Nationale strategie voor klimaatadaptatie vergt aanvullende kennis over risico's
Voor een brede nationale strategie om Nederland klimaatbestendiger te maken, is meer inzicht nodig in de risico’s van klimaatverandering voor de energievoorziening, transport en infrastructuur, ICT, gezondheid en de effecten op natuur. Ook mogelijke effecten in Nederland van klimaatverandering elders in de wereld zouden daarbij meegenomen moeten worden.
Dit staat in het rapport dat het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) heeft opgesteld op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). In samenwerking met het KNMI heeft het PBL in dit rapport in kaart gebracht welke stappen nodig zijn om in 2017 tot een Nationale Adaptatiestrategie te komen.
Integrale Klimaatagenda als opmaat naar Nationale Adaptatiestrategie
De staatssecretaris van IenM heeft mede namens de minister de Tweede Kamer toegezegd een Integrale Klimaatagenda Mitigatie/Adaptatie op te stellen. Deze Klimaatagenda sluit aan bij de adaptatiestrategie die de Europese Commissie medio april 2013 heeft uitgebracht. Hierin vraagt de Commissie alle EU-lidstaten om in 2017 op basis van kwetsbaarheden en risico’s te komen met een brede nationale adaptatiestrategie.
Nationale Adaptatiestrategie vergt aanvullend inzicht in klimaatrisico’s in Nederland…
In het Deltaprogramma ligt de focus op waterveiligheid, zoetwatervoorziening en het klimaatbestendig maken van steden. Daarmee zijn de overheersende gevolgen van klimaatverandering al behoorlijk gedekt. Niettemin vraagt de Nationale Adaptatiestrategie, die in 2017 gereed moet komen, om een breder inzicht in de risico’s voor Nederland als gevolg van klimaatverandering. In het rapport stellen het PBL en het KNMI de volgende aanvullende aandachtsgebieden voor: (1) energievoorziening, (2) infrastructuur en transport, (3) ICT, (4) gezondheid en (5) natuur. Al deze aandachtsvelden zijn gevoelig voor klimaatveranderingen; de energienetwerken, transportnetwerken en ICT netwerken zijn in het bijzonder gevoelig voor de toename in frequentie en intensiteit van weersextremen, zoals onweer, piek- en hagelbuien, windhozen, hitte, droogte en mist. Omdat er bovendien veel samenhang is tussen de energie-, transport- en ICT-netwerken, is het nodig aard en omvang van de kwetsbaarheden en risico’s breed te analyseren. Gegeven de nog grote onzekerheden pleiten het PBL en KNMI er voor ook mogelijke effecten van worst case-klimaatscenario’s mee te nemen.
… en in mogelijke gevolgen voor Nederland van klimaateffecten elders in de wereld
De nadelige effecten van klimaatverandering kunnen elders in Europa en in de wereld aanzienlijk ernstiger zijn dan in Nederland. Die kunnen indirect ook weer risico’s voor Nederland opleveren, bijvoorbeeld door verstoringen van voedsel- en handelsstromen, en van de aanvoer van grondstoffen, toenemende prijsfluctuaties en verscherping van de internationale verhoudingen. Ook deze risico’s kunnen nog beter in kaart gebracht worden, bij voorkeur in samenwerking met andere EU-lidstaten.
Klimaatverandering biedt ook kansen: actieve rol voor het Rijk?
Klimaatverandering biedt mogelijk ook kansen. Deze liggen bijvoorbeeld bij de export van Nederlandse kennis over een klimaatbestendige ontwikkeling van een delta, maar ook bij de land- en tuinbouw, de recreatie en het toerisme: sectoren waarvoor de internationale concurrentiepositie van Nederland binnen Europa naar verwachting gunstiger wordt. Op dit moment is het reageren op eventuele nieuwe kansen aan de marktpartijen in de landbouw- en de recreatiesector. In het traject naar de Nationale Adaptatiestrategie voor 2017 kan worden nagegaan of hierbij een actieve rol voor de Rijksoverheid wenselijk is.
Klimaatadaptatie integreren in lopende nationale transitieprocessen
Het Rijk staat momenteel voor strategische keuzes bij transities van energie-, water- en transportsystemen, en bij de herijking van het natuurbeleid. Dit biedt kansen om, waar nodig, tegelijkertijd de kwetsbaarheid van een systeem voor klimaatverandering te verminderen. Hiervoor is het wel nodig dat de ministeries alert zijn op een vroegtijdige integratie van de opgaven voor klimaatadaptatie in deze processen. Het zou helpen als de beleidsverantwoordelijkheid voor klimaatadaptatie duidelijk bij de ministeries zou zijn belegd.