Consortium
Het PBL werkt samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), het Centraal Planbureau (CPB), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), RVO.nl, Rijkswaterstaat, Universiteit Utrecht (UU) en TNO om de transitie naar en de effecten van een circulaire economie te monitoren. Ieder instituut brengt zijn eigen specifieke kennis in.
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Als projectcoördinator heeft het PBL de eindverantwoordelijkheid. Het PBL draagt bij aan vrijwel elk onderdeel, zowel met betrekking tot het kwantitatieve beeld van de ontwikkeling van de circulaire economie als de daarmee samenhangende beleidsaspecten.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Het CBS levert en beschrijft cijfers gerelateerd aan primair en secundair materiaalgebruik, die door het CBS zelf worden samengesteld. Dit zijn onder andere gegevens uit de nationale rekeningen, milieu-rekeningen en milieu-statistieken. Ook berekent het CBS de milieudruk van productie en consumptie.
Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML)
Het Centrum van Milieuwetenschappen (CML) is onderdeel van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. De afdeling Industriële Ecologie doet onderzoek naar het metabolisme van de maatschappij: stromen en voorraden van materialen en energie, die enerzijds belangrijke functies vervullen in de maatschappij en anderzijds de oorzaak kunnen zijn van afvalvorming, schaarste en milieuproblemen. Om een circulaire economie beleid te ondersteunen, is kennis nodig van deze stromen en voorraden. Dit vormt een eerste stap naar het genereren van oplossingen en het vormgeven van een duurzame maatschappij waarin grondstoffengebruik niet langer verbonden is met genoemde problemen.
Centraal Planbureau (CPB)
Het CPB levert met zijn ramingen en beleidsanalyses een fundament voor het politieke beleidsdebat. Het doet onderzoek naar de Nederlandse economie en het sociaaleconomisch beleid in den brede. Voor beleidsmakers en het bredere publiek vertaalt het wetenschappelijke inzichten naar de dagelijkse beleidspraktijk, waarmee het CPB een nuchtere, feitelijke basis levert. Economisch inzicht kan leiden tot beter beleid. Beter beleid kan bijdragen aan een welvarender Nederland. Beleidsmakers en het bredere publiek zijn de doelgroep.
Met de onderzoekslijn circulaire economie levert het CPB beleidsanalyses aan voor beleid op het gebied van circulaire economie vanuit een breed welvaartseconomisch perspectief. De onderzoekslijn omvat het ontwikkelen van een algemeen evenwichtsmodel voor de circulaire economie (samen met PBL) dat bedoeld is voor het bepalen van de effecten van circulair economisch beleid en het maken van scenario’s voor de circulaire economie. De ontwikkeling van dit model wordt mede gefinancierd vanuit het werkprogramma monitoring en sturing Circulaire Economie.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl/circulaire-economie)
RVO.nl is verantwoordelijk voor de uitvoering van Rijksbeleid, bijvoorbeeld voor de toekenning van subsidies en fiscale regelingen op het gebied van onderzoek en innovatie. Binnen het werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie, levert RVO.nl meta-data over het gebruik van subsidies en regelingen voor de transitie naar een circulaire economie.
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en werkt dagelijks aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. We willen leven in een land dat beschermd is tegen overstromingen. Een land waar voldoende groen is, en voldoende en schoon water. En waar we vlot en veilig van A naar B kunnen. Daarvoor zetten de mensen van Rijkswaterstaat zich dagelijks in. Met ruim 200 jaar kennis van de inrichting van ons land weten ze dat dit meer is dan het technisch uitvoeren van projecten aan weg en water. Het gaat ook om de balans tussen al die belangen: economie, milieu, woongenot. Rijkswaterstaat betrekt daarom burgers bij de inrichting van hun leefomgeving en werkt samen met bijvoorbeeld waterschappen, gemeenten, bedrijven en kennisinstituten. Zo werken we met elkaar aan duurzame oplossingen voor een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Het RIVM draagt bij aan de transitie naar een circulaire economie en bewaakt hierbij de gezondheid en kwaliteit van de leefomgeving. We ontwikkelen daarom expertise, indicatoren en modelleringstools zodat we op een wetenschappelijke basis kunnen adviseren over slimme keuzes voor deze transitie. Binnen het werkprogramma monitoring CE richt het RIVM zich op effectmonitoring van circulair inkopen, op actiemonitoring en relevante indicatoren voor de vijf prioriteiten, op het ontwikkelen van een Grondstoffen Informatiesysteem (GRIS), én op het omgaan met zeer zorgwekkende stoffen en andere veiligheidsaspecten in een circulaire economie.
Tno
TNO draagt op basis van technologische kennis bij aan de ontwikkeling van methoden om de transitie naar een circulaire economie te kunnen volgen en verkennen. Dat doet TNO onder andere door een methodiek voor kritikaliteitsanalyse te ontwikkelen, te kijken naar leveringszekerheid van materialen, ketenanalyses uit te voeren binnen macro-economische beschrijvingen, methoden voor de milieu-impact van maatregelen uit de transitieagenda’s te ontwikkelen en de kennismakelaar voor de circulaire maakindustrie te zijn.
Universiteit Utrecht (UU)
Het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Utrecht draagt bij aan het werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie middels het ontwikkelen van theorie over de dynamiek van missiegedreven innovatiesysteem en het toepassen van deze theorie om de versnellende en vertragende factoren die de transitie naar circulaire economie beïnvloeden in kaart te brengen.