies van deze bedrijven niet meer mee in de nationale broeikasgasbalans. Als de recente voorstellen van de Europese Commissie voor het klimaatbeleid worden aangenomen, zal emissiehandel een volledig Europese aangelegenheid worden. Daardoor verschuift de regie over ongeveer de helft van de broeikasgassen in Nederland naar Europa. Gegeven het Europese reductiedoel van 20%, is het Nederlandse reductiedoel van 30% lastig bereikbaar. Als Nederland maatregelen neemt om de emissies van bedrijven verder te reduceren dan in het kader van het Europese emissiehandelssysteem nodig is, hoeven bedrijven in andere lidstaten minder emissies te reduceren.
Voor de niet in CO2 handelende sectoren, zoals verkeer en vervoer, consumenten en de gebouwde omgeving, wil het Kabinet in 2020 ook 30% reductie van de broeikasgasemissies hebben bereikt. Dat is niet haalbaar met maatregelen louter gericht op het reduceren van binnenlandse broeikasgasemissies. Dit reductiedoel kan waarschijnlijk wel gehaald worden door de aankoop van emissierechten in het buitenland. De mate waarin dat nodig is, is mede afhankelijk van het succes van het Europese klimaatbeleid.
Milieunormen voor luchtkwaliteit en geluidhinder vooral in binnensteden overschreden
De grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden op dit moment vooral op lokaal niveau nog overschreden bij snelwegen en drukke straten in binnensteden en bij grote stallen voor de intensieve veehouderij. Met het Europese en nationale beleid zal de luchtkwaliteit in de komende jaren verder verbeteren, waardoor het aantal knelpunten voor luchtkwaliteit naar verwachting sterk zal afnemen. De maatregelen zijn onder andere de invoering van aangescherpte Europese emissie-eisen voor voertuigen, en de maatregelen van het Rijk en de lokale overheden binnen het nog in te voeren Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Momenteel ondervinden enkele honderdduizenden mensen die langs snelwegen wonen ernstige geluidoverlast. Toepassing van stille banden en stillere voertuigen zou tot een afname van geluid kunnen leiden, maar voor de invoering van deze bronmaatregelen is Nederland in hoge mate afhankelijk van Europese afspraken. Daarom treft Nederland relatief veel dure inrichtingsmaatregelen, zoals geluidreducerend asfalt en het plaatsen van schermen. Een groot deel van de mensen met geluidhinder profiteert echter niet van deze inrichtingsmaatregelen omdat alleen voor de direct omwonenden deze maatregelen de geluidoverlast vermindert.
Verdergaande verbetering van de ecologische waterkwaliteit vraagt om inrichtingsmaatregelen en het terugdringen van nutriëntenemissies
De maatregelenpakketten die waterbeheerders in het kader van de Kaderrichtlijn Water hebben voorgesteld, leiden tot een belangrijke maar onvoldoende verbetering van de ecologische kwaliteit in de regionale wateren. In 2027 zal na uitvoering van de maatregelenpakketten 30%-50% van de wateren aan de ecologische doelen voldoen. Dit is vooral het gevolg van een verbeterde inrichting (hermeandering, natuurvriendelijke oevers, vispassages).
Om de ecologische doelen van de Kaderrichtlijn Water in alle wateren te halen, is zowel aanvullende inrichting als verdere terugdringing van de nutriëntenbelasting nodig. Bemesting volgens het bemestingadvies op alle landbouwgronden en een aanzienlijk oppervlak zuiveringsmoerassen zijn opties om de nutriëntenbelasting verder te verminderen. De effecten hiervan zijn echter nog onzeker en de kosten hoog.
Auteurs
Kenmerken
- Publicatietitel
- Milieubalans 2008
- Publicatiedatum
- 11 september 2008
- Publicatie type
- Publicatie
- Publicatietaal
- Nederlands
- Productnummer
- 55