Internationale klimaatplannen schieten tekort voor klimaatdoel Parijs
De plannen van individuele landen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen gaan niet ver genoeg om toekomstige opwarming van de aarde te beperken tot 2oC, zoals in Parijs is afgesproken. Dit blijkt uit een nieuwe analyse die vandaag verschenen is in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature, en waaraan is meegeschreven door Michel den Elzen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
De plannen die landen voor de klimaattop in Parijs eind vorig jaar hebben ingediend leiden tot een mondiale temperatuurstijging van 2,6 tot 3,1o C aan het eind van de eeuw, zo hebben de onderzoekers berekend. Mogelijkerwijs is al in 2030 het ‘koolstofbudget’ voor een opwarming van 2oC verbruikt.
De nieuwe studie, de eerste wetenschappelijke analyse na het akkoord in Parijs, geeft een uitvoerige analyse van alle plannen die landen hebben ingediend, de zogenaamde Intended Nationally Determined Contributions (INDCs). Deze plannen lopen tot 2030. Voor de periode erna zijn de onderzoekers uitgegaan van klimaatbeleid op een vergelijkbaar niveau. Op basis van deze projecties, en met behulp van een aantal modellen, schatten zij een gemiddelde mondiale temperatuurstijging in 2100 van 2,6 tot 3,1oC, ten opzichte van de pre-industriële tijd.
Om de temperatuurstijging toch nog te beperken in 2100 tot de in Parijs afgesproken 2oC of zelfs 1,5oC zouden er meteen na 2030 drastische maatregelen nodig zijn, met jaarlijkse mondiale reducties van 3-4%. Meer kans van slagen heeft het echter om al voor 2030 te beginnen met maatregelen die verder gaan dan die de landen tot nu toe hebben aangekondigd.
Het artikel in Nature, geschreven door een team van internationale onderzoekers, geeft ook een zorgvuldige analyse van de onzekerheden rond toekomstige emissies. De individuele plannen van de landen zijn niet altijd duidelijk geformuleerd en bevatten soms voorwaarden waaraan eerst moet worden voldaan wil het land in actie komen. Uit een vergelijking van de potentiële uitstootcijfers van alle plannen, vonden de auteurs een onzekerheidsmarge van 6 miljard ton CO2-eq, ruwweg evenveel als de jaarlijkse uitstoot van de VS in 2012.
Michel den Elzen, senior-onderzoeker bij het PBL en co-auteur van de studie: 'Ondanks deze onzekerheden zal, ook bij uitvoer van de klimaatplannen, de uitstoot van broeikasgassen tot zeker 2030 blijven stijgen. Er blijft ook nog steeds een tekort van 10-16 miljard ton voor wat nodig is om beneden de 2oC te blijven. We zijn halverwege tussen niets doen en het doel halen.'