Visie van het PBL op boek ‘De staat van het klimaat – een koele blik op een verhit debat’
Wetenschapsjournalist Marcel Crok bracht vorig jaar een kritisch boek uit over het functioneren van het IPCC en de stand van kennis van het klimaatsysteem. Als achtergrondmateriaal bij de ‘Staat van het klimaat 2010’, formuleerde het PBL hier een reactie op.
Het klimaatdebat zoals zich dat de laatste jaren manifesteert, maakt duidelijk dat klimaatwetenschap en klimaatbeleid in een nieuw tijdperk opereren; een tijdperk dat gekenmerkt wordt door een hoge mate van politisering en een zeer dynamische interactie tussen wetenschap en publiek debat. Deze ontwikkeling stelt steeds hogere eisen aan de wijze waarop de resultaten uit de klimaatwetenschap worden beoordeeld en samengevat voor beleidsmakers. Ook is het van belang om systematischer dan tot nu toe de argumenten van ‘klimaatsceptici’ te onderzoeken en beoordelen op hun houdbaarheid. Het Platform Communication on Climate Change (PCCC) krijgt regelmatig verzoeken van beleidsmakers, politici en andere professionals om wetenschappelijke duiding te geven aan berichten over klimaat die met regelmaat in de media en in de blogosfeer verschijnen. Maar ook stellingnames in artikelen in de wetenschappelijke literatuur vergen soms uitleg, zeker als het om afwijkende resultaten gaat.
Wetenschapsjournalist Marcel Crok bracht in november 2010 het boek ‘De staat van het klimaat – een koele blik op een verhit debat’ uit. Het is een kritisch verhaal over het functioneren van het Platform Communication on Climate Change (IPCC) en de stand van de kennis van het klimaatsysteem. De auteur heeft de kritiek op de bevindingen in het klimaatonderzoek zoals verwoord in de wereldwijde blogosfeer en in wetenschappelijke publicaties geïnventariseerd. Hieronder treft u de visie aan van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op die kritiek. Deze tekst is opgesteld door Leo Meyer en Bart Strengers van het PBL, die hiervoor deskundigen hebben geraadpleegd van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN, Bart Verheggen) en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI, Rob van Dorland, Bram Bregman, Geert Jan van Oldenborgh en Albert Klein Tank).