PBL publiceert vernieuwde Startanalyse aardgasvrije buurten
Met de geactualiseerde en verder uitgebreide Startanalyse aardgasvrije buurten helpt het Planbureau voor de Leefomgeving gemeenten bij het bepalen welke technieken in specifieke buurten de meest geschikte zijn voor het verwarmen van gebouwen zonder aardgas. De Startanalyse biedt per buurt kostencijfers voor de verschillende mogelijkheden om aardgasvrij te worden. Daarmee geeft het PBL gemeenten een krachtig instrument in handen om per buurt de strategie te vinden die tegen de laagste nationale kosten de verwarmingssystemen aardgasvrij kan maken.
Geen advies, maar hulpmiddel voor gemeenten
Gemeenten moeten bij het zoeken naar een alternatief voor verwarming op aardgas een eigen keuze maken. De Startanalyse van het PBL is géén advies, maar een hulpmiddel bij het maken van een passende keuze. Daartoe geeft deze Startanalyse technisch-economische informatie over uiteenlopende manieren om gebouwen verder te isoleren en aardgasvrij te verwarmen. Die manieren zijn gegroepeerd in vijf strategieën voor alternatieve energiedragers:
- individuele elektrische warmtepomp
- warmtenet met midden- tot hogetemperatuurbron
- warmtenet met lagetemperatuurbron
- groengas
- waterstof
Binnen deze vijf strategieën zijn 24 varianten uitgewerkt met de belangrijkste technieken die op dit moment beschikbaar zijn.
Op zoek naar de goedkoopste opties voor verduurzaming
De Startanalyse geeft informatie over de nationale kosten van de verschillende aardgasvrije verwarmingsstrategieën. Nationale kosten zijn de totale kosten in Nederland van alle maatregelen die nodig zijn om ergens (bijvoorbeeld in een buurt) een strategie uit te voeren, ongeacht wie die kosten betaalt. In de berekening daarvan zijn ook de baten van energiebesparing verrekend. Wie de nationale kosten uiteindelijk gaat betalen en met name hoe die kosten over eindgebruikers (burgers, bedrijven en overheden) verdeeld worden, hangt af van hoe en welke belastingen, heffingen en subsidies worden ingezet en hoe wetten en regelingen worden aangepast, zoals de Warmtewet en de Energiewet.
Bij het berekenen van de nationale kosten van de 24 varianten is zoveel als mogelijk rekening gehouden met de lokale kenmerken van de gebouwen in iedere buurt, met actuele kosten van onderzochte maatregelen en gevalideerde technische specificaties van installaties en energienetwerken. Door de uniforme berekeningsmethode kunnen de resultaten van alle buurten in het hele land goed met elkaar vergeleken worden. Deze cijfers geven gemeenten een solide startpositie voor verdiepende analyses met aanvullende gegevens die lokaal verzameld kunnen worden.
Kosten van eindgebruikers later in beeld gebracht
Eerder is aangekondigd dat de Startanalyse 2020 ook informatie over kosten van eindgebruiker zou bevatten. Bij nader inzien bleek dat niet zinvol, omdat binnen een buurt grote verschillen kunnen optreden tussen eindgebruikers en tussen gebouwen, en daarmee ook in de eindgebruikerskosten. Het berekenen van gemiddelde eindgebruikerskosten per buurt zou een beeld opleveren dat sterk afwijkt van de situatie van individuele eindgebruikers. Het zou niet bruikbaar zijn in het overleg met bijvoorbeeld bewoners. Daarom is besloten om een aparte rapportage over eindge-bruikerskosten te maken, die voortbouwt op deze Startanalyse en beter aansluit bij de diversiteit binnen buurten. Deze staat gepland voor begin 2021.
Veranderingen ten opzichte van de Startanalyse 2019
Eind 2021 moeten gemeenten hun transitievisie warmte gereed hebben. Omdat het opstellen van de transitievisie veel tijd vergt, wilden veel gemeenten snel beginnen. Daarom is in 2019 een eerste versie van de Startanalyse gepubliceerd, met een deel van de gewenste informatie. De vernieuwde Startanalyse is op tal van punten uitgebreid, verfijnd en geactualiseerd. De vier belangrijkste aanpassingen in de nieuwste versie van de Startanalyse zijn:
- Er is een extra isolatieniveau meegenomen in de berekeningen.
- Naast het schillabel B wordt nu voor woningen ook schillabel D doorgerekend, alleen voor de verwarmingstechnieken die bij dit isolatieniveau genoeg comfort bieden;
- Waterstof is toegevoegd als energiedrager in een nieuwe strategie;
- De data over beschikbare warmtebronnen zijn geactualiseerd;
- De actuele kosten en technische parameters zijn toegepast.
Startanalyse als onderdeel van de Leidraad voor gemeenten
De Startanalyse staat in het kader van het doel in het Klimaatakkoord 2019 om tussen nu en 2050 de gebouwde omgeving aardgasvrij te maken.
Het Rijk ondersteunt gemeenten met verschillende instrumenten, zodat zij goed onderbouwde transitievisies warmte en uitvoeringsplannen kunnen opstellen. De Startanalyse is een van de twee onderdelen van de zogeheten Leidraad voor gemeenten. Het andere onderdeel is de Handreiking voor lokale analyse van het Expertise Centrum Warmte (ECW). Het Rijk heeft het PBL gevraagd de Startanalyse te maken, zodat gemeenten een transparant en openbaar instrument ter beschikking hebben voor ondersteuning van lokale besluitvorming.