PBL publiceert quickscan van twee beleidspakketten voor het vervolg van de structurele aanpak stikstof

Het PBL is door het kabinet verzocht om het effect van twee beleidspakketten te analyseren om de stikstofuitstoot uit de landbouw terug te dringen en de natuur te verbeteren. Beide pakketten leiden tot vermindering van stikstofdepositie. De potentiële natuurverbetering is groter in het  pakket dat gericht is op stikstofreductie én extensivering van de landbouw. In beide pakketten is de verbetering afhankelijk van het slagen van  een aanzienlijke uitvoeringsopgave.

Om verdere stappen te zetten in de oplossing van de stikstofproblematiek en om goede condities voor Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten te realiseren, hebben de ministeries van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op ambtelijk niveau twee denkbare beleidspakketten opgesteld. Deze beleidspakketten zijn aanvullend op de zogeheten structurele aanpak stikstof en natuurversterking, die het kabinet in 2020 publiceerde. Variant A is een integraal pakket gericht op stikstofreductie én op de extensivering van de landbouw rond Natura 2000-gebieden en in veenweidegebieden. Variant B is vooral gericht op stikstofreductie. De berekende effecten zijn onder andere vanwege de onzekerheden in de modellen vooral geschikt om de ordegrootte van de te verwachten effecten te duiden en de twee maatregelenpakketten met elkaar te vergelijken.

Foto van beekherstel van de Modderbeek

De varianten verschillen sterk in hoe ze de stikstof- en natuurdoelen willen halen

Beide pakketten maken gebruik van opkoopregelingen om de veestapel met een derde te laten krimpen. Variant A maakt daarnaast gebruik van subsidies voor onder meer stalinnovatie, extensief grondgebruik en agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Variant B zet  meer in op prijsprikkels zoals een heffing op ammoniakuitstoot en verplichtingen. Ook geeft variant B geen invulling aan de bij opkoop van vee vrijgekomen gronden en de daaraan verbonden kosten. Mede hierdoor is het totaalbudget dat tot 2030 begroot is voor variant B lager (14 miljard euro) dan het budget dat begroot is voor variant A (30 miljard euro). Deze bedragen zijn inclusief de begroting van de structurele aanpak stikstof en natuurversterking van 5 miljard euro.

Een integrale aanpak biedt meer perspectief voor natuurwinst

Volgens de ramingen die het PBL in deze quickscan heeft verricht , leiden de beleidsvarianten  ertoe dat in 2030 75 procent (variant B) tot 80 procent (variant A) van de Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten op land in condities leeft die geschikt zijn voor een gunstige staat van instandhouding. De beleidsvarianten halen 2 tot 7 procentpunt meer natuurwinst dan de structurele aanpak stikstof. De aanvullende natuurwinst door het verminderen van de stikstofdepositie bedraagt in beide pakketten ongeveer 2 procentpunt. Variant A haalt ten opzichte van variant B meer natuurwinst omdat in deze variant naast stikstofreductie wordt ingezet op extensivering van de landbouw rond Natura 2000-gebieden en in veenweidegebieden. De beleidsvarianten zetten niet in op extra natuur. Om op termijn voor alle internationaal beschermde soorten gunstige condities te scheppen, zou dit wel noodzakelijk zijn.

Het percentage stikstofgevoelige landnatuur waar de stikstofdepositie onder de zogenoemde kritische depositiewaarden ligt, zou in beide beleidsvarianten kunnen toenemen naar ongeveer 60 procent. Stikstofdepositie onder de kritische depositiewaarde levert in principe geen risico op voor de natuurkwaliteit; dit laat echter onverlet dat andere drukfactoren zoals verdroging en de versnippering van natuurareaal de natuurkwaliteit kunnen beperken. Ten slotte leidt variant B tot aanzienlijk hogere kosten voor boeren dan variant A.

Realisatie is afhankelijk van slagen van een omvangrijke uitvoeringsopgave

De ambities in de voorgelegde maatregelenpakketten zijn groot en zouden binnen 10 jaar gerealiseerd moeten  worden. Het uitvoeringstempo is daarmee ongekend hoog, terwijl de maatregelpakketten een beroep doen op beleidsinstrumenten die momenteel alleen op veel kleinere schaal worden toegepast. Beide  varianten steunen sterk op grootschalige opkoop en eventueel onteigening van veehouderijen. De budgetten zijn vele malen hoger dan in het verleden bij dergelijke uitvoeringsoperaties gemoeid waren. Ook wordt ingezet op maatregelen die nog ontwikkeld moeten worden. Grondafwaardering en omschakelfondsen voor extensieve landbouwvormen worden nu slechts op kleine schaal toegepast en integraal emissiearme stallen zijn nog in ontwikkeling. Variant B leunt sterk op een nieuw te ontwikkelen heffingsinstrument waarmee wereldwijd nog geen praktijkervaring is opgedaan.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Stikstof en natuur

Het PBL ondersteunt de zoektocht naar een uitweg uit de stikstofproblematiek met evaluaties, beleidsstudies en verkenningen.

Meer over stikstof en natuur