PBL presenteert aanpak voor monitoring 30 Regionale Energie Strategieën
Op dit moment zijn 30 energieregio’s bezig met het opstellen van hun concept Regionale Energie Strategie (RES). Volgens de huidige planning moeten zij voor 1 oktober 2020 in hun RES duidelijk maken wat hun ambities zijn voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit, de warmtetransitie in de gebouwde omgeving en de daarvoor benodigde opslag en energie-infrastructuur. Tussen 1 oktober 2020 en 1 februari 2021 analyseert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de 30 regionale plannen. In het rapport ‘Systematiek Monitor RES’ laten we zien hoe we deze analyse uitvoeren. Hieronder ook nadere uitleg met betrekking tot de huidige planning.
Kijkrichtingen
Vanaf 1 oktober gaat het PBL met een team van verschillende onderzoekers aan de slag om alle 30 plannen te bestuderen.
Zij doen dat vanuit 4 kijkrichtingen. Ze kijken in de eerste plaats naar kwantiteit: in hoeverre gaan de 30 regio’s erin slagen om gezamenlijk in 2030 ten minste 35 terawattuur hernieuwbare elektriciteit op te wekken uit windenergie op land of grootschalige installaties met zonnepanelen? Vervolgens letten ze op ruimtegebruik: hoe wordt rekening gehouden met bestaande functies en waardering van ruimte en toekomstige ruimtelijke opgaven? De impact van de regionale plannen op het energiesysteem en op de decentrale en nationale energie-infrastructuur is de derde op hun lijstje. Tot slot kijken ze hoe het zit met het bestuurlijk draagvlak voor en maatschappelijke betrokkenheid bij de totstandkoming van de RES’en.
Focus op nationaal en bovenregionaal niveau
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van het PBL om te beoordelen of individuele RES’en ambitieus genoeg zijn. Het PBL kijkt vooral naar het nationale en bovenregionale niveau. Door de dertig plannen naast elkaar te leggen, kan het PBL boven water krijgen waar knelpunten zijn om de energiedoelen te kunnen bereiken. Vervolgens zal het PBL generieke aanbevelingen doen en oplossingsrichtingen aanwijzen. Binnen het tijdsbestek van vier maanden zal het PBL een rapport opleveren waarmee de regio’s gezamenlijk hun winst kunnen doen.
Herziene planning in het licht van bestrijding van het coronavirus
Door de actuele omstandigheden in Nederland staat het democratische en maatschappelijke proces voor de uitwerking van de concept RES in verschillende regio's onder druk. In verband daarmee hebben de opdrachtgevers van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie besloten om het tijdschema voor het indienen van de concept RES te verruimen.
Doel is onverminderd het snelst mogelijke tijdpad te blijven volgen én daarbinnen de regio’s meer ruimte te bieden voor een politiek en maatschappelijk gedragen proces. Op 1 juni 2020 leveren de 30 regio’s hun (voorlopige) concept-RES in bij het NP RES. Hierna volgt een tussentijdse kwalitatieve analyse door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). PBL kijkt vanuit een integraal perspectief naar maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak, ruimtegebruik en systeemefficiëntie. NP RES en de regio’s gebruiken die kwalitatieve analyse om via het delen van kennis en het leren van elkaar de RES’en te verbeteren. En om belemmeringen met betrekking tot de uitvoering te agenderen en versnellen.
De regio's krijgen vervolgens niet tot 1 juni, maar tot 1 oktober 2020 de ruimte om hun bestuurlijk vastgestelde concept-RES in te dienen. Dit heeft ook gevolgen voor de kwalitatieve en kwantitatieve analyse die het PBL zal maken van de dertig concepten. Deze start nu niet op 1 juni, maar op 1 oktober. Uiterlijk 1 februari 2021 komt ons rapport beschikbaar.
Voor meer informatie over de planning, zie de website van NP RES.