Nul uitstoot in alle sectoren moeilijke opgave

Steeds meer landen hebben de toezegging gedaan om hun broeikasgasuitstoot naar netto nul te brengen in of rond 2050. Als in sommige sectoren restemissies overblijven moeten, om het doel te halen, deze restemissies worden gecompenseerd door CO2 uit de lucht te halen en op te slaan. Dit kan bijvoorbeeld door grootschalige herbebossing of het gebruik van biomassa in combinatie met CO2 opvang en opslag. Deze maatregelen brengen risico’s met zich mee, met name voor voedselzekerheid en biodiversiteit. Een belangrijke conclusie in het rapport Mitigating greenhouse gas emissions in hard-to-abate sectors, dat het PBL in samenwerking met de Universiteit Utrecht heeft uitgebracht, is dus dat er veel meer inspanning geleverd moet worden om de uitstoot in de sectoren waar dit het moeilijkst is – industrie, gebouwde omgeving, landbouw en lucht- en scheepvaart – te verminderen.

Doel van de studie was om in kaart te brengen waarom het verminderen van uitstoot in bovenstaande sectoren moeilijk is, welke maatregelen getroffen kunnen worden om de uitstoot zoveel mogelijk te verminderen, en om aan de hand van scenario’s te inventariseren in welke mate deze maatregelen leiden tot een minder grote noodzaak tot het verwijderen van CO2 uit de atmosfeer.

De studie gaat uit van verschillende scenario’s voor maximaal 1,5 graden temperatuurstijging. In elk scenario is herbebossing of een combinatie van het gebruik van biomassa met de afvang en opslag van CO2 een noodzakelijk onderdeel van maatregelenpakketten om de nul-emissiedoelen te halen. De afhankelijkheid hiervan kan echter wel worden beperkt door sectorale maatregelen die bijdragen aan structurele vermindering van de uitstoot.

Obstakels voor snelle vermindering uitstoot

Om meerdere redenen is in de industrie, de lucht- en scheepvaart, de gebouwde omgeving en de landbouw de uitstoot moeilijk te verminderen. Oorzaken zijn bijvoorbeeld de snelle groei van de economische activiteiten in deze sectoren, ook na een tijdelijke afname in sommige daarvan tijdens de COVID-19 pandemie, het ontbreken van commercieel beschikbare technologieën om grootschalig uitstoot te verminderen en uitdagingen bij de toepassing van maatregelen. Met name in de industrie, lucht- en scheepvaart zijn er hoge aanloopkosten voor nieuwe technologieën en kunnen ze nog niet concurreren met huidige, niet-duurzame technologieën. De gebouwde omgeving en de landbouw kenmerken zich door een veelheid aan gebruikers, vaak met beperkte toegang tot kapitaal, kennis en training. Ook verschillen de lokale omstandigheden, wat een snelle adoptie van innovatieve vormen van uitstootvermindering hindert.

Kansrijke maatregelen voor moeilijke sectoren

Om barrières voor uitstootvermindering te slechten, zijn diverse maatregelen denkbaar. In het algemeen gaat het dan om technologische innovaties, om structurele veranderingen die bijdragen aan een meer circulair grondstoffengebruik en efficiëntere afvalverwerking, én om aanpassingen in de leefstijl. Deze veranderingen kunnen worden bevorderd met financiële instrumenten, zoals belastingen (bijvoorbeeld op vliegtickets en vlees) en subsidies, maar ook met regulering en directe investeringen in onderzoek en training.


Met betrekking tot maatregelen kan voor de lucht- en scheepvaart gedacht worden aan langetermijninvesteringen in duurzamere brandstoffen en aan bevordering van alternatieve, schonere vormen van transport. Maatregelen in de industrie omvatten onder meer elektrificatie, alternatieve brandstoffen en koolstofafvang- en opslag, alsmede een meer circulair gebruik van grondstoffen en – aan de consumentenkant – bevordering van consumptie van producten die aan duurzame standaarden voldoen. In de gebouwde omgeving zijn meerdere maatregelen te overwegen in de sfeer van energiebesparing en isolatie, lokale elektriciteits- en energieopwekking, en – aan de consumentenkant – versterking van energiebewust gedrag. Voor de laagste inkomenslanden is een verschuiving van koken op traditionele biomassa naar schonere opties een belangrijke maatregel om de uitstoot terug te dringen.

Cruciale rol voor landbouwsector in halen doelen uitstootvermindering

Met name de landbouw speelt een cruciale rol in het halen van nul-emissiedoelen, vanwege het grote potentieel om uitstoot direct en indirect te reduceren. Uit de scenario’s komt naar voren dat de resterende uitstoot in deze sector het hoogste blijft. Naast technologische maatregelen om de landbouw efficiënter te maken, zou zeker hier een verandering aan de consumentenkant een grote bijdrage kunnen leveren: kweekvlees of de overstap naar een substantieel lagere consumptie van vlees.

Gerelateerd

Over het onderwerp:

Klimaat en energie

Analyseren van het effect van beleid op de broeikasgasreductie, nu en in de toekomst, en verkennen van verschillende opties waarmee de reductiedoelen gehaald kunnen worden.

Meer over klimaat en energie