Regionale arbeidsmarkteffecten van de energietransitie: een scenarioverkenning

In deze studie verkent het PBL met behulp van acht extreme scenario’s hoe sterk de gevolgen van de energietransitie uiteen kunnen lopen tussen regionale arbeidsmarkten, afhankelijk van hoe deze transitie tussen 2025 en 2030 vorm krijgt. Hoe de investeringen in de energietransitie zijn verdeeld over regio’s en technologieën en wie de lasten daarvan draagt, is van invloed op hoeveel spanning er op de regionale arbeidsmarkten ontstaat. Dat is belangrijk voor afwegingen bij de invulling van het klimaatbeleid, omdat meer spanning op de arbeidsmarkt een soepel en inclusief verloop van de energietransitie kan belemmeren.

Energietransitie: vraag naar arbeid stijgt in bijna alle regio’s

Naar verwachting zorgt de energietransitie in Nederland in de komende vijf tot tien jaar voor een toename in de vraag naar arbeid door bedrijven. Dat komt omdat de productie verschuift naar meer arbeidsintensieve activiteiten. Hierdoor ontstaan nationaal maar ook in bijna alle regio’s meer vacatures dan werkzoekenden; de spanning op de arbeidsmarkt stijgt dus.

De mate waarin dat gebeurt, hangt af van hoe de investeringen in de energietransitie zijn verdeeld over regio’s en technologieën. Of vooral huishoudens dan wel bedrijven de lasten van de energietransitie dragen, heeft slechts beperkt invloed op hoe de vraag naar arbeid verschilt tussen regio’s.

Meer investeringen in de techniek vergroot de spanning op de arbeidsmarkt

Omdat er meer vacatures dan werkzoekenden ontstaan, kost het bedrijven moeite om de extra vacatures te vervullen. De spanning die hierdoor ontstaat wordt verder vergroot als investeringen in de energietransitie vooral leiden tot meer vraag naar arbeid in sectoren zoals de productie van elektrische apparatuur en machines.

Slechts een klein deel van de werkzoekenden beschikt over een technische achtergrond. Omdat veel van de bedrijven die deze producten maken, zijn gevestigd in Zuidoost-Noord-Brabant en Twente zal dan vooral daar de spanning op de arbeidsmarkt oplopen.

Veel investeren in enkele regio’s vergroot ook de spanning op de arbeidsmarkt

Als er in enkele regio’s wordt geïnvesteerd in de productie van elektriciteit op basis van hernieuwbare bronnen stijgt de spanning op de arbeidsmarkt meer dan wanneer deze investeringen meer gelijkmatig worden verdeeld over het land. Hoewel het totaal aantal vacatures dat ontstaat niet verschilt, kost het bedrijven meer moeite om deze te vervullen bij een ruimtelijk geconcentreerd investeringspatroon.

Omdat de meeste vacatures dan in enkele regio’s ontstaan, zullen werkzoekenden uit andere regio’s moeten verhuizen om deze te kunnen vervullen. Veel werkzoekenden zijn daartoe niet bereid vanwege de grote gevolgen voor hun sociale leven. Daardoor kan de spanning op de arbeidsmarkt overal stijgen: op sommige plekken omdat de werkzoekenden daar meer moeite hebben om ander werk te vinden, op andere plekken omdat vacatures onvervuld blijven.

Rol van beleid bij verminderen van de spanning op de arbeidsmarkt

Meer spanning op de arbeidsmarkt betekent niet automatisch dat er ook meer arbeidsmarktbeleid nodig is voor een soepel en inclusief verloop van de energietransitie. Dit hangt af van in hoeverre bedrijven en arbeidskrachten hun gedrag kunnen en zullen aanpassen in reactie op de ontstane discrepantie tussen vraag en aanbod, en of deze aanpassingen voldoende zijn om deze discrepantie op te lossen.

Deze studie is een vervolg op twee eerder verschenen studies:

Kenmerken

Publicatietitel
Regionale arbeidsmarkteffecten van de energietransitie: een scenarioverkenning
Publicatiedatum
2 september 2020
Publicatie type
Rapport
Publicatietaal
Nederlands
Productnummer
4207