Proefschrift over mondiale uitstoot broeikasgassen van Jos Olivier

Publicatie

Dit proefschrift behandelt de kwaliteit van emissie-inventarisaties van de wereldwijde uitstoot (emissies) van stoffen naar de lucht. Een emissie-inventarisatie, of zoals men in het Brusselse zegt ‘emissie-inventaris’, is een verzameling van schattingen van de hoeveelheden van één of meer stoffen die geëmitteerd zijn door verschillende bronnen in een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een jaar. Deze bronspecifieke getallen hebben betrekking op een bepaald gebied of de locaties van zogenaamde punt-bronnen en op een bepaalde historische periode. De mondiale groei van de uitstoot van methaan, het tweede broeikasgas na kooldioxide, is in de jaren negentig vrijwel tot stilstand gekomen. In de periode 1970-1990 was de groei nog 25 procent. De afname is mede het gevolg van reductiemaatregelen in het kader van het VN-Klimaatverdrag. Dit concludeert drs. Jos Olivier in zijn onderzoek waarop hij op 9 september hoopt te promoveren aan de faculteit Natuur- en Sterrenkunde.

Voor de verklaring van de 'bruine smogwolk' in Azië waarover onlangs door de UNEP gerapporteerd werd en de buitenlandse reducties voor het halen van de Nederlandse doelstelling van het Kyoto Protocol zijn internationale emissie-inventarisaties nodig. De mondiale groei van de uitstoot van methaan, het tweede broeikasgas, is in de negentiger jaren vrijwel tot stilstand gekomen, terwijl de groei in de periode 1970-1990 nog 25% was. Dit is mede het gevolg van reductiemaatregelen in het kader van het VN-Klimaatverdrag. Dit concludeert drs. Jos Olivier in zijn proefschrift waarop hij op 9 september bij de Universiteit Utrecht hoopt te promoveren. Onderzoekers van TNO en RIVM hebben de afgelopen jaren actuele mondiale emissie-inventarisaties ontwikkeld voor de periode vanaf 1970. De resultaten hiervan worden nationaal en internationaal gebruikt bij het nemen van milieumaatregelen, voor verificatie van nationale emissierapportages en voor atmosferisch-chemisch onderzoek. De gegevens kunnen ook gebruikt worden om de kwaliteit van de officiële rapportages van de landen te kunnen onderzoeken.

Noodzaak van mondiale emissie-inventarisaties

Door de wereldwijde uitstoot van luchtvervuilende stoffen als gevolg van menselijk handelen verandert de samenstelling van de atmosfeer. Mondiale emissie-inventarisaties zijn nodig om de effecten hiervan op mens en milieu te onderzoeken. Een team onderzoekers van het RIVM in Bilthoven en TNO in Apeldoorn heeft, onder leiding van promovendus Jos Olivier, een zeer grote hoeveelheid data verzameld, geanalyseerd en bewerkt tot actuele en consistente mondiale emissie-inventarisaties van broeikasgassen voor de jaren vanaf 1970, genaamd 'EDGAR 3.2', en ook de kwaliteit hiervan onderzocht.

Controleerbare cijfers en andere kwaliteitsaspecten

Belangrijke kwaliteitsaspecten voor toepassingen van emissie-inventarisaties zijn de consistentie en de vergelijkbaarheid van de berekeningsmethodieken voor verschillende landen, emissiebronnen en jaren. Diverse officiële landenopgaven van emissies - zoals voor het Kyoto Protocol - voldoen nu nog niet aan de op deze punten gestelde eisen. Verder is van belang compleetheid qua bronnen en jaren, transparantie (een goede beschrijving van emissiebronnen, berekeningsmethoden en gebruikte gegevens), en natuurlijk nauwkeurigheid (schatting van de onzekerheid in de gerapporteerde emissiecijfers). Dat ook onafhankelijke controle, ofwel verificatie, van gerapporteerde emissies of emissietrends belangrijk is, wordt duidelijk als men zich realiseert dat iedere voor emissie-inventarisatie noodgedwongen gebruik gemaakt wordt van een selectie van beschikbare informatie en geschatte factoren.

Promotieonderzoek Jos Olivier

Deze en andere aspecten zijn onderzocht door drs. Jos Olivier (46), die als senior onderzoeker werkzaam is bij het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM, aan de hand van de constructie van mondiale inventarisaties van de uitstoot van broeikasgassen. Hij hoopt op 9 september a.s. op dit onderwerp bij de Universiteit Utrecht te promoveren. Veel conclusies uit de mondiale studie zijn ook toepasbaar op inventarisaties voor individuele landen. Deze studie, die in 1992 gestart is en waarvan Olivier projectleider was, was een onderdeel van het Nationaal Onderzoekprogramma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering en maakte ook deel uit van internationale onderzoekprogramma's voor atmosfeeronderzoek.

Mondiale uitstoot van methaan

Een voorbeeld van de resultaten is de inventarisatie van de mondiale uitstoot van methaan, dat na kooldioxide het belangrijkste broeikasgas is. De mondiale groei van de emissies is een delicate balans van verschillende sectortrends. Volgens de nieuwste berekeningen in de negentiger jaren is die vrijwel tot stilstand gekomen, terwijl de berekende groei in de periode 1970-1990 circa 25% was. Ondanks de onzekerheden in de schattingen is de conclusie dat de volgende belangrijke factoren voor de ombuiging van de mondiale emissiegroei verantwoordelijk zijn: de terugval van de economie in de voormalige Sovjet-Unie, maar ook structurele veranderingen in verschillende regio's bij emissiebronnen als veeteelt (hogere productiviteit per dier), kolenmijnen (meer bovengrondse winning), rijstverbouw (andere soorten en verbouwwijze) en afvalstortplaatsen (andere samenstelling van het afval). Ook de terugwinning van methaan uit vuilstorts en mijnen (en het gebruik daarvan als energiebron) heeft een waarneembaar effect op de trend.

Andere toepassingen van de resultaten

De resultaten van de RIVM/TNO-studie worden wereldwijd door andere wetenschappers gebruikt in atmosferisch-chemisch modelonderzoek. De nieuwe emissiecijfers bevestigen dat de 'bruine smogwolk' die onlangs in Zuid-Oost Azië vastgesteld is, veroorzaakt wordt door de uitstoot van stoffen als stikstofoxides en koolmonoxide in de regio, die ter plaatse gezamenlijk in de atmosfeer reageren en dan smog vormen. De uitstoot van deze stoffen is met name in de 90-er jaren zeer sterk gegroeid. Zo is China bijvoorbeeld het wegverkeer sinds 1990 meer dan verdubbeld en in de Filippijnen en Hong Kong zelfs vervier- of vijf-voudigd. Ook worden de inventarisaties gebruikt voor calibratie van zgn. remote-sensing-apparatuur in satellieten zoals SCIAMACHY, waarmee de concentratie van luchtvervuiling gemeten wordt. Een voorbeeld van een beleidstoepassing is het gebruik van de studieresultaten voor de ontwikkeling van richtlijnen voor het maken van nationale inventarisaties. Een ander voorbeeld is onderzoek van de mogelijkheden voor emissiereductie in en emissiehandel met het buitenland. Deze beleidsmatige toepassingen zijn van belang voor de uitvoering van het Kyoto Protocol over de beperking van de uitstoot van broeikasgassen.

Auteurs

Olivier, J.G.J.

Kenmerken

Publicatietitel
Proefschrift over mondiale uitstoot broeikasgassen van Jos Olivier
Publicatiedatum
9 september 2002
Publicatie type
Publicatie
Publicatietaal
Engels
Productnummer
90908