Visie van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) op biobrandstoffen

Publicatie

In deze notitie geeft het MNP zijn visie over ontwikkelingen in de agrarische sector op het gebied van biobrandstoffen. Hierin wordt ingegaan op de volgende beleidsvragen: (a) In welke mate kunnen biobrandstoffen bijdragen aan de reductie van broeikasgasemissies; (b) Kunnen biobrandstoffen bijdragen aan de verduurzaming van de Nederlandse landbouwsector; en (c) Wat zijn de mogelijke nadelen van biobrandstoffen en hoe kan het beleid daarmee omgaan? De notitie is opgesteld voor een Rondetafel-bijeenkomst van de Tweede Kamercommissie LNV op 28 september 2005. Daarbij is gevraagd om aanvullende informatie over de kosten-effectiviteit van biobrandstoffen bij hoge ruwe olieprijzen. In de Annex bij de notitie wordt ingegaan op deze vraag.

Stimulering biobrandstoffen niet zonder risico’s

Naar aanleiding van een Rondetafel-bijeenkomst van de Tweede Kamercommissie LNV op 28 september 2005 heeft het MNP een visiedocument opgesteld over biobrandstoffen. Nederland staat op het punt om de EU-richtlijn biobrandstoffen voor Nederland in te vullen. Deze richtlijn stelt dat biobrandstoffen in 2005 een aandeel van 2% in de totale hoeveelheid transportbrandstof (benzine/diesel) moet hebben en een aandeel van 5,75% in 2010.

Biobrandstoffen kunnen worden toegepast voor vervoersdoeleinden en voor elektriciteitopwekking. Toepassing voor vervoer leidt op dit moment tot geringere emissiereductie, tegen hogere kosten, dan toepassing voor elektriciteitopwekking. In de toekomst kan dit verbeteren als met nieuwe technieken een tweede generatie biobrandstoffen voor vervoer kan worden gemaakt. Hiermee zou bij de introductie van de huidige biobrandstoffen voor vervoer rekening moeten worden gehouden.

Uit onderzoek blijkt dat het telen van energiegewassen in Nederland geen hoge vlucht zal nemen, onder andere vanwege de hoge grondprijzen en vanwege rendabeler teeltalternatieven voor akkerbouwers. Voor de verbetering van de ‘vitaliteit van het platteland’ in Nederland is het stimuleren van biobrandstoffen daarom geen effectief beleid. Desondanks valt niet uit te sluiten dat individuele akkerbouwers wèl kansen zien om bijvoorbeeld koolzaad te telen.

Als Nederland op grote schaal biobrandstoffen gaat toepassen, zal er dus op grote schaal biobrandstof worden geïmporteerd. Grootschalige teelt van biobrandstoffen brengt ook mondiaal gezien kansen en bedreigingen met zich mee. De kansen bestaan uit economische vooruitgang in de herkomstregio’s. Bedreigingen treden op door concurrentie met ruimtegebruik voor voeding en natuur; er bestaat kans op ontbossing, landdegradatie en afname van biodiversiteit. Ook de sociaal-economische omstandigheden kunnen daardoor in bepaalde herkomstregio’s van biobrandstoffen verslechteren.

Al deze aspecten, inclusief de externe milieu-effecten als gevolg van transport, dienen gewogen te worden. Ook verdient het aanbeveling om internationaal te werken aan duurzaamheidscriteria en/of certificering.

ANNEX: Invloed van olieprijzen op kosteneffectiviteit biobrandstoffen

Tijdens de Rondetafel-bijeenkomst werd gevraagd om aanvullende informatie over de kosten-effectiviteit van biobrandstoffen bij hoge ruwe olieprijzen. In de Annex bij de notitie wordt ingegaan op deze vraag. Aangezien de kosteneffectiviteit die rekening houdt met de emissies in het buitenland (“well-to-wheel”) in het geval van biobrandstoffen substantieel anders is dan berekend volgens de internationale verplichtingen van het Kyoto-verdrag (UNFCC methodiek) worden de kosteneffectiviteiten ook volgens de UNFCC-methodiek gepresenteerd.

Deze MNP-notitie is opgesteld naar aanleiding van een Rondetafel-bijeenkomst van de Tweede Kamercommissie LNV over biobrandstoffen op 28 september 2005.

Kenmerken

Publicatietitel
Visie van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) op biobrandstoffen
Publicatiedatum
28 september 2005
Publicatie type
Publicatie
Productnummer
91581