Gemeentelijke warmteplannen vragen concretisering

Gemeenten hebben een grote variëteit aan plannen geformuleerd voor verduurzaming van de gebouwde omgeving in hun Transitievisies Warmte (TVW). Maar veel van deze plannen zijn nog voorwaardelijk en weinig concreet. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een analyse van de 338 warmteplannen die gemeenten in 2021 hebben opgesteld.

In het Klimaatakkoord (2019) kregen gemeenten de rol van regisseur van de lokale warmtetransitie toebedeeld. Daartoe moesten de gemeenten een Transitievisie Warmte opstellen. Deze documenten hadden geen vast format of hard doel. Daardoor hebben gemeenten de plannen op zeer uiteenlopende wijze ingevuld, wat het lastig maakte om de plannen onderling te vergelijken. Om de plannen te analyseren heeft het PBL nu een overzicht gemaakt van technische keuzes, randvoorwaarden en de mogelijke bijdrage aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

Uit deze analyse blijkt dat 70 procent van de gemeenten het doel van een aardgasvrije gebouwde omgeving onderschrijft, terwijl andere veel genoemde doelen ‘energieneutraal’ en ‘klimaatneutraal’ zijn. Van de 9 miljoen woningen en andere gebouwen in Nederland vallen er 6,9 miljoen onder minstens één verduurzamingsplan. Voor het jaar 2030 vallen 1,7 miljoen woningen en andere gebouwen onder minstens één plan. Een kwart daarvan heeft de uitvoeringsfase in zicht.

Meeste plannen nog in voorbereidende of onderzoekende fase

De meeste plannen zijn nog weinig concreet en bevinden zich nog in een onderzoekende of voorbereidende fase. 74 procent van de plannen in de TVW’s heeft geen kwantitatief doel en minder dan de helft van de gemeenten heeft tussendoelen gesteld voor 2030. Ook worden technische keuzes en tijdpaden vaak nog niet benoemd. In de transitievisies die dit wel doen staan voor 2030 plannen voor 370 duizend nieuwe warmtenetaansluitingen, 79 duizend elektrische warmtepompen, en 82 duizend hybride warmtepompen. Voor nog eens een half miljoen woningen en andere gebouwen wordt de installatiekeuze nog open gehouden.

Als we aardgasvrije woningen tellen blijft de teller zo maximaal steken op twee derde van het doel van 1,5 miljoen verduurzaamde woningen en andere gebouwen in 2030 uit het Klimaatakkoord. Als ook de plannen voor na-isolatie worden meegeteld, kan het doel uit het Klimaatakkoord gehaald worden, op voorwaarde dat de plannen die nog niet in de buurt van uitvoeringsfase zijn worden versneld en alle randvoorwaarden en obstakels worden aangepakt.

Obstakels wegnemen

De realisatie van veel plannen is afhankelijk van het invullen van randvoorwaarden en wegnemen van belemmeringen. Hierbij kijken gemeenten vooral naar het Rijk. 80 procent van de plannen noemt  financiële obstakels als belemmering. Ruim de helft van de plannen stelt haalbaarheid en robuustheid als voorwaarde. Er is een brede behoefte aan een duidelijk kader voor hoe gemeenten hun rol invullen. Fundamentele keuzes rondom de inzet van warmtenetten en hernieuwbare gassen moeten nog gemaakt worden.

Volgende actualisatie in 2026

De huidige analyse is een momentopname van de TVW’s. Om een grotere bijdrage aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving te kunnen leveren zullen de TVW’s bij de volgende actualisatie in 2026 concreter en uitgebreider moeten zijn. Het zal dan te kort dag zijn om nog een flinke bijdrage aan doelen voor 2030 te kunnen leveren. De geactualiseerde plannen kunnen wél een belangrijke rol spelen bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving in het decennium daarna.

Nieuw kabinetsbeleid in 2022

In mei 2022 (dus na de formulering van de TVW’s) heeft het kabinet in het programma Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving naast het doel uit het Klimaatakkoord van 1,5 miljoen verduurzaamde woningen in 2030 een doel geformuleerd van 2,5 miljoen geïsoleerde woningen in 2030. Het programma richt zich onder meer op het wegnemen van obstakels door extra subsidie en het beschikbaar stellen van gunstige vormen van financiering. Ook werkt het kabinet aan wetgeving die gemeenten meer bevoegdheden geeft voor inrichting van de warmtetransitie.

Beperkte bijdrage aan doel restemissies

In hun huidige vorm dragen de Transitievisies Warmte met 2,1 Mton CO2-reductie maximaal een vijfde bij aan de benodigde emissiedaling om door het kabinet genoemde indicatieve emissiedoelen in de gebouwde omgeving in 2030 te realiseren. Dan zouden ook plannen die zich nog in de voorbereidende of onderzoekende fase bevinden al uitgevoerd moeten zijn.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Klimaat en energie

Analyseren van het effect van beleid op de broeikasgasreductie, nu en in de toekomst, en verkennen van verschillende opties waarmee de reductiedoelen gehaald kunnen worden.

Meer over klimaat en energie