Klimaatonderzoeker die uiteenlopende disciplines samenbrengt

Spinozalaureaat Detlef van Vuuren: “Laat de toekomst niet alleen duurzaam zijn, maar ook rechtvaardig”

De “broeikasboekhouder van de wereld”, zo omschreef de Volkskrant hem al eens. Geen onterechte kwalificatie voor Detlef van Vuuren: zijn onderzoek heeft bijgedragen aan onder meer het Klimaatakkoord van Parijs en speelt een belangrijke rol in rapporten van het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Nu krijgt hij voor zijn wetenschappelijke werk de Spinozapremie: de hoogste onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. “Er liggen aantrekkelijke oplossingen voor ons klaar die niet alleen economisch voordelig zijn, maar ook nog eens de levens van miljarden mensen over de hele wereld verbeteren.”

De mens staat voor de grote uitdaging om de huidige wereldwijde klimaat- en duurzaamheidcrisis te beheersen. Om dit voor elkaar te krijgen, is er kennis nodig vanuit sociaal-economische, technologische en natuurwetenschappen. Het onderzoek van Detlef van Vuuren (1970), klimaatonderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en hoogleraar Integrated Assessment of Global Environmental aan de Universiteit Utrecht, verbindt deze disciplines via het IMAGE-model. Voor die baanbrekende wetenschappelijke prestatie ontvangt Van Vuuren de Spinozapremie. Aan deze prijs is een geldbedrag verbonden van 1,5 miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek en activiteiten met betrekking tot kennisbenutting.

Relevant én academisch

Het combineren van zijn twee rollen – die van senior onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving en van hoogleraar bij de Universiteit Utrecht - stelt Van Vuuren in staat om zijn onderzoek via het IMAGE-model om te zetten in praktische toepassingen. “Ik prijs mezelf gelukkig dat ik mijn onderzoek bij het PBL heb kunnen combineren met een leerstoel aan de Universiteit Utrecht.” Hij is dan ook een vurig en succesvol promotor van het combineren van academisch en beleidsrelevant onderzoek en vormt het levende bewijs dat het mogelijk is om grotendeels buiten de academische wereld te werken en toch onderzoek te doen dat van groot wetenschappelijk en maatschappelijk belang is. “Want doordat ik de wereld van het wetenschappelijk onderzoek combineer met die van het toegepaste beleid, is wat ik doe ook meteen relevant.”

Allerhoogste Nederlandse onderscheiding

“We zijn ontzettend verheugd bij het PBL, dat Detlef van Vuuren de allerhoogste Nederlandse onderscheiding die je als wetenschapper kunt krijgen, ontvangen heeft. Het is een erkenning van zijn toppositie in de internationale klimaatwetenschap,” reageert PBL-directeur Marko Hekkert. ‘Wij zijn verguld dat iemand met zijn kwaliteiten als wetenschapper bij ons werkt en bijdraagt aan het ontwikkelen van de beleidsrelevante kennis, waar het PBL voor is opgericht. Dit is een erkenning van zijn werk en het belang van dit soort kennis.’

Aantrekkelijke oplossingen voor klimaat en mensheid

De invloed van Van Vuuren's werk met het IMAGE-model reikt ver. Zijn onderzoek heeft bijgedragen aan meerdere rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Deze rapporten vormen de basis voor internationale klimaatonderhandelingen en beleidsmaatregelen. Zo ontwierp zijn team met het IMAGE-model de standaardscenario’s voor de opwarmingsdrempels van 1,5°C en 2°C, die een belangrijke rol spelen in het Klimaatakkoord van Parijs. De selectiecommissie van de Spinozapremie beschrijft het onderzoek van Van Vuuren dan ook als ‘zeer relevant en verbredend in de discussie over klimaat, biodiversiteit en de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties’. Welke doelen en ambities heeft hij zichzelf gesteld? “We moeten beter begrijpen hoe we oplossingen kunnen vinden voor duurzaamheidsuitdagingen die zowel effectief als eerlijk zijn. Het is zó onverstandig dat we afstevenen op een wereldwijde gemiddelde temperatuur die voor miljarden mensen nadelig uitpakt. Dat zal ook enorme economische kosten hebben. Er liggen gelukkig aantrekkelijke oplossingen voor ons klaar die niet alleen economisch voordelig zijn, maar ook nog eens de levens van miljarden mensen over de hele wereld verbeteren.”

Het belang van klimaatrechtvaardigheid

Daarmee raakt hij aan een thema steeds belangrijker wordt in zijn werk: rechtvaardigheid. Zijn model houdt rekening met variabelen zoals energie- en landgebruik, emissies en demografische veranderingen. Deze benadering maakt het mogelijk om wetenschappelijk onderbouwde scenario's te ontwikkelen die de toekomstige impact van klimaatbeleid verkennen. Vergelijkbare scenario’s kunnen ook worden gemaakt voor andere duurzaamheidsthema’s zoals biodiversiteitsverlies en luchtverontreiniging. “Het gaat om een integrale aanpak. We hebben in het verleden toch vooral gekeken naar de einddoelen: laten zien hoe ze kunnen worden bereikt, bewijzen dat het mogelijk is om binnen 1,5 graden en zeker ruim onder de 2 graden opwarming te blijven en ook laten zien hoe aantrekkelijk dit kan zijn vanuit veel verschillende perspectieven. Maar ondertussen zijn we te weinig bezig met hoe we de verantwoordelijkheid voor klimaatactie rechtvaardiger kunnen verdelen.” Van Vuuren wijst in dat verband op de rol die steenkool speelt in de klimaatverandering. “Uit ons onderzoek blijkt dat uitfaseren van steenkool de "kostenoptimale" oplossing is. Maar het grootste deel van dat steenkoolgebruik vindt plaats in India en China! Economen hebben vaak gezegd: ok, maar dan kunnen rijke landen voor reducties elders betalen. Maar gebeurt dit ook? Als je je alleen richt op kostenoptimale oplossingen, kun je situaties creëren die gewoon oneerlijk zijn. Je kunt niet verwachten dat landen het voortouw nemen in oplossingen voor problemen die voor het grootste deel door andere landen worden veroorzaakt. Klimaatrechtvaardigheid moet dus een veel centraler onderdeel van onze scenario's zijn, zodat we verschillende toekomstscenario’s kunnen schetsen die niet alleen duurzaam, maar ook rechtvaardig zijn.”

Echte kennis ter discussie

Van Vuurens grootste zorg is dat de wetenschap steeds meer ter discussie wordt gesteld. “Als we in een wereld zouden leven waar we zouden handelen op basis van wetenschappelijke feiten, dan zou het misschien nog lastig zijn de doelstelling van minder opwarming dan 1,5 graad te halen, maar ik ben ervan overtuigd dat we de doelstelling van 2 graden niet zouden overschrijden. Helaas stellen we op dit moment ook echte kennis te veel ter discussie. Alternatieve feiten zijn overal. Maar ik ben optimistisch van aard. Onze samenleving opereert niet altijd op de meest verstandige manier, maar ik heb ook gezien hoe sommige ontwikkelingen langzamerhand toch de goede kant op gaan, al dan niet gebaseerd op advies vanuit de wetenschap.”

Stevinpremie voor bestuurskundige Paul ’t Hart

Naast de Spinozapremie reikt NWO ook jaarlijks de Stevinpremie voor onderzoek met groot maatschappelijk belang. Dit jaar is de winnaar Paul ’t Hart. Hij is behalve hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht ook lid van het begeleidingscollege van het PBL. In de woorden van NWO: “‘t Hart heeft duizenden ambtenaren opgeleid en adviseerde honderden overheden en ambtsdragers op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Hij heeft een indrukwekkend netwerk en een uitstekende reputatie binnen en buiten de landsgrenzen, als onderzoeker en als beleidsadviseur. ‘t Hart wordt gerekend tot de invloedrijkste bestuurskundewetenschappers van Nederland en is de initiator van een nieuwe beweging: positieve bestuurskunde.” PBL-directeur Marko Hekkert: “Wij zijn heel blij met de inzichten van Paul ‘t Hart in het begeleidingscollege. Daar plukken we elke vergadering de vruchten van!”

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Klimaat en energie

Analyseren van het effect van beleid op de broeikasgasreductie, nu en in de toekomst, en verkennen van verschillende opties waarmee de reductiedoelen gehaald kunnen worden.

Meer over klimaat en energie