Rekentool beprijzing
PBL heeft de Rekentool beprijzing ontwikkeld om de effectieve CO2-prijs te kunnen bepalen voor broeikasgasemissies in Nederland. De rekentool koppelt de diverse beprijzingsinstrumenten aan de broeikasgasuitstoot uit alle verschillende bronnen in Nederland. Zo kan het overzicht ‘Klimaatverandering in de prijzen’ worden gemaakt, waarbij precies in beeld wordt gebracht wie hoeveel voor welk deel van de broeikasgasuitstoot in Nederland betaalt via verschillende beprijzingsinstrumenten, zoals EU ETS en belastingen op energie.
Aard van het model
Broeikasgasemissies worden in de markt te weinig of zelfs helemaal niet beprijsd, waardoor bedrijven en burgers onvoldoende rekening houden met hun bijdrage aan klimaatschade. De overheid zorgt er met diverse belastingen en andere beleidsinstrumenten voor dat broeikasgasemissies een prijs krijgen. Daardoor krijgt de vervuiling voor de vervuiler een prijs ('de vervuiler betaalt'), wat een prikkel geeft om vervuilend gedrag te verminderen. De diverse beprijzingsinstrumenten zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid om de verbranding van fossiele brandstoffen en daarmee de uitstoot van broeikasgasemissies te verminderen.
Het overzicht ‘Klimaatverandering in de prijzen ’ brengt in beeld hoe de diverse beprijzingsinstrumenten de verschillende emissies van broeikasgassen in Nederland beprijzen, door te kijken naar welke emissies de instrumenten daadwerkelijk beprijzen. De hoogte van de tarieven en het verband tussen de broeikasgasuitstoot en de activiteit waar het beprijzingsinstrument zich op richt bepalen de prijs op de emissies (zie ook Vollebergh et al. 2021).
De Rekentool beprijzing zorgt voor een consistente toewijzing van de beprijzing door de relevante beprijzingsinstrumenten aan de diverse broeikasgasemissies in Nederland. Daarbij wordt vastgesteld welke emissies vrijkomen bij de activiteiten waarop de instrumenten betrekking hebben (zoals bijvoorbeeld energiegebruik, waar diverse beprijzingsinstrumenten direct op aangrijpen). Er wordt rekening gehouden met de vormgeving van instrumenten en met eventuele vrijstellingen van specifieke toepassingen of activiteiten. De tarieven van de verschillende instrumenten worden onderling vergelijkbaar gemaakt door voor elk instrument en voor elk deel van de uitstoot waarop het instrument van toepassing is de zogenoemde effectieve CO2-prijs te berekenen. De effectieve CO2-prijs drukt het feitelijk van kracht zijnde tarief van een beprijzingsinstrument uit als prijs per ton CO2, rekening houdend met de relevante kenmerken van het instrument (Vollebergh et al. 2021).
Dit model gebruikt als basis voor de berekeningen gegevens over het gebruik van verschillende energiedragers voor diverse activiteiten door verschillende actoren zoals het CBS die publiceert in de energiebalans. Op basis daarvan berekent het model de energie gerelateerde CO2-emissies, waarbij gebruik wordt gemaakt van de standaard CO2-emissiefactoren die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) jaarlijks publiceert. Dit wordt aangevuld met gegevens van de Emissieregistratie voor broeikasgasemissies uit overige bronnen. Zo ontstaat een beeld van de totale broeikasgasuitstoot in Nederland. Het model koppelt daaraan de relevante tarieven voor alle instrumenten die expliciet dan wel impliciet broeikasgasemissies beprijzen, zoals de EU ETS prijs of de energiebelastingtarieven die gelden voor de verschillende energiegebruikscategorieën binnen sectoren, rekening houdend met de relevante grondslagen en vrijstellingen.
Het model is geïmplementeerd in Python 3. De benodigde data worden ingelezen vanuit de CBS-statistieken en de databases van de Klimaat- en Energieverkenning (KEV), aangevuld met informatie over de beprijzingsinstrumenten. Het model zorgt voor de benodigde omrekeningen en gewenste aggregaties en uitvoer van de resultaten van de berekeningen in het gewenste format.
Voor meer informatie zie Vollebergh et al. (2021), Klimaatverandering in de prijzen?
Waarvoor gebruikt het PBL dit model
Het PBL gebruikt de Rekentool beprijzing voor het maken van de overzichten van de beprijzing van broeikasgasemissies in Nederland (Klimaatverandering in de prijzen). De beprijzing is daarbij onderverdeeld naar beprijzingsinstrument en emissiecategorieën. Dit kan worden weergegeven in een figuur waarmee een beeld ontstaat van de samenhang tussen de verschillende instrumenten en verschillen in niveaus van de effectieve CO2-prijs voor verschillende delen van de broeikasgasuitstoot (zie hier de toelichting op de figuur). Ook ontstaat zo een beeld van de mate waarin de bijdrage van deze broeikasgasemissies aan klimaatschade al dan niet voldoende wordt beprijsd.
Voorbeelden van resultaten en studies
- Vollebergh, H, E. Drissen en C. Brink (2021), Klimaatverandering in de prijzen? Den Haag: PBL Planbureau voor de Leefomgeving.
- Brink, C. en H. Vollebergh (2023), Klimaatverandering in de prijzen: actualisatie. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Brink, C., A. Trinks, H. Vollebergh en P. Zwaneveld (2023), Afschaffing fossiele-energiesubsidies: eerder een hersenkraker dan een no-brainer. Den Haag: Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving.
- Brink, C. & H. Vollebergh (2024), Klimaatverandering in de prijzen in 2022 met een doorkijk naar 2030, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
- Brink, C. & H. Vollebergh (2024), Klimaatverandering in de prijzen in 2023, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Contact
Corjan Brink
Kenmerken
- Modeltitel
- Rekentool beprijzing