Bbp geeft onvolledig beeld van welvaart

Nieuws

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het PBL in kaart gebracht hoe welvaart en welvaartsverbetering kunnen worden gemeten. Het bbp – het bruto binnenlands product – is daartoe slechts in beperkte mate geschikt. Onderwerpen als natuur, milieu en effecten voor mensen elders ter wereld en voor latere generaties maken er immers geen deel van uit. Het alternatief is werken met een set van indicatoren.

Economenjargon

Welvaart is economenjargon voor het plezier dat mensen beleven aan de relatief beperkt beschikbare goederen en diensten. Dat plezier of die behoeftebevrediging is niet direct meetbaar. Daarom wordt in de praktijk vaak de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten (het bruto binnenlands product, bbp) als een indicator voor welvaart beschouwd. Meer productie suggereert dan meer welvaart.

Met die conclusie moeten we echter voorzichtig zijn, want het bbp registreert lang niet alles wat de welvaart van mensen bepaalt. Het belang dat mensen hechten aan bijvoorbeeld natuur, milieu, sociale cohesie, de bestaansmogelijkheden van mensen elders op de wereld en van na ons komende generaties, is hierin niet vervat.

Voetafdrukken

Positieve én negatieve effecten die elders ontstaan vanwege de hier ondernomen activiteiten, beïnvloeden ook de welvaart van Nederlanders. Het is lastig om deze effecten in beeld te brengen. Als elders bossen worden gekapt om veevoer te verbouwen dat onze vleesconsumptie mogelijk maakt, wordt dat niet geregistreerd in het bbp.

Om in die leemte te voorzien, worden ‘voetafdrukken’ gemaakt, waarin op een systematische manier de effecten van de consumptie in Nederland op natuur (voorbeeld: palmolie) of lokale gemeenschappen (voorbeeld: kinderarbeid) in kaart worden gebracht.

Behoeften van toekomstige generaties

Evenmin registreert het bbp de effecten van ons handelen op na ons komende generaties. De huidige generatie wil ook rekening houden met de wensen en belangen van toekomstige generaties.

De vragen die dan rijzen betreffen de omvang en de kwaliteit van de voorraden aan hulpbronnen die de samenleving wil nalaten. Weegt voor toekomstige generaties bijvoorbeeld het vergrijzingsprobleem zwaar, dan zou dat onder andere pleiten voor aflossing van de staatsschuld en verhoging van de gemiddelde leeftijd waarop mensen met pensioen gaan. Ook is van belang waar we nu ons geld aan uitgeven. Zo kunnen toekomstige generaties gebaat zijn bij extra investeringen in het onderwijs of in de infrastructuur, terwijl andere uitgaven vooral van belang zijn voor de huidige generaties.

Sets van indicatoren

Het alternatief voor het bbp als indicator voor welvaart(sverbetering) is werken met een set van indicatoren. Dat maakt zichtbaar dat een activiteit een verbetering kan betekenen voor de ene indicator, maar een verslechtering voor de andere. Zo verbetert de aanleg van een rondweg het inkomen en de werkgelegenheid van wegenbouwers, en ook de luchtkwaliteit en de verkeersveiligheid in het dorp, maar krijgt een deel van het buitengebied te maken met geluidsoverlast en natuurschade.

Zulke sets van indicatoren geven beleid gerichter aangrijpingspunten dan samengestelde indexen zoals het bbp. Voorbeelden van deze manier van operationaliseren van het begrip welvaart zijn de Monitor Duurzaam Nederland van de gezamenlijke planbureaus en het CBS en de Balans van de Leefomgeving.